zondag 24 december 2017

24



Ik verlaat de winderige canyons. Het volgende doel is een spectaculaire bergweg, zo’n 100 kilometer verderop. Onderweg merk ik dat ik steeds meer richting de tropen rij. Het wordt steeds warmer. Bijna 30 graden nu met een redelijk hoge vochtigheid. De bergweg is zoals verwacht met heel veel haarspeldbochten, op de navigatie kan ik dat van tevoren al zien.


Onderweg stinkt het van de verbrandende remschoenen van tegenliggers die niet weten hoe je een berg moet afdalen. Dat kan fataal zijn als ze zo heet worden dat de remmen niet meer werken. Vrachtwagens kruipen omhoog met er achter ongeduldige personenauto’s, die loeren op dat ene kansje om in te halen. Ondanks dat de hele weg vette dubbele strepen in het midden heeft, wagen velen het toch. Ik pak af en toe een parkeerhaventje en geniet van het uitzicht en ga pas weer rijden als er een tijdje niemand langs is geweest. Bovenaan is een hele grote parkeerplaats en een paar kioskjes.

Laat in de middag laat ik de drone op nadat ik met moeite het kompas gecalibreerd krijg, iets wat iedere keer op een nieuwe plek moet.
Er kan hier overnacht worden en dat ga ik ook doen. Ik vraag bij een van de winkeltjes het password van internet en zo kan ik weer een blog online zetten.

’s Avonds pakken zwarte wolken zich samen boven de diepe vlakte voor me en het bliksemt af en toe. Gelukkig komt het niet verder naar deze plek. Ik ben niet gek op bliksem als je je op het hoogste punt in de wijde omgeving bevindt. 


De volgende ochtend een glorieuze zonsopkomst. Ik geniet de hele ochtend nog van deze mooie plek. Af en toe komen er mensen even kletsen over reizen of de cruiser. Op iOverlander zie ik aan de kust een plek die aangeraden wordt.
Als ik daar aankom komt Heitor, spreek uit als Etor, me al tegemoet. Dat voelt gelijk goed. Hij verhuurt huisjes maar heeft ook plek voor overlanders, vooral omdat hij zelf ook wil gaan overlanden in de toekomst. De afgelopen 10 jaar heeft hij aan deze plek gewerkt en het ziet er fantastisch uit. Een huis voor hem en partner en nog 5 appartementjes voor de verhuur. Zwembadje erbij. Een wasplek moet nog gebouwd worden en tot die tijd kunnen kampeerders in een appartementje douchen.





’s Avonds komt hij naar me toe en vraagt of ik zin heb in een biertje. Ik maak kennis met zijn vrouw en het is gezellig. Hij vertelt hoe hij zijn huis heeft gebouwd met zware balken afkomstig van een slooppand. Dat vind ik natuurlijk prachtig, vooral omdat het gecombineerd is met heel veel glas. Allemaal kozijnloze schuifpuien, die de hele tijd open staan. Er komen nog wat lekkernijen op tafel. Zelfgemaakte krabballetjes en later ook krab uit de oven, maar dan verpakt in de schaal van de krab. Leuke mensen weer.

Ik blijf nog een dagje en ga net als gisteren een strandwandeling maken. Niet zo heel erg mijn ding, maar hier met een warm briesje en de blote voeten door de branding, mwa, valt aan te wennen. Jammer genoeg is hier geen dorpje, alleen maar vakantiehuisjes en die zijn voor het grootste deel nog steeds niet bezet. Dat zal volgende week anders zijn.

Later gaat het heel hard waaien. En de cruiser schudt flink heen en weer. Toch maar eens de stabilisatorpoten uitproberen. De twee aluminium poten met een krik heb ik nog niet gebruikt. Ze werken eigenlijk prima, 80% minder gewiebel, rustiger slapen dus.





Heitor heeft goed water en de tank is net leeg. Met volle tank neem ik afscheid en ga verder naar het noorden. Praia Rosa zou geweldig mooi moeten zijn. Na een kleine overtocht met een ferry moet ik nog 60 km rijden. Ik kom terecht in een soort hippiechique dorpje met veel winkeltjes. Ik zou er best even willen rondlopen maar ik kan nergens de auto kwijt, behalve op dure parkings. Geen zin in. Ik rij door tot aan het strand en ja, daar is het ook zondag. Knetterdruk. De plek die iOverlander geeft is bezet. Er staan rijen auto’s geparkeerd. Helemaal aan het einde van de zandweg boven het strand langs is nog wel plek. Ik ga een stukje over het strand wandelen tussen de badgasten door. Wat opvalt is dat tattoos ook erg populair zijn hier en dat de vrouwen allemaal met blote billen lopen. Tussendoor loopt nog wel een flosdraadje dat het schaamlapje aan de voorkant op de plek moet houden. Ook de soms forse borsten hebben soms niet meer bedekking dan wat een meisje van 8 als eerste bikini van haar moeder krijgt. Welcome to Brazil. Ik kan het allemaal maar moeilijk aanzien.


Ik heb niet veel zin om te wachten tot het wat rustiger wordt en ik hier ook kan gaan staan camperen. Bovendien betrekt de lucht en had Heitor al gezegd dat er regen aan kwam. Ik ga dus nog 100 km rijden naar Ilha Santa Catarina. Het eiland is verbonden met een brug en aan weerszijden ligt de stad Florianapolis. Weer zo’n grote stad en weer file om er door te komen. Waar je hier bij een file extra voor moet uitkijken zijn de motorrijders die tussen de rijen auto’s doorrijden. En dan niet zoals bij ons met matig tempo, nee, als kamikazes gaan ze vol gas. Vaak met vriendin in bikini achterop. 

 

Ik rij door naar de oostkant van het eiland waar een mooie plek is in bos aan strand. Ideaal, want daardoor waait het hier ook niet. Ik stop bij een groepje van vier en gelijk raken we aan de praat. Ze dromen ook van reizen en willen ook zo’n auto. Verder ook leuke gesprekken met ze gehad. En of ik ook een spies van de barbecue wil, ze hadden er een over. Dan stel ik toch even de vraag. Of het hier veilig is om 's nachts te staan. Nee, dat vinden zij niet. Dat staat haaks op de opmerkingen in iOverlander. Ik begin nu te twijfelen en ik had het misschien helemaal niet moeten vragen. Voor mezelf kan ik nu niet meer eigenwijs doen en toch blijven slapen hier en ga op hun aanraden naar de camping dichtbij. Daar lees ik ook hele goede berichten over. Ook weer in een bos met een pad van 500 meter naar strand. Het heeft net een beetje geregend en het geurt heerlijk nu. Ondanks dat het de duurste camping is tot nu toe doe ik het maar wel. Alles is goed voor elkaar, sanitair, bewaking. Maar bij de aanleg hebben ze een cruciale fout gemaakt. De camping ligt aan de weg, best een drukke weg. Ze hadden hem zo makkelijk even een paar honderd meter verder het bos in kunnen plaatsen. Dan was het echt super geweest.






Door het geluid van de weg kan ik niet echt genieten van de ochtend en ben ik vrij snel op pad. Ik ga eerst maar eens terug naar de wildslaapplek waar ik gisteren niet ben gebleven. Ben ook verder gereden over het zandpad om te kijken wat er verder nog kwam. Het bleef een beetje hetzelfde alleen werd het zand steeds zachter. Leuk een beetje spelen, bijna vast komen zitten, tot het punt waar ik echt lucht zou moeten aflaten. Daar had ik geen zin, dus maar terug en een bakkie koffie op de plek van gisteren. 

Later in de middag overgestoken naar de andere kant van het eiland, misschien daar een mooi wildplekje. Daar heel veel bebouwing langs de weg of bergen met oerwoud, maar onbereikbaar. Geen weggetje niks. De weg loopt uiteindelijk dood en ik rij weer terug. Op de heenweg had ik het openstaande hek al gezien en ook dat het allemaal een beetje overgroeid was. Ik zet de auto aan de kant en ga te voet even kijken. Het zandpad omhoog splitst zich vrij snel. Ik ga eerst kijken aan de rechterkant. Dat pad is verhard, maar al heel lang niet gebruikt, te zien aan de ongeschonden overgroeiing. Het loopt in een boog omhoog en eindigt op een grote open plaats. Hier heeft iets groots gestaan maar is al lang geleden afgebroken. Goeie plek. Dan nog even naar de andere kant. Ik zie een gebouw, oei, oh nee, een bouwval. Ik loop nog iets door om te kijken en dan zie ik een auto staan. Daar zijn dus mensen, Dan valt deze hele plek af, jammer. Ik loop terug naar de auto en ga nog even zoeken op de iPad. Na een minuut of vijf komt de auto uit de uitrit en rijdt weg. Hm, ik ga nog maar eens kijken bij de bouwval en kom tot de conclusie dan de mannen wat materiaal hebben weggehaald. Ik besluit toch om omhoog te rijden naar de grote plek. Beide plekken liggen zover uit elkaar dat ze niet in elkaars zicht liggen. Dus zelfs als ze nog eens komen zullen ze mij hier niet zien. 


De plek is volkomen rustig met uitzicht op de berg met oerwoud. Dat ziet er best ongeschonden uit, grote boomdiversiteit. Tegen de avond begint het concert, niet van vogels maar kikkers. Ik onderscheid in ieder geval twee soorten. Fluitkikkers, die heten echt zo omdat ze….fluiten. En, ik noem ze maar hamertje-tikkikkers. Alsof er een complete kleuterklas zich uitleeft met hun houten speelgoed. Op een of andere manier is er ook een tor binnen gekomen, een redelijk fors exemplaar. Als ik hem oppak om naar buiten te zetten, gloeien zijn ogen fel groen op. Whow, dat heb ik nog nooit gezien. Vuurvliegjes met lichtgevend achterlijf, dat wel ja. 

Heb een prima nacht gehad en ga op tijd rijden. Ik heb wel genoeg van de kust gezien. Eigenlijk wilde ik nog stukken van het Atlantisch regenwoud bekijken, maar daar is te weinig tijd voor als ik met kerst in Paraguay wil zijn. Bovendien begrijp ik nu waarom ik over de parken waar dat bos te zien is zo weinig kon vinden op internet. De meeste zijn helemaal niet toegankelijk voor bezoekers. Pas tussen Sao Paulo en Rio wel hier en daar, maar dat is echt te ver. Je kunt je hier makkelijk verkijken op de afstanden, net als in Australië bv.

De dag begint niet heel goed qua rijden. Ik kom gelijk in een file. Pas een dik uur later ben ik van het eiland af en voorbij Floripa, de popie-naam voor Florianapolis. Dan een lang stuk snelweg langs de kust en door met oerwoud bedekte bergen. Helaas ook hier geen enkele mogelijkheid om van de snelweg af te komen en het bos in te rijden. Doortjoekelen dan maar met af en toe een break. Voor Curitiba weer in een file. Ik ben nog 10 km van een groot knooppunt af, als die file maar niet zo lang is. Na anderhalf uur ben ik pas 4 km verder, als dan opeens de oorzaak van de file duidelijk is. Een uitgebrande vrachtwagen. En daar voorbij kan ik direct weer normaal rijden.


Net voorbij Curitiba vind ik het welletjes en trakteer mezelf op een camping. De navigatie heeft wel eens de gewoonte om de kortste weg te nemen, op zicht niet verkeerd, maar ik wordt over het kleinst mogelijke zandpaadje geleid. Hier en daar moet ik een beekje over waar het bruggetje meer heeft van een groot uitgevallen pallet.

De camping is groot en mooi met araucariabomen. Mijn buurman, de enige andere camper, is een heel aardige man met dochtertje. De gescheiden man geniet van zijn reis met haar, maar bekent dat het hem enorm veel energie kost, zo’n zevenjarige lady in pink. Hij zegt me de volgende dag nog dat is genoeg cash bij me moet hebben voor tol. De weg naar Iguazu is een van de duurste ter wereld.
Om de 50 kilometer inderdaad betalen en niet de  BR 2,70 die ik gewend ben, maar BR 12,50. Dat moet je grofweg door 4 delen voor euros, maar het tikt toch aan. Daar tegenover staat dat de weg in perfecte staat is. Nieuw asfalt meestal en voldoende extra rijbanen om de kruipende vrachtauto’s in te halen. Ik doorkruis een bergachtig gebied van zo rond de 1000 meter hoogte en de bochtige weg slingert zich er prachtig doorheen. Dit is fijn rijden.
Onderweg slaap ik voor het eerst bij een tankstation. Gelukkig sluit deze in de avond en is het lawaai van vrachtauto’s daardoor beperkt. Ik hoor die avond dat het kindje van Suzanne en Jurgen is geboren, zijn naam is Fos. Laat ik nou onderweg zijn naar Foz, Foz do Iguaçu. Ik ga naar de beroemde watervallen, na 23 jaar voor de tweede keer. 

Ik settle me op de camping die als goed staat beschreven, lekker even een plons in het zwembad en dan besluit ik laat in de middag om nu toch nog naar de watervallen te gaan. Er gaat een bus van de camping naar de grote weg, dan eentje naar de toegang, waar je je ticket koopt en een derde bus neemt naar de watervallen zelf.
Ik vrees een beetje dat mijn herinnering van toen lang niet geëvenaard zal worden. Heb al gehoord dat je na het nemen van je foto plaats moet maken voor de volgende, zo druk zou het nu zijn. Toendertijd had ik het chique hotel geboekt wat toen helemaal niet zo gek duur was, maar wel als een roze suikertaart pal aan de watervallen staat. Je kon dan na het diner nog even een sunset-stroll maken. Bij aankomst zie ik het hotel staan, maar mijn oog wordt naar de andere kant getrokken, waar de vallen zijn. De ultieme wow-faktor van de eerste keer beleef je maar één maal, maar ik ben toch wederom zeer onder de indruk. Ik loop het wandelpad door de jungle langs de afgrond samen met een ierse jongeman waarmee ik in de bus aan de praat kwam. 

De zon is gaan schijnen en door de luchtvochtigheid van bijna 100% zweet ik met straaltjes. Op ieder uitzichtspunt is het onwaarschijnlijk mooi, want Iguacu laat zich van twee superlatieven bedienen. De grootste en de mooiste. En voeg daar maar aan toe, de meest indrukwekkende. Woorden, foto’s, video’s, alles schiet te kort. De beleving van het zelf zien is  niet te overtreffen. Ik ben blij hier weer te staan. En een onverwachte bonus is dat het steeds rustiger wordt, zo rustig zelfs dat we af en toe de enigen zijn. Iedereen is al terug naar hotel, hostel of huis en dat terwijl het steeds mooier wordt met de zakkende zon. Aan het eind de apotheose van de watervallen, de Keel van de Duivel. Hier dondert in een hoefijzervorm het meeste water naar beneden. Je kunt het beneden bekijken of met de lift van bovenaf. Ook is een een loopbrug naar het midden van de rivier, daar zijn de watervallen bijna volledig rondom je, volkomen uniek. 


Ik twijfel of ik de volgende dag nog naar de Argentijnse kant ga, maar het weer lijkt niet goed te worden. Het is ook een heel gedoe. Of ik ga met eigen auto, dan het je de grensovergangen met alle gedoe, of ik boek een toertje. Helemaal geen zin in. De ervaring van de vorige dag is zo mooi dat ik het hierbij laat. In plaats daarvan ga ik de Itaipu dam bekijken. De grootste dam ter wereld, gebouwd om elektriciteit op te wekken. Dit kan helaas alleen met een toer en dat doe ik dan maar. De toer valt tegen en de dam eigenlijk ook. Ik ben wel eens over de Hoover dam gereden en ik had verwacht dat dit net zo zou zijn. De dam is natuurlijk wel heel groot maar laag en lang en best lelijk eigenlijk. Niet om, wat ik nu toch doe, over naar huis te schrijven.

Volgende keer naar Paraguay. Hasta la Pasta.

vrijdag 15 december 2017

23


Chuy is de grensplaats waar ik Brazilie in ga. Voor het stadje is de douane van Uruguay. Ik heb geen probleem met het uitchecken van de auto. Heb het gevoel dat de man achter het loket ook van niets weet. De stad is een Duty-free zone waar de hoofdstraat de werkelijke grens vormt. Je kunt de stad van beide zijden bezoeken zonder te moeten stempelen. Ik spendeer mijn laatste pesos aan boodschappen, vooral drank, anders kom ik niet aan de 40 euro die ik nog heb. Dan naar de Brazilaanse douane, een paar kilometer ten noorden van de stad. Ik ben heel snel klaar en krijg een nieuwe TIP (temporary import permit) Bij controle blijkt dat ze wederom mijn paspoortnummer niet goed hebben overgenomen. Van een 9 is een g gemaakt. Had ik al een keer eerder. De correctie duurt 5 keer zolang. Direct over de grens de tank vol gegooid, want diesel is hier veel goedkoper. Dan op weg in het land waar ik in 1994 voor het laatst was. Ik kan een hele lange zandweg langs de kust nemen, maar kies voor de hoofdweg iets meer landinwaarts, om wat meer kilometers te kunnen maken. Bovendien zijn daar af en toe tankstations, plekken waar ik mensen kan ontmoeten. Even sociaal bijtanken zeg maar. Bij mijn eerste stop al gelijk gekletst met een motorstel. De cruiser trekt altijd bekijks en daardoor heb je snel contact. Ik merk nu gelijk dat, waar ik net een beetje op dreef kwam met spaans, het portugees weer heel wat anders is. Veel kunnen hier ook nog wat spaans, maar wat zij zeggen versta ik geen moer van. Ze gebruiken heel veel tj-, dj- en zj-klanken. Mooi voorbeeld wat veel mensen wel kennen is ‘futbol’ dat je uitspreekt als ‘foetjebol’.

In Brazilie is het crisis en niet overal veilig zo hoor ik steeds. Daarom zal ik hier meestal op campings gaan staan. Er zijn er niet veel hier en ik moet kiezen tussen nu om 3 uur één te nemen of pas veel later. Ik kies voor het eerste  en het is ook nog een hele aangename plek. Een kilometer van de grote weg op een weidje met bomen en een waterplas. Helaas ben ik de enige. Ik kan wel genieten van de enorme hoeveelheid vogels. Papagaaien, plevieren, zwaluwen met hele lange staarten. Kuddes ibissen komen in V-vorm overgevlogen, zoals bij ons de ganzen. En onnoemelijk veel andere vogels die ik niet ken. De volgende ochtend laten ze zich allemaal horen, wat een reveil. Piep, priet, whoep, prrrt, kwak, krrraaah, ie-ie-ie, roehah.

Brazilie voelt gelijk heel anders. Het is een stuk warmer, misschien omdat ik nu meer landinwaarts ben. Even geen wind meer.

Het ochtendconcert is zoals verwacht. Ieder individu in de vogelwereld die iets betekent laat luidkeels van zich horen. Voor mij het mooiste wakker worden. Vanuit bed zie ik de zon opkomen.
Redelijk op tijd ga ik op pad. Als ik langs het huis rij om te betalen, kom ik de man al tegen. Ik moet 20 Reais (5 euro) afrekenen en geef hem 50, het kleinste biljet dat uit de pinautomaat kwam. Hij kijkt bedenkelijk naar het biljet en zegt dat hij geen wisselgeld heeft. Direct kijkt hij me met een glimlach aan en zegt dat ik dan niet hoef te betalen. Ik heb even de neiging om hem het biljet te geven, maar vind dat toch eigenlijk ook weer te veel. Ik bedank hem met één van de drie woorden portugees die ik ken en rij terug naar de weg. Jee, nog geen 7 euro wisselgeld in huis.

Aanvankelijk is de weg lang en recht, maar de velden staan deels onder water en het is vergeven van de vogels. Lepelaars, ooievaars en heel veel ander gepluimelte. Dan zie ik waarom de velden zo nat zijn. Er wordt hier rijst geteelt. Tja, dat wordt ook veel gegeten in Zuid-Amerika, maar ik zie het voor het eerst hier op de velden.
Dan wordt de weg alleen nog maar lang en recht en saai. En ik wil wel wat kilometers doen vandaag, ook omdat campings heel dun gezaaid zijn. Je kunt in Brazilie bij heel veel tankstations veilig staan maar dat vind ik echt een noodoplossing. Midden in de nacht komt er dan een vrachtwagen naast je staan die z’n motor nog een half uur laat draaien.
De camping die ik op het oog heb is bijna 500 km verderop. Met het tempo van 80 dat ik rij best een lange rit. Op bepaalde stukken mag je ook niet harder en ik heb zelden zoveel flitspalen gezien als hier. Elke 50 tot 100 kilometer stop ik bij een tankstation voor een koffie of een broodje te maken. Steevast komen er mensen op de cruiser af en bekijken hem. Ze vinden hem prachtig. Sommigen kunnen engels en dan kunnen we een beetje praten. Ik vind de Brazilianen uitermate vriendelijk tot nu toe. Hopelijk blijft dat zo.
Tegen het einde van de middag kom ik aan in Porto Allegre. Geen goede combinatie want het is spits en de stad, die veel groter blijkt te zijn dan ik dacht, kost met dit kruiptempo veel tijd om door te komen. Vermoeiend ook want ineens rijdt het weer, maar net zo plotseling staat het ook weer stil.
Na de stad wordt het heuvelig en de eerste aanwijzing dat ik in een gebied ben met veel duitse kolonisten is Novo Hamburgo. Ik kom dan in een heuvelig gebied waar ik de eerste fachwerkhuizen zie en daar is ook de camping. De eigenares spreekt ook nog duits, haar grootouders zijn hier ooit heen gekomen. Ze biedt aan dat ik ook eten kan bestellen. Geen gek idee, ik rammel. Voor nog geen 4 euro maakt ze steak en frites, rijst met bonen en ook nog salade. Koud biertje erbij, top.
De camping is prachtig en een oase van rust. Veel bomen en bamboe, benedenlangs stroomt een kabbelend beekje. Ik mag een plekje uitzoeken en keuze zat, ik ben de enige gast. Ook hier weer heel veel vogelzang in de avond.
De volgende ochtend is dat niet anders alleen tegen 9 uur stroomt de camping vol met auto's waar luidruchtige groepen mannen uit stappen. Gelukkig zijn het dagbezoekers want ik had net besloten om hier nog een dagje te blijven. Goede gelegenheid om te vragen of de eigenares mijn lakens wil wassen. Geen probleem.
Als ik terugkom van boodschappen in het dorp verderop staat er nog een camper en ik herken hem, want die zag ik al bij de grens. Het is een duits stel. Leuke mensen met wie ik de middag doorbreng. We eten samen en ik maak gintonics en cappuccinos. Zij zijn al vier jaar, met onderbreking, onderweg en het blijkt hun camper ook  inbeslaggenomen was door de douane. Ze zijn er nog redelijk mee weggekomen. Wel veel geld kwijt aan een advokaat en stress natuurlijk. Een ander, die ik ook ken van een FB-groepspagina, was in september een paar uur aangekomen na de beslaglegging en heeft 3 maanden moeten wachten tot zijn camper vrij kwam. Wat een drama. Volgens mijn buren is het nu gewoon weer mogelijk om te stallen in Uruguay, want de actie van de douane is door de rechter veroordeeld als niet wetmatig.

Het is zondag en het zou vandaag druk gaan worden op de camping en dus besluit ik maar te gaan. Dat was ik toch van plan, naar Gramado rijden. Een duits/zwitsers dorp hier in de buurt. Het bleek er erg druk te zijn, erg toeristisch en heel erg kitsch. De fachwerkhuizen zijn niet echt. Er zijn gewoon planken op de muren getimmerd zodat het wat lijkt. Dikke nep. En alsof het allemaal nog niet erg genoeg was, is het hele dorp ook al volledig in kerststemming. Overal klinkt James Last-achtige kerstellende. Ik ben blij dat ik niet genoeg muntjes had voor de volle 3 uur parkeertijd en maar anderhalf uur kon staan. Even boodschappen doen en dan weg hier. Dramado. Het enige wat ik wel heel gaaf vond zijn de chocoladepaleizen. Hele grote luxe winkels met alleen maar chocola.


 
Ik had op de iPad een leuke plek opgezocht aan een rivier. Daar is een camping en een wildplek. Kan ik dus terplekke nog kiezen. De weg erheen begint over asfalt en al snel komt er een tolpoort. Nog geen 3 kilometer erna moet ik de weg al weer af en kom ik op gravel. Maar dat gravel verandert weer in een keienpad, echt slecht. Na een tijdje ben ik het hevige gerammel zat en laat ik rondom een halve bar lucht uit de banden. Dat scheelt enorm, maar het blijft een rottig stuk weg en dan is 50 kilometer best lang. Ik had al gelezen dat je een doorwading moet doen. Daarvan heb ik er al veel gedaan, maar nog nooit zo lang. De rivier is enorm breed hier, zeker meer dan 100 meter. Diep is het niet en de cruiser loopt er easy-peasy doorheen.
 
Ik rij langs de camping die op het eilandje midden in de rivier zit en ga kijken bij de wildplek. Heel klein, heel scheef en heel erg prachtig qua uizicht. Een beetje klooien met de level-blokken, maar dan staat ie weer prachtig met de grote ramen naar de rivier. 

Ik maak een vluchtje met de drone, maar waar hij op de vorige camping al mee begon, wordt steeds erger. De besturings-app crashed voortdurend. Ik kan de drone gelukkig dan nog wel besturen, maar ik heb geen beeld meer en dat is heel lastig filmen. Ik moet kijken of ik daar een oplossing voor kan vinden. 

Ik blijf de hele volgende dag op dit mooie plekkie, maar ga aan het eind van de middag toch weer op pad. 40 kilometer verderop is een camping met internet en hij staat als prettig beschreven. En voor die 5 euro hoef je het niet te laten.

Inderdaad een aangename camping bij een boerderij. Er staat een tent met een jong braziliaans stel, beide spreken redelijk engels. Leuk om een beetje aanspraak te hebben. Ze dromen er van om te gaan overlanden dus ze zijn zeer geinteresseerd in de cruiser en de reizen die ik heb gemaakt. Hij laat zelfs een dik boek zien van een stel Braziliaanse overlanders. Als het internet van de camping het aanvankelijk niet doet maakt hij van zijn telefoon een hotspot en kan ik toch even internetten. Wat aardig. Later werkt het wel. Naast even chatten en bellen met Elize ga ik ook kijken wat ik kan doen aan het constant crashen van de drone-app. Ik kijk wat YouTube filmpjes en één er van lijkt de oplosing te hebben. Ik doe wat hij voorstelt om te doen en de volgende ochtend probeer ik hem uit. Yes hij lijkt stabiel te werken. Super.
De hele ochtend ben ik druk met foto’s en video’s verwerken en geniet in het zonnetje van koffie. Na de middag breek ik op, doe boodschappen en ga richting het park Serra Geral park waar een canyon is. Het is een korte rit over een matige weg met aan het einde een parkeerplaats. Eindelijk weer eens een hike maken. Hier heb ik geen enkele twijfel om de auto achter te laten. De wandeling gaat naar een uitzichtspunt en ik ben best onder de indruk. Ik heb al heel veel canyons gezien maar deze mag er ook wezen.


Terug bij de auto besluit ik op nog terug te gaan naar  een plek dichtbij waar een waterval in drie trappen van de kant gaat. Leuk voor en drone-opname. Na een aantal pogingen lukt aardig wat ik voor ogen had. En de app is nog steeds niet gecrashed. Wat ook een beetje spannend was is hoe de drone zou reageren als je een negatieve hoogte hebt. Ik start natuurlijk van de kant en daar begint hij met hoogte nul. Maar boven de afgrond hangend kan hij naar beneden, lager dan ik sta. Er gebeurt niets raars, Hij geeft gewoon aan -10, -20, of -100 het maakt niet uit.

In het park mag je niet kamperen maar net er buiten wel en er staan ook plekken in iOverlander. En hier vind ik het ook wel weer vertrouwd. Midden in de natuur, geen doorgaande weg. Het is hier volkomen stil. ’s Morgens rijdt er een auto langs en een half uur later een de andere kant op. Aflossing van de wacht op het rangerstation. Ik ga weer het park in want er was nog een andere wandeling naar een waterval. Het is maar een kwartiertje lopen en ik ga kijken of het de moeite waard is voor nog een dronevlucht. En dat is het, waanzinnig mooi hoe ook deze waterval zich in drie stappen in de diepte gooit. En super hoe je dat met de drone kunt vastleggen.

Ik rij door naar de hoofdparkeerplaats waar is gisteren ook was, vooral om een beetje mensen om me heen te zien en foto en video te verwerken. Het is redelijk druk en heb ook weer wat aanspraak. Dit park zit vast aan een ander park, ook met een canyon. Waarom niet één park, waarschijnlijk omdat de staatsgrens door beide parken loopt. Brazilie is volgens mij een federatie met staten net zoals de USA. Ik ben van Rio Grande do Sul naar Santa Catarina gegaan. Die laatste is de kleinste staat maar toch al bijna drie maal Nederland. Brazilie is in totaal 200 keer Nederland. Stel je dat eens voor.


Deze canyon is misschien nog mooier dan die van gisteren. Wat ook daaraan bijdraagt is dat er hier overal Aruacariabomen staan. Eerder heb ik al eens verteld hoe bijzonder deze bomen zijn. Ze waren er al toen hier dinosaurussen liepen. Samen met de kloof geven ze helemaal een Jurassic Park-achtig beeld. Schitterend. Ik zou graag hier vliegen maar durf het niet goed. Vanochtend iemand ontmoet die zei dat het niet mocht, maar we waren het er over eens dat als er geen bordjes staan, dan mag het. Toch? Dan zie ik iemand anders met een doos lopen waar precies een Phantom in zou passen en in het voorbijgaan zie ik ook vaag DJI op de kant staan. Later hoor ik hem ook. Okee, dan haal ik de mijne ook. Ik vlieg de accu helemaal leeg. Dan naar een plek een paar kilometer buiten het park waar ik kan wildkamperen. Het is naast het oude rangerstation dat in verval is. Er hebben hier al meer overlanders gestaan en ik wil morgenochtend nog een keer vliegen.

Als ik wakker wordt waait het behoorlijk. Ik kijk het nog even aan tijdens ontbijt en koffie, maar het wordt niet beter. Onder deze omstandigheden ga ik niet vliegen. Wat zo’n wind in de canyon doet is volkomen onvoorspelbaar voor mij. Too risky. Ik ga verder.

vrijdag 8 december 2017

22




Tweede etappe van de grote Zuid-Amerikareis. Na 7 maanden terug in Nederland te zijn geweest, van voorjaar en zomer te hebben genoten en weer een beetje geld te hebben verdiend, is het weer tijd voor een nieuwe tocht met de cruiser. Dit keer ga ik vijf maanden waarvan de eerste helft alleen. Elize wordt oma in december en wil daar natuurlijk bij zijn. Ik had het ook wel willen meemaken, maar mijn drang om te reizen is toch groter. Elize zal half februari instappen, waarschijnlijk in Santiago.
Ik vind het altijd leuk om een route uit te stippelen en soms moet dat ook, in verband met de seizoenen. Zo was is deze keer graag naar de Pantanal gegaan, maar het is dan volop regentijd. Dat betekent dat de meeste wegen compleet onder water komen te staan en het is vergeven van de muggen. Volgende keer dus maar.

Het plan is nu grofweg eerst langst de kust van Uruguay omhoog naar zuiden van Brazilie. Dan oostwaarts naar de Iguazu watervallen, verreweg de meest indrukwekkende van de wereld. Dan ga ik kerst in Paraguay op een overlandercamping doorbrengen. Misschien tref ik Ralf en Janneke daar. Een brabants stel dat we in Chili al een keer tegenkwamen. Dan door naar het noodwesten van Argentinië, waar ik hoop een plekje langs de Dakar-rally te vinden. Ruim tijd nemen voor de Altiplano, de hoogvlakte aan de oostkant van de Andes, hopende dat ik niet al te veel last krijg van hoogteziekte. Boven de 3000 merk ik het al en de Altiplano gaat daar ver boven, op sommige plekken boven de 5500 meter. De cruiser zal dan net zo naar adem snakken als ik, denk ik.


Dan, kronkelend door de Argentijnse Andes, afzakken naar het punt waar we vorige reis zijn opgehouden en terug reden naar Montevideo, om daar de grens met Chili over te gaan en weer omhoog naar Santiago. Dan helemaal naar het noorden van Chili, Bolivia in en terug naar onze basis.
Het plan is maar een plan en zoals altijd is er genoeg ruimte om aan te passen, bijvoorbeeld omdat je leuke mensen tegenkomt met wie je een tijdje optrekt. We zullen het zien. Ik heb er in ieder geval veel zin in.

De goedkoopste vlucht die ik kon boeken was een dagvlucht naar Rio, daar overnachten en de volgende dag verder naar Montevideo. Het hotel bevindt zich in de terminal dus ik zou niet door de immigration hoeven. Alleen zag ik nergens iets staan en toen was daar toch ineens de paspoortcontrole. Ik vroeg of het wel goed was maar de beambte verzekerde mij dat ik eerst door de controle moest. Daar voorbij kwam de bagageband en de uitgang van het vliegveld. Toen ik weer iemand vroeg, zei die dat het hotel inderdaad vóór de immigration was, maar dat ik nu niet meer terug kon. Ik moest buiten maar ergens een hotel zoeken. Nee he. Ik zei dat ik al een boarding pas had, toen kon ik wel weer binnen de terminal komen. Helemaal omlopen en weer door de pascontrole, uitleggend waarom ik na een half uur weer uitgestempeld moest worden.
Toen ik eindelijk bij de balie van het hotel stond, helemaal bezweet want de airco op het vliegveld deed het niet, kwam de volgende uitdaging. Of ik 3, 6 of 9 uur wilde. Hoezo?? Ik heb gewoon een nacht geboekt. Dat kon ik ook laten zien op mijn reservering. Bij hun stond dat in het systeem als 3 uur. Manager er bij gehaald, wat heen en weer gediscussieer. Ik heb uiteindelijk de hele nacht gekregen voor de prijs van 6 uur. Alle drankjes en eten was dan ook inbegrepen. Prima deal en ik kon eindelijk van een warme douche en languit liggen genieten.

Na nog een vlucht van drie uur en een hele snelle doorloop van paspoortcontrole en bagage, staat Jan me al op te wachten. Goed om hem, Marieke en hun plek weer te zien. En natuurlijk heel goed om de cruiser weer te zien. Zo te zien in de staat waarin ik hem heb achtergelaten. Na wat bijkletsen ga ik kijken hoe het met de accu’s is. Ik sluit de kabels weer aan, waarbij normaal altijd wel een klein vonkje is. Niets. Ik draai de sleutel om in  het contact. Niets. Helemaal niets. Hmmm. Dan realiseer ik me dat ik een kill-switch heb geintalleerd. Een knop die in uit-stand de auto helemaal uit zet qua stroom. Ik zet de schakelaar om en de lampjes floepen aan. Het voltmetertje in de sigarenaansteker geeft 25,3 volt aan. Fantastisch, geen verlies. Wauw, ik ben wederom onder de indruk van de Yellowtop accus. 

 
Dan, starten. De startmotor trekt de motor een paar keer rond en schiet dan in een vrijloop. Da’s niet goed. Elke poging daarna heeft hetzelfde resultaat. Er zit iets vast in de startmotor waardoor hij de grote motor niet aanjaagt. We proberen het met wat klappen op de startmotor met een stuk hout. Niks. De volgende dag belt Jan met een bevriende monteur en die zegt dat je lang door moet straten en tegelijkertijd blijven tikken met hamer en hout op de startmotor. Het duurt even maar dan schiet hij in de goede stand en slaat de motor aan. Dikke zwarte rookwolk, maar dan vrijwel gelijk een prachtig soepel lopende motor. Geen haperingen, zelfs stationair loopt hij gelijk supermooi. Wat een geweldenaar dat HZ1-blok. Heeft me nog nooit teleurgesteld in al die jaren. We rijden gelijk even een rondje. Alles loopt goed, alles doet het. Yeah.
De komende dagen blijf ik bij Jan en Marieke. Er is ook een jong Pools stel, Jacek en Dominica. Leuke mensen die al op vroege leeftijd de kans pakken om de wereld te zien. Hun Landcruiser Prado komt vrijdag in de haven aan. Ze werken als workaways bij Jan en Marieke. Vijf uurtjes werken voor kost en inwoning. Ik ga dat ook doen de komende dagen. 


Jan heeft een nieuwe overkapte BBQ-plek gemaakt en ik help hem met de prachtige old-style dakrand met plankjes. Prachtig hoe deze plek steeds mooier en uitgebreider wordt. Zoiets had ik ook altijd al eens willen doen. Ergens een plek opzetten met wat beesten, eigen groente in de tuin, verse eieren, fruit en plek bieden voor reizigers. Huisje verhuren of kamperen. Ik denk wel dat ik de duizendpoot ben die zo’n plek vergt. Alleen zelf langere periodes reizen kan dan niet, dus dat is lastig. Misschien over een paar jaar, mocht ik ooit het gevoel krijgen dat ik genoeg heb gezien van de wereld en de kans zich voordoet.



De dagen verlopen heel aangenaam. We zij allemaal lekker bezig, we eten samen, drinken samen, af en toe maak ik cappuccino’s. Op vrijdag halen Jasek en Dominica hun auto uit de haven en beginnen aan de grote schoonmaak, na hun trip van anderhalf jaar door Afrika. Jacek is een getalenteerd filmer en editor. Hij laat filmpjes zien die vooral met een drone zijn gemaakt en die hij heeft verkocht aan de lodges waar hij ze filmde. Geweldig.
Ik besluit maandag te vertrekken. Ik ben zes dagen hier geweest en wil nu op pad. Het is niet makkelijk om mezelf uit de aangename sfeer bij Jan en Marieke te trekken. Ik had ook zo nog een paar weken kunnen blijven, maar ik ben hier natuurlijk om een rondreis te maken.
Normaal gesproken kom ik ook weer terug hier, maar de grote onzekerheid over auto stallen in Uruguay lijkt een slechte uitkomst te hebben gekregen. Twee maanden terug zijn tientallen overlander-auto’s die gestald stonden, in beslag genomen door de douane. Lang was onduidelijk waarom en eigenlijk nog steeds. Na een paar rechtzaken zijn de auto’s eindelijk weer vrijgegeven, maar kennelijk mag je nu niet meer het land verlaten zonder auto. Als dat zo blijft, is dat wel een tegenvaller. Het betekent dat ik op zoek moet naar een alternatief, Argentinie geeft acht maanden tijdelijke import zonder de beperking van uitreizen zonder auto. Misschien kan Brazilie ook, kan ik binnenkort vragen aan Ralf en Janneke, die ik waarschijnlijk weer ga ontmoeten met kerst.

Maandag, na nog wat rommelen en inkopen doen, ga ik rijden. Ik volg de kustlijn eerst naar het oosten en zal dan in noordwaartse richting naar Brazilie rijden. Ik wil daar o.a. wat canyons en een stukje van het overgebleven Atlantische kustwoud bekijken. Dat is anders dan het Amazonewoud en er is nog maar 5 % van over. Maar eerst dit deel van Uruguay. De grote weg naar het oosten is behoorlijk saai en pas in de buurt van Punta del Este loopt hij meer langs zee. Ik bekijk Casapueblo, een enorm hotel dat een beetje in Gaudi-stijl is gebouwd.

Punta del Este is het Marbella van Uruguay. De rijken vertoeven hier en niet alleen uit Uruguay. Veel Argentijnen hebben hier een appartement of huis aan zee. Ik rij er helemaal doorheen en vind er niet veel aan. Ergens steekt en hele grote hand uit het zand, dé plek voor vakantiekiekjes. Kan ik afvinken. 

Verderop aan de kust ligt het nog sjiekere Jose Ignacio. Hier ie je tenminste nog wat mooie architectuur in de kusthuizen. Eentje springt er echt uit voor mij. Hier zou ik wel aan kunnen wennen.

Eind van de middag vind ik een plek in de duinen met zicht op zee. De twee vissers vertrekken even later en heb ik het rijk alleen.
Jasek heeft nog even 100 films op mijn nieuwe USB-stick gezet , dus ik kan even vooruit. Ik moet mezelf toch een beetje zien te vermaken. Ik mis mijn maatje en moet echt even wennen aan het alleen zijn. Hopelijk wordt dat beter en tref ik ook leuke mensen.

Onderweg zou ik een ferry moeten nemen, had ik toevallig Chris Zeegers nog zien doen in een oude 3-op-reis, maar inmiddels is die vervangen door een brug en wel een met een afwijkende vorm. De brug heeft de vorm van een cirkel. Ik kan niet bedenken wat de functie hiervan is. Voor de lol dus. Bovenaanzicht is natuurlijk het mooist.

In Cabo Colonia, een park met onder andere veel zeeleeuwen, moet ik de auto parkeren en verder met een tourtje. Geen zin in, zeeleeuwen genoeg gezien in mijn leven en ik vind het ook niet de boeiendste dieren. Verder dus maar. In Agua Dulces is een goede overnachtingsplek, maar die heeft helemaal geen uitzicht en het waait er ook nogal en dus….maar weer verder.
De plek die iOverlander aangeeft in Punta Diabolo geeft hoop. In een deel buiten het dorp staan in de duinen allemaal stukjes land te koop, maar er is nog niets gebouwd. Ik vind een prachtige plek met uitzicht en de wind is ook minder hier. Ik rij nog even terug naar het dorp om wat inkopen te doen. Dit is het eerste dorp langs de kust wat niet volledig is uitgestorven. Voor de rest zijn het allemaal vakantiehuisjesdorpen en de vakantie begint pas met kerst. Als ik terugkom is de plek bezet, waarschijnlijk een stelletje. Even verderop is een net zo mooie plek, maar dan moet ik wel even door het mulle zand tegen een duin omhoog zien te komen. Even kijken of ik het nog kan. Aanloopje op de weg, schakelen naar z’n twee en vol gas omhoog. Yep, no problems here.



De volle maan komt recht voor me op als een vaag gloeiende gele bol boven de zee. De branding verderop ruist me in slaap.
Ik vind Diabolo leuk genoeg om nog een dagje te blijven. Na een ontbijtje rij ik weer terug naar het dorp, even wat mensen zien. Helaas om negen uur ’s morgens is er nog bijna niemand up and about. Ach ja, hippiedorp. Ik ga dan maar eens kijken in het nabijgelegen Santa Teresa Nationaal Park. Koffie drinken en de foto’s en video’s uit alle cameras trekken. Ineens kwam er een vette varaan langs de auto. Mooi beest.

Later nog een rit gemaakt door de rest van het park waar ook nog een fort is gebouwd door de Portugezen en later over genomen door de Spanjaarden. De vorm van het fort komt overeen met die van Bourtange. Apart ja. Ik laat mijn digitale vogel nog even op om die vorm van bovenaf te schieten.

Voor koken en eten keer ik weer terug naar het dorp, waar nu wel wat leven op straat is. Toen ik door de hoofdstraat reed, een zandpad, werd ik aangesproken door een Nederlander die hier naar eigen zeggen een hutje op het strand heeft. Zijn voorkomen deed me vermoeden dat het vast een luxe hutje is. Helaas moest ik vanwege achterop komend verkeer doorrijden. Iets verderop kon ik parkeren om eten te koken, maar ik heb hem niet meer gezien. De nacht weer doorgebracht op het mooie plekje buiten het dorp. 

Volgende blog: Brazilie.

zaterdag 1 april 2017

21

 

De campings in het NP Conguillo zijn al gesloten en dat betekent dat we er gratis kunnen staan. We vinden er een waar de kranen nog lopen en de wc’s nog open zijn. De volgende ochtend is het uitstekend weer om een wandeling te doen. De tocht naar de Mirador Sierra Nevada geldt als een van de mooiste van Chili. Het loopt heerlijk zo in de ochtendzon en ook omdat het niet zo steil omhoog is als de meeste tochten die ik gedaan heb. Ik kom onderweg door een bos met enorme bomen, een gedeelte met de prachtige araucariabomen en bovenin vooral struikgewas. Het uitzicht aan het eind is fenomenaal. Je ziet de Llaima vulkaan met zijn spiegeling in het meer beneden en rondom heuvels met araucaria’s. 

 

Als ik weer afdaal kom ik een nederlands stel tegen waar ik een tijdje mee klets. Alwin en Annemieke zijn 10 weken met een huurcamper onderweg. Ik ben ik blij dat ik vroeg ben gegaan, want de zon brandt nu heftig. Beneden maak ik een bushdouche, waarna we verkassen naar en plek aan het meer, waar de twee nederlanders ook staan. De volgende ochtend geeft de ochtendnevel het meer een mysterieuze sluier.

 

We gaan via de andere kant, in het noorden het park uit en onderweg is er een naar metaal-klappergeluid te horen vooral als ik door kuilen rij. Ik heb altijd een oor openstaan voor dit soort geluiden en ik wil altijd weten wat het is. Vroeg erbij zijn kan voorkomen dat een klein probleem groot wordt. Na wat checks kom ik er achter dat de schokbreker bovenin los zit, waardoor hij een staal-op-staal geluid produceert. Sleutel 17 brengt uitkomst. Een paar slagen en de boel zit weer vast. Weg geluid, rust in de kop.
We doen nog Caracautin aan, waar we ons laatste chileense geld omzetten in booschappen en diesel. Met beide tanks vol, zo’n 200 liter, besparen we aardig op brandstofkosten want in Argentinie is het zo’n 40 cent per liter duurder….inderdaad, 80 euro verschil.
We vinden weer een mooie rustige plek, onze laatste in Chili. Dan richting de grens. De chileense kant is helemaal nieuw en ze hebben moderne apparatuur zoals een paspoortscanner. We zijn er zo klaar en ook aan de argentijnse kant geen probleem en we zijn vlot weer op weg. Terug aan de andere kant van de Andes en we komen precies daar Argentinie binnen op het noordelijkste punt van onze toer door het merengebied, eind november. We lunchen nog even aan het Lago Aluminé en rijden dan door naar een riviertje iets noordelijker. Een superplekje weer. We kunnen zwemmen in het verfrissende water en staan onder de araucaria’s.


Dan moeten we maar eens serieus beginnen met de oversteek terug richting Buenos Aires. We moeten nog ruim 1200 kilometer doen en verdelen het in stukken van 400 km. Dat is genoeg per dag met de cruiser. Ik rij meestal 80 a 90, bij hogere snelheid gaat ie zuipen.
Zo komen we de eerste stop voorbij Neuquen, uitspraak neukén, in General Roca, weliswaar vlak voor het donker wordt. Het is zondagavond en de uittocht van dagjesmensen is bijna voltooid. Een half uur later is de plek bijna helemaal voor ons.
De volgende dag weer zo’n saai stuk door de eindeloze pampa, maar we vinden wel een mooi natuurparkje aan het einde van de dag. We kunnen er ook mooi op de camping staan, zodat we ’s nachts het vrachtverkeer niet horen.
De volgende dag maken we nog een rondrit door het kleine park, waar naar verluid zelfs nog poema’s rondlopen. Het hele park doet erg aan Afrika denken. Zandwegen en acacia’s, alleen het grote wild ontbreekt.
Aan het eind van de derde lange rijdag trakteren we onszelf op een echte betaalde camping met hete douche. De eerste camping na bijna 60 dagen wild kamperen. De hele grote camping is verder totaal verlaten, maar toch een aangenaam verblijf. We komen nu in de buurt want we zijn minder dan 100 kilometer van Buenos Aires.
Het zijn vooral tolwegen rond de grote stad maar over het algemeen schiet je dan wel lekker op. We zoeken een tijdje naar een parkeerplaats bij de Recoleta begraafplaats en vinden er één die, waar we later achter komen, precies aan de andere kant van de muur staat, waar Eva Peron begraven ligt. 


De begraafplaats is een indrukwekkend geheel van straten en pleintjes waaraan de mausoleums liggen. Sommige redelijk ingetogen andere heel protserig. Je treft ze ook aan in alle staten van onderhoud, of juist het gebrek er aan. Opvallend is de rust die hier heerst. De hoge muren houden heel veel stadsgeluid buiten, een oase.

 
Dan gaan we maar eens op zoek naar de overnachtingsplek in het oude havengebied die in iOverlander staat. Het is zes kilometer door de stad, maar door de spits doen we ruim een uur over, loopsnelheid dus. De straat die staat aangegeven is in een park waar rondom dure woontorens staan. Er is genoeg parkkeerruimte en het lijkt allemaal okee. Niet teveel verkeer en er lopen joggers rond in het goed verlichte park, ook vrouwen alleen, wat een maatstaf is voor de veiligheid. Het voelt dus goed en hier gaan we staan. 


Als we door de stad wandelen komen we op Plaza de Mayo, waar al jarenlang de dwaze moeders komen demonstreren omdat ze willen weten wat er met hun kind is gebeurd. Eind jaren 70 zijn er zo’n 30000 mensen verdwenen. Iedereen die verdacht werd van een mening tegen de dictatuur werd opgepakt, gemarteld en veel werden vanuit helicopters en vliegtuigen in de Rio Plata gegooid. Die is 50 kilometer breed en er werd niets van ze terug gevonden. Juist vandaag is het herdenkingsdag van de slachtoffers en rond het plein is het een drukte met kraampjes, drumbands, en een hele lange banier met alle foto’s van de slachtoffers. Heel indrukwekkend om zo langs al die veelal jonge gezichten te lopen die zo vreselijk aan hun eind zijn gekomen. 

 

In de middag lopen we naar de wijk San Telmo, niet ver van waar de cruiser staat. Al snel belandden we op een supergezellig pleintje met kraampjes, terrasjes en er wordt tango gedanst. Ik kan enorm genieten van dit prachtige geheel van stijl, passie, techniek en elegantie. En het danseressenlichaam zit altijd in een buitengewoon sexy jurk met eronder hoge hakken. 


We vinden het altijd leuk om met zo’n open citybus een rondje stad te doen. Zo kom je in leuke wijkjes en uithoeken die je anders niet gauw ziet. Ook dat je overal kunt uit- en instappen is goed. Er zijn hier in Buenos Aires twee rondjes en je kunt van de ene in de andere overstappen. Na een aantal haltes stappen we uit om op het andere rondje verder te gaan. Er komt een bus en we stappen in. Ik heb mijn iPad bij me en die leg ik even neer om mijn ticket te laten zien, als we er ineens achter komen dat we in de verkeerde bus zitten. Deze maakt hetzelfde rondje als waar we zijn uitgestapt. De bus stopt en we lopen terug. Dan kom ik er achter dat ik mijn iPad in de wegrijdende bus heb laten liggen. Ik zie de bus nog in de verte voor het stoplicht staan. Die kunnen soms heel lang op rood staan hier en ik begin nog een sprintje, maar dan trekt hij toch op. Shit, iPad weg. Het lijkt ons dan het beste om in de volgende bus te stappen, zodat er mogelijk contact kan worden gemaakt met de andere bus. De host doet gelijk een groepsappje naar alle andere hosts en dan is het een tijdje ‘fingers crossed’. Net als we denken dat het al te lang duurt voor een reactie, komt hij boven om te zeggen dat hij gevonden is. De iPad kunnen we ophalen op halte 0, tevens de ticket-office. Daar zijn we in een paar haltes en heb ik het ding terug. Pffff. We kunnen vanaf nu weer genieten van de rit.

 

In de wijk Boca stappen we uit en lopen wat door de gezellige straatjes. We doen een terrasje en omdat we wel trek hebben bestellen we een bordje friet en een allebei drankje. De patat is niet echt lekker, maar de rekening van 25 euro ervoor geeft een nog viezere nasmaak. Oplichters, ook al was er ook een tangoshow.
We lopen terug via San Telmo waar we op ons terrasje van gisteren nog een drankje doen en een tango bekijken.

 
’s Morgens gaan we naar de kantoren van de twee ferrybedrijven om te kijken welke boten we kunnen nemen en voor welke prijs. Buquebus is altijd duur en vraagt 240 US$. Colonia Express wil 217 maar heeft een aanbieding als we de avondboot nemen, 137 US$. Elize wil graag met de ochtendboot direkt overvaren, maar ik vind die 80 dollar extra gewoon weggegooid geld. We hebben geen haast en kunnen ons nog wel een paar uurtjes extra vermaken hier in Buenos Aires. We doen even onze eigen dingen. Elize gaat naar het Eva Perron museum en ik ga de route rijden die de touristenbus doet en die wij gemist hebben door het iPad-debacle. Het is zondag en niet erg druk verkeer, anders zou ik geen rit voor de lol door deze stad doen. 

 
Laat in de middag checken we in op de ferryterminal en alles verloopt heel gladjes. Ook hier worden we niet alleen Argentinië uitgestempeld, maar gelijk ook Uruguay in. Buenos Aires wuift ons uit met een schitterende zonsondergang achter zijn skyline. Gracias Argentina, het was een genoegen en….hasta la proxima vez.



In Colonia de Sacramento rij ik van het schip. Een bootsman zegt eerst dat ik rustig over de rijbrug moet gaan, waarna hij het teken ‘gaan’ geeft. Dan een vreselijk geluid, het dak raakt toch de onderkant van de rijbrug. Gelukkig geen schade, een moer van de rijplaten op het dak heeft het het geraakt. De klankkast van de camper heeft het geluid wat overdreven. Wel even schrikken. Nu moet alleen nog de auto ingeklaard worden. De zeer aardige douanier handelt het weer vlot af. 

 
Het is donker, maar we rijden feilloos naar onze slaapplek, dezelfde als bijna zes maanden geleden. Mooie plek op een grasveldje naast de antieke stadsmuur. Colonia is het oudste stadje van Uruguay en heeft een mooi oud centrum, straten met kinderkopjes en oude huisjes. Het is daarom ook toeristisch en er komen af en toe toerbussen. Daardoor is het er ook gezellig met veel terrasjes. We eten hier een lekkere paëlla. We blijven nog een extra nacht en bekijken het allemaal nog eens de volgende dag.
Dan de laatste rit, naar ons adres van het nederlandse stel dat zich in Uruguay gevestigd heeft. Jan en Marieke wonen prachtig op het platteland net buiten Montevideo en bieden logies en camping aan. Het klikt gelijk en we voelen ons hier thuis, Elize niet in de laaste plaats omdat het ook nog tukkers zijn. Het voelt goed om de cruiser hier voor een tijd te stallen. We zijn de twee volgende dagen bezig alles klaar te maken voor onze terugvlucht. Onze reis van een half jaar is, bijna ongelooflijk voor ons, al weer om. De tijd is gevlogen, maar wat hebben we genoten van de vele schitterende dingen die we hebben gezien. Ik ben ook altijd blij dat alles goed is gegaan. Geen ongeluk, geen ziekte, geen grote pech onderweg, geen slecht nieuws van het thuisfront.



Even wat cijfers van onze reis. We zijn 176 dagen op reis geweest, waarvan de eerste 11 dagen in hotels in Montevideo omdat de auto vertraagd is aangekomen. Aan die 11 redelijk goedkope hotelnachten hebben we twee maal zoveel uitgegeven als aan alle overnachtingen in 165 dagen erna, de 26 campingovernachtingen. De andere 139 dagen hebben we in het wild gekampeerd. De laatste twee maanden hebben we helemaal niet meer op een camping gestaan. We hebben 15500 kilometer gereden, plm 85  km gemiddeld per dag en daarmee 2000 liter diesel verstookt. Dat kostte ongeveer 1800 euro, een tientje per dag gemiddeld. Je hoeft hier niet veel te rijden om weer op een hele mooie plek te komen. Niet zelden werd een koffieplekje na een uur rijden, de standplaats voor twee nachten.
Een karretje boodschappen kost ongeveer hetzelfde als in Nederland. Al met al komt het er op neer dat je in Chili en Argentinië, in ieder geval in het zuiden van die twee landen, de reis van je leven kunt maken voor een heel schappelijk budget. Ik zeg wel eens: thuis bliijven is duurder. 
Oja en met rummicub heb ik 141 van de 209 spelletjes gewonnen ;-P