dinsdag 5 november 2019

56

 




Ik doe rustig aan de volgende ochtend en ben om half 8 bij de Braziliaanse grenskantoren. Te vroeg, gaan pas om 8 uur open. Even een half uurtje branden in de zon die nu al meedogenloos is.
Bij de paspoortcontrole heeft de man heel veel tijd nodig. Hij tuurt maar op zijn scherm, klikt dingen aan. Er spookt door mijn hoofd dat hij alle snelheidsovertredingen aan het optellen is. Brazilië is vergeven van de flitspalen en dan zo, dat je op een weg van 80 km/u ineens maar 40 mag. Ze waarschuwen wel bijna altijd dat er een flitser komt, maar toch mis je er wel eens een. Ik heb wel altijd het vermoeden gehad dat 90 % van de palen het niet doet. 

 

Uiteindelijk hoor ik het bevrijdende geluid van de stempel in mijn paspoort en verdampen de spookjes in mijn hoofd. De TIP voor de auto wordt in een minuut afgestempeld en dan ben ik Brazilië uit. Ik ga over een grote brug die gelukkig net een jaar in gebruik is. Daarvoor moest je een ferry nemen en die maakte goed misbruik van de situatie. Tot zo’n 200 euro voor een overtochtje van niks. En dat terwijl de brug al jarenlang klaar was en dat is ook te zien. Niet bepaald nieuw. Lang burocratisch gesteggel over het een of ander.

Dan de andere kant, Frans Guyana, Frankrijk, Europa. Ik moet mijn paspoort laten zien en mijn verzekeringspapier. Ik trek mijn groene kaart en die is 'aangepast', want mijn nederlandse verzekering is niet meer geldig. Mijn auto is geschorst en niet APK-gekeurd. Ik had de verzekering in 2016 ook al opgezegd, je hebt er niets aan hier in Zuid-Amerika. Nou ja, behalve hier dus. Nou is het kromme dat je aan de grens een verzekering kan kopen, maar niet als Europeaan. En dan sta je daar, waarschijnlijk wordt je de toegang geweigerd. Ik wist dit allemaal al van te voren en heb een oude groene kaart gephotoshopt en de geldigheidsdatum veranderd. Meerdere overlanders hebben het zo gedaan. Even professioneel laten afdrukken en voila. De grensmeneer vond het overtuigend, pfff. Zat ‘m wel een beetje te knijpen. Wat als hij het wel gezien had.
Vanaf nu ga ik rijden als een bejaarde, ik moet geen ongelukken maken. Nooit niet, maar nu helemaal niet. Gelukkig is de weg goed en is er weinig verkeer, behalve dan toch die ene malloot die me wil inhalen, terwijl het echt niet kan. Achter een heuvel komt een tegenligger. Hij moet vol in de ankers en verontschuldigd zich ook later in het voorbijgaan.

 

Het verschil met Brazilië is groot. Daar reed ik vooral door bush en landbouwgrond, hier in Guyana is nog volop oerwoud, met hier en daar zelfs nog redelijk grote bomen. Maar er wordt ook gekapt.
Een zijweg brengt me naar een mooie plek voor de nacht. In een bocht is een ruime parkeerplaats met prachtig uitzicht over de jungle. Vooral de volgende ochtend als de mist langzaam uit het bos optrekt, geeft dat een sprookjesachtig beeld. 

 

Aan het eind van de weg is een dorpje met vooral een Laotiaanse Hmong-community. Zondagochtend is hier een grote markt met veel lekker Vietnamees eten. Hoe aantrekkelijk dat ook klinkt, ik ga er niet een dag op wachten. 

 

Langs de weg is een parkeerplaatsje voor het begin van een trail het bos in. Zo’n 6 kilometer heen en weer. Goed drinken voor je begint en een half litertje water mee is genoeg. Maar hier niet. Het pad gaat een beetje op en neer en in deze hitte zweet ik mijn shirt zo nat, dat je geen plekken meer ziet. Hij is helemaal door en door. Aan het einde is een klim naar een open plek van rotsen. Ze noemen dat, zelfs hier, een inselberg. Een vrijstaande kale berg in het oerwoud. 


De aangegeven route is een andere dan Maps.me aangeeft. Die ligt aan de andere kant van de top. Ik wil het liefst niet dezelfde weg terug en sta in dubio. Het zou niet de eerste keer zijn dat een Maps.me-pad helemaal niet bestaat en ik moet eerst van de berg naar beneden om te kijken of ik hem kan vinden. Ik vind het toch wel een mini-avontuurtje en ga naar beneden. De GPS-ontvangst is matig en het pijltje van mijn positie verandert af en toe zonder mijn toedoen. Uiteindelijk vind ik beneden in de begroeiing toch iets wat ooit een pad was en volg het. Het is duidelijk lang niet gebruikt en af en toe heel vaag. Maar samen met mijn ervaring en zwalkende pijltje loop ik de twee kilometer feilloos naar de aansluiting met het officieële pad. Wat het wel een beetje spannend maakt is dat mijn water al op is en mijn mond steeds droger wordt. En er moet niets gebeuren, want er zal hier niemand je komen helpen. Maar juist dat gevoel vind ik wel wat hebben. In je eentje in de jungle. De laatste kilometer op het bekende pad is echt al onprettig van de dorst.
Bij de auto aangekomen meng ik het koude water uit de koelkast met lauw, want dan kan ik meer drinken. Pas na een uur rust en bijna twee liter bijgetapt komt mijn lichaam weer in balans. 

 

In Cayenne is de eerste bestemming een Carrefour supermarkt. Echt frans stokbrood en Old Amsterdam, lekkerrr. Kaas wordt hier ingevlogen en daar betaal je voor. Ik hang nog wat op de parking en word een aantal keren aangesproken door vooral donkere guyanesen. Die zijn open en vriendelijk en enthousiast. De blanke fransen zijn veel geslotener, europeser. Het was me al opgevallen dat de donkere mensen je onderweg of op straat ook eerder groeten of duim opsteken.
Bij een oud fort is weer een mooie plek. Belangrijk is dat er een bries staat, anders is het slecht uit te houden in de auto. Het is hier echt drukkend vochtig-warm. 

 

Ik ben nog geen kilometer onderweg als ik wil optrekken. Ik hoor kloenk en ik ga niet vooruit. Uit de versnelling gesprongen, denk ik. Nog een keer erin, niets. Tweede versnelling, niet anders. Ik sta stil. Holy shit, dat is slecht. Van alles schiet door mijn hoofd en alles is bad news. Versnellingsbak kapot? Tussenbak? Differentieel? Ik zet hem in 4WD en kom vooruit. Okee, ik kan nog rijden. Maar er treedt ook een trilling op die erger wordt. Ik zet hem op een goede plek aan de kant. Wat te doen. Verder rijden betekent misschien nog meer schade. 

Ik app Peter van de Warf, mijn garageman in Kolham. Ik kan nu wel wat hulp gebruiken. Gelukkig reageert hij en helpt me uit te vinden wat er is. Achter is alles in orde, geen steekas gebroken, differentieel werkt. En dan zie ik het, de aandrijfas is aan de voorkant gebroken en steekt nog losjes in elkaar. Ik ga er gelijk van uit dat dat de trilling veroorzaakte. Die as moet er tussenuit. Achter is hij onlangs los geweest voor het vervangen van de seal. Maar aan de voorkant zijn ze al heel lang niet meer los geweest. Eerst die kant maar eens proberen. De poging met de dopsleutel mislukt, ook omdat die er net een tikkie scheef op staat. Wat erger is, is dat de moer na een aantal pogingen beschadigd is. Dan gaat je de moed wel een beetje in de schoenen zinken. Als me dit niet lukt moet ik een afsleepwagen regelen, op zondag. En waarheen dan, de Toyotagarage? Als ik die kan mijden, dan graag. Ik probeer een andere moer maar dan met een ringsleutel met daarop een grotere ringsleutel om kracht te zetten. En ik zet veel kracht, het zweet gutst van mijn lijf. Het is middag in de tropen. Als ik zoveel kracht zet dat ik zeker weet dat de ringsleutel zo breekt, lost de moer. Een sprankeltje hoop.
Door de auto te verschuiven komt de volgende moer in ideale positie, iets wat heel belangrijk is. Door een net andere positie is die eerste moer ook fout gegaan. De andere twee gaan met evenveel moeite uiteindelijk ook los. Maar dan nog die ene. 

 
Met een beitel zou hij volgens Peter moeten los komen, maar hij geeft geen krimp. Deels is hij al wel door midden. Alleen de dikke flens aan de bout is nog in tact en mijn beitel is inmiddels al helemaal stuk geslagen. Dan een ideetje. Met de boormachine boor ik de flens ook door midden. Dat lukt beter dan ik had durven hopen. Het goede boortje vreet langzaam maar zeker door het keiharde staal van de moer. En dan geeft hij zich gewonnen.
De vier bouten achter gaven zoals verwacht geen probleem en waren in mum van tijd los. Dan heb ik de aandrijfas los en kan ik weer rijden. In 4WD min de achterwielen. Een voorwielaangedreven LandCruiser dus. Uniek waarschijnlijk. En dat in het land dat voorwielaandrijving heeft uitgevonden met de Citroen traction-avant, die oldtimer met treeplanken. 

 

Ik rij naar de andere kant van Cayenne waar een leuk plein is. Er wordt gejeu-de-bouled. Ik mag er graag naar kijken, vooral hoe serieus men het neemt. En sommigen zijn echt goed. Mooi om te zien hoe een prachtig gepositioneerde bal meedogenloos wordt weggeketst door de tegenstander. En niet alleen de franse fransen spelen het, ook de donkere mensen doen het graag en goed. Later op de avond loopt de parking leeg en kan ik hier mooi slapen. Ik ben kapot.
Vandaag ga ik de familie ontmoeten die mij stalling aangeboden heeft voor de cruiser. Ik ga nog een keer naar een carrefour en koop ook een flesje wijn om niet met lege handen aan te komen.
Dan kachel ik langzaam naar Kourou, waar ik op een parking bij een hotel aan zee onder een boom ga staan. Goed plekkie voor een tukkie. Dan rij ik op de afgesproken tijd het zijweggetje in waar ze wonen. Sebastien komt me al tegemoet en ik wordt hartelijk ontvangen. Een gezellige avond met barbecue en biertjes en als laatste de fles lekkere wijn.
Sebastien en Isabelle wonen hier in een eenvoudig huis op een mooie plek aan het eind van een zijweggetje. Heerlijk rustig. Het allerbeste wat ze hebben is een zwembadje en daar ga ik wel 4 a 5 keer per dag in. Vooral als je fysiek een beetje inspant, zweet je je hier helemaal kapot en is even het water in goddelijk lekker.

 

In Kourou is de lanceerbasis van de ESA en dat is natuurlijk interessant. Bij de ingang van het terrein staat een full-size model van een Ariane 5 raket. 53 imposante meters hoog.
Er is een museum waar een paar leuke dingen te zien zijn zoals een onderdeel van een raketmotor. Wat een techniek zit daarin verwerkt, je gaat haast denken dat je naar een tijdmachine staat te lijken. Een tour naar de lanceerplatforms kan niet direct, daarvoor moet je je 2 dagen van tevoren aanmelden.

 

Ik heb inmiddels een tweede probleem met de cruiser. Het remlampje brandt af en toe en er komt een aanlopend geluid van het linker achterwiel. Als ik de volgende dag de remtrommel wil demonteren om te kijken wat er is, lukt het me niet om hem er af te krijgen. En als ik hem weer terug zet kan loopt het wiel heel zwaar. Een dag later doe ik een tweede poging en ik krijg hem iets verder, maar niet helemaal en teruggezet zit het wel helemaal vast. Ik ga een stukje rijden om te kijken of hij los komt. Ik rij met kromme tenen. Als hij helemaal gaat vastlopen kan ik geen kant meer op.
Gelukkig draait het wiel wel weer, zij het het met bijgeluiden. Ik zeg een afspraak af die ik met iemand in Cayenne had. Ik ga zo geen grote stukken rijden. Sowieso beter natuurlijk vanwege de verzekering.

Peter van de garage heeft een goede tip, want de derde keer krijg ik de trommel wel los en zie gelijk wat het euvel is. Een remhouder is losgeschoten en een remschoen zit helemaal scheef. Verklaart meteen alles wat er mis was en als ik hem weer vastzet is alles weer okee. Moet wel nieuwe remschoenen want ze zijn goed versleten. Die dag heb ik een zeer voldaan gevoel, vergelijkbaar met toen ik weer reed nadat ik de aandrijfas toch los had gekregen. 

 

Ik was het helemaal niet van plan, maar Sebastien verzekerde me dat ik welkom was om zo lang te blijven als ik wilde. En het ziet er naar uit dat ik hier tot dinsdag, de dag dat ik vlieg, blijf.
Sebastien is zeer hulpvaardig en heeft voor al mijn behoeften een oplossing. Zo gaat hij proberen via via mijn gasfles te vullen, gaan we achter vochtvreters aan, regelt hij transport naar het vliegveld en meer van die dingen. Meer dan je zou durven hopen. Echt tof.
De dagen vul ik met het voorbereiden van de cruiser op een lange stilstand en dan ook nog in dit zeer vochtige klimaat. Ik was al gewaarschuwd door iemand op Facebook dat het een slecht idee is om de auto in Frans Guyana te stallen. Hij zou van binnen helemaal wit uitslaan van de schimmel. Dat is wel een horrorvoorstelling en dat wil ik zeker proberen te voorkomen. Dat betekent dat uiteindelijk ik alle textiel uit de auto haal en in huis leg. Niet alleen kleren maar ook handdoeken, beddegoed, matras en bankkussens, stoelschapevel, alles. Grondige schoonmaak en waarschijnlijk heel belangrijk, een grote vochtvreter. Ik heb er een gekocht voor 20 m2 terwijl de camper 5 m2 is. Mooie compensatie voor de misschien wel 4 x zo hoge vochtigheidsgraad als in Frankrijk, waar het ding vandaan komt.

Ik bouw ook de standkachel uit. Die is overleden vlak na la Paz. Ik denk dat er vloeistof in is gekomen van een lekkend flesje en daardoor is er kortsluiting ontstaan. Wel net na de laatste dag dat hij nodig was, want daarna gingen we naar beneden, de warmte tegemoet. Ik neem hem ook mee in de bagage, misschien kan hij gerepareerd worden.
Het is klimaat is hier echt afmattend. Na een uurtje werken moet ik rusten. Het zweet gutst me van het lijf en het lekkerste is dan natuurlijk even afkoelen in het zwembadje. Hoewel je met water van 32 graden ook niet echt afkoelt, voelt het als een weldaad.

 

Ik maak ook nog een wandeling. In de buurt is de apenberg. De naam klopt niet heel erg want met nog geen 100 meter is het eerder een heuvel en ik heb geen aap gezien. Boven aangekomen voelt het overigens wel alsof ik een berg beklommen heb. Wat scheelt is dat ik deze keer wel genoeg water bij me heb. Op de top van de berg staat een carbet, een open hut waar je met hangmat of tentje kunt overnachten. Tussen de vele spinnen die er zijn. Er is uitzicht tot aan zee met in de verte de raketbasis. Na een uurtje zitten ga ik terug naar beneden. 



Na ruim een week brengt Sebastien me naar het Space Center, waar een busje me oppikt en naar het vliegveld brengt. Volgens mij is Eelde Airport groter dan dit internationale vliegveld. Met acht uur is dit mijn kortste vlucht van Zuid-Amerika naar Europa. Ik land in Parijs op Orly en moet dan met een bus naar Charles de Gaulle. Beetje onhandig dat Parijs twee vliegvelden heeft die zo ver uit elkaar liggen maar een vaste transfer bus maakt het een soepele overgang. Uurtje nog naar Schiphol en dan naar huis. Ook weer fijn na deze vier maanden. Een heerlijke afwisselende reis dwars over de noordelijke helft van Zuid-Amerika. Zoals het nu lijkt komt ik eind augustus 2020 terug voor misschien de laatste reis hier. Een idee heb ik al, op de kaart te zien in wit. We gaan het zien.