dinsdag 22 januari 2019

37






Bijna 9 maanden was de periode thuis tussen reis 2 en 3, waar we nu aan beginnen. De heerlijke hete zomer was genieten. Veel gewandeld, een hoop dingen in en om het huis gedaan en, niet onbelangrijk, ook veel kunnen werken. Ook weer eens een keer de decembermaand met alle gezelligheid thuis kunnen meemaken, maar zo was het ook wel weer genoeg. Zuid-Amerika en de cruiser trekken weer aan me.
Een goed plan maken was wat lastig deze keer. We wilden sowieso naar de Pantanal, het grootste wetlandgebied op aarde. Ik was daar al eens in 1994, al weer 25 kilo, eh…jaar geleden. Toen als backpacker met een gids die ik vanuit Nederland met de fax geboekt had. Ik wilde er zeker nog een keer heen. Probleem is alleen dat de Pantanal een groot deel van het jaar compleet overstroomt en dan grotendeels ontoegankelijk is. Pas in juli zijn de wegen weer begaanbaar. De cruiser moet echter voor half april Uruguay uit, want dan is het toegestane jaar van verblijf voorbij.

We hebben besloten om een soort tussenreis te gaan doen. Aanvankelijk was het idee om in 6 weken naar Iquique in Noord-Chili te rijden om daar nieuwe banden te kopen, want die beginnen ook wat dunnetjes te worden en Iquique is een vrijhandelszone. Die eerste 6 weken ga ik samen met Elize doen, maar heb er voor mezelf 7 weken aan geplakt om de Atacama nog wat uit te pluizen. Dan de auto in Chili stallen om eind juni terugkomen voor het vervolg. Waarschijnlijk dan heel Brazilie door naar Frans Guyana.
De route die we nu willen volgen zal vanuit Uruguay door Missiones gaan, het noordelijk uitstulpsel van Argentinie. Dan nog één keer naar de Iguazu watervallen, omdat Elize die nog niet gezien heeft. Vervolgens door Paraguay en Bolivia naar Iquique. 

We zouden al laat aankomen, maar hadden ook nog twee uur vertraging in Sao Paulo. Om twee uur ’s nachts ploffen we op ons bed in hotel Bahamas, 26 uur na dat thuis de dag begon.
Dirk, de eigenaar van de autostalling, haalt ons op en een klein uur later, als we het terrein op rijden komt de cruiser ons tegemoet. Ik krijg altijd even een kriebel als ik de 6-cilynder diesel hoor ronken.
Dirk heeft ook de startmotor laten reviseren en versnellingsbak- en differentieelolie ververst.
We blijven drie dagen op het kampeerterreintje om lekker te rommelen en reisklaar te maken. Er staat één andere truck met een duits stel die al jaren onderweg zijn en reizen willen organiseren voor mensen met eigen auto. Ze praten er veel over en willen mijn mening over hun opzet en website. Ik geef ze wat tips, maar vraag me af of ze er geschikt voor zijn en het ook zelf leuk gaan vinden.

Als we de automatische poort achter ons zien sluiten zijn we weer op weg. Na in Atlantida nog een keer inkopen te doen, pakken we dezelfde weg richting Argentinië, die we vorig jaar in omgekeerde richting reden. Uruguay is met zijn golvende landschap best mooi maar nergens spectaculair. Veel grasland waardoor het me doet denken aan teletubbieland, hier en daar groepjes bomen en een prima weg maken het een aangenaam begin van de reis. We slapen zelfs op dezelfde plek als vorig jaar in Andresito aan een groot stuwmeer. Een prima plek die net ver genoeg van de weg ligt om geen last te hebben van het langsrazende verkeer. We zien dat het water heel hoog staat, kennelijk veel regen gevallen in de bovenloop. We rijden verderop de grensplaats Paysandu binnen. Ook hier heeft de Rio Uruguay extreem hoog water. De hele boulevard is ondergelopen en ik zie van een huisje alleen nog het dak en schoorsteen. Ook een stuk verderop is een camping verdwenen.

Dan gaan we Uruguay al weer uit, vermoedelijk voor de laatste keer. Het was een prima basis en een aangenaam land, maar ook niet meer dan dat. Geen grootse dingen die me bij zullen blijven. De grensovergang was met een kwartiertje een van de vlotste, mooi om zo te beginnen.

Dan rijden voor de zoveelste keer Argentinië binnen, waar de grensplaats Colon ons nog bekend was. Waar we vorige keer hier uit het westen aankwamen, zo vertrekken we nu in noordelijke richting. De routa 14 op, berucht vanwege zijn corrupte politie bij wegblokkades. Ze geven voor de kleinste tekortkomingen hoge boetes die je het liefst ter plekke en zonder bon moet betalen. Piet en Marjan kregen hier ooit een dikke boete omdat ze een trekhaak hadden, mag kennelijk hier niet. Verder moet je twee gevarendriehoeken, gele hesjes, brandblusser, rood-witte strepen op de achterkant, 110-sticker en vooral moeten je papieren in orde zijn. Op zich niet verkeerd, maar ze pikken buitenlandse auto’s er uit voor minitieuze controle, terwijl heel veel argentijnse auto’s halve krotten zijn die niks in orde hebben. We zullen het zien.