dinsdag 12 juli 2022


57

De repatriëring van mijn OverLandCruiser. 

 

In november 2019 liet ik mijn Toyota achter in Frans Guyana, om een paar maanden naar huis te gaan en later de reisdraad weer op te pikken. Ik had met veel moeite een plekje gevonden in iemands tuin nabij Kourou, voor een paar maanden een prima plek. Toen kwam corona en Frans Guyana ging volledig op slot. En tegen mijn verwachting bleef het ook het langst op slot van alle landen van Zuid-Amerika. Aanvankelijk zorgde Sebastien, de eigenaar van de tuin best goed voor de cruiser. Af en toe werd er gelucht en hij reed er wel eens een stukje mee. Maar de bereidwilligheid om een beetje voor de auto te zorgen, werd steeds minder. En ook het contact werd steeds spaarzamer. Soms kreeg ik nauwelijks of heel veel later antwoord als ik hem appte. Ik kon daar slecht mee om gaan. Het frustreerde me enorm dat de cruiser meer en meer prooi van de omliggende jungle en het bijbehorende klimaat werd. Het werd tweeeneenhalf jaar, voor ik mijn cruiser voor het eerst weer zag. Pas in april dit jaar ging Guyana pas weer open, hoewel diverse overheidswebsites elkaar daarover volkomen tegen spraken. Pas toen ik Parijs in het vliegtuig werd toegelaten was ik er pas een beetje gerust op dat het goed zou komen.


Toen ik hem voor het eerst weer zag, zat hij van buiten helemaal onder de groene algen en binnen was het net een schimmelkwekerij. De koppeling was kapot en ook startte hij inmiddels niet meer. Plus nog wat andere problemen. 

Via-via in whatsapp had ik Emile, een monteur, leren kennen die met mij meeging naar Kourou. Als een ware bushmonteur wist hij alles ter plekke te repareren en kon de cruiser zelfstandig de 70 km naar Matoury, een plaatsje onder de hoofdstad Cayenne (bekend van de peper en de Porsche), rijden. Daar op het terrein van Emile is er nog veel aan de auto gedaan waaronder een complete schoonmaak. Voor deze missie had ik een week uitgetrokken en ik kon tevreden weer naar huis vliegen. Ik had de boel weer meer in eigen handen. 


In de erop volgende periode van 2 maanden heb ik geprobeerd om in Frans Guyana een verscheper te vinden, hetgeen niet is gelukt. Meer dan 10 heb ik er geprobeerd maar liep overal tegen een muur van onwil. Ik heb er toen voor gekozen om met de cruiser naar Paramaribo te rijden en hem vanaf daar te verschepen. Van verschillende kanten kwam Integra Shipping in Paramaribo als goed naar voren en het contact was gelijk heel goed. Ik vond vervoer met container wel duur en we bekeken ook de optie voor RoRo verscheping. RoRo is niet alleen goedkoper maar ook makkelijker. Je rijdt de auto naar de haven en geeft de sleutel af. Maar de RoRo vervoerder had logistieke problemen en viel daarom af. 


Voor een container moet ik heel wat doen voor hij er in past. Zonnepaneel en nog wat andere zaken van dak halen en de lierbumper demonteren. En dan is het nog spannend of hij er in past, vooral wat betreft de hoogte. Het gaat erom spannen of lucht aflaten van de banden genoeg is of dat ik de achterwielen moet vervangen door lege velgen. Om voorbereid te zijn heb ik daartoe een velg meegenomen van thuis. Mijn garageman thuis had nog wel wat oude wielen staan en daarvan heb ik er van een de band afgehaald. En hoewel de velg alleen al meer dan 10 kilo weegt heb ik hem toch in mijn handbagage meegenomen. Met mijn andere spullen, waaronder ook twee werkschoenen met stalen neuzen, verplicht in havengebied, zat ik op 17 kilo. Dat is meer dan de toegestane 12 maar handbagage wordt nooit gewogen. Ik heb dit gedaan omdat vorige keer mijn bagage in Parijs was zoekgeraakt. Pas een paar dagen later kreeg ik mijn pakket met allerlei essentiële onderdelen. Dat is maar net goed gegaan. 


Wat deze keer ook maar net is goed gegaan, is mijn vlucht. Een dag voor vertrek werd ‘even’ mijn vlucht naar Parijs gecanceld. Dit vanwege de totale post-coronachaos op Schiphol. Ik hing binnen een paar seconden aan de telefoon om een andere vlucht te krijgen. Ik kreeg 1 van de 3 laatste vrije stoelen van een vlucht eerder. Pff. 

Dat betekende om half vier ‘s ochtends naar Schiphol rijden om daar in de enorm lange rij te gaan staan voor de security check. Die rij was wel een kilometer lang denk ik. Na anderhalf uur schuifelen was ik eindelijk aan de beurt. Beetje spannend of ze het geen rare tas vinden met die velg, maar ging allemaal goed. Het was alleen geen pretje met die zware tas zo lang in de rij. Door alle misère op Schiphol had onze vlucht nog flinke vertraging, maar voor mij maakte dat niet uit. Ik had een flinke overstaptijd in Parijs. Daar was het ook nog even spannend want er waren net stakingen uitgebroken en een twee van de vier landingsbanen waren uitgevallen en daardoor ook veel vluchten. Maar dat ging goed. Ben deze keer nergens gecheckt voor Coronapapieren en dat terwijl er nog steeds officiële sites zijn te vinden, waar het eerdere zeer strenge toegangsbeleid nog steeds te lezen is. Fransen! Nog een gelukkie was dat de jongen die naast me ging zitten een stoel naar achteren ging en naast zijn maat plaats nam. Lekker twee stoelen voor mij. Maakt wel een verschil op zo’n lange vlucht. 


Emile, de monteur, haalt mij op van het vliegveld. Mijn plan was aanvankelijk om bij hem de cruiser op te halen en gelijk de volgende ochtend naar de grens te rijden. Echter, ik wacht nog steeds op mijn E-tourist card voor toegang tot Suriname. Een ingewikkeld systeem online op een slecht functionerende website met een wachttijd van 3 dagen. Ik kreeg na twee dagen het verzoek om mijn gehele ticket up te loaden. Ik had namelijk alleen het retourgedeelte meegestuurd. Mij leek het dat mijn heenvlucht naar Cayenne alleen maar voor verwarring zou zorgen. Ik heb gelijk gedaan wat ze vroegen met mijn hele verhaal erbij, dat ik met eigen camper de landsgrens over wil en dan terug vlieg. Om dan weer te voorkomen dat ze gaan denken dat ik mijn auto wil achterlaten in Suriname heb ik zelfs mijn boeking van de verscheping mee gezonden. Ik had al wel het gevoel dat het zo zou gaan, want nergens kon ik de optie kiezen dat ik over land Suriname zou binnen komen. Er stond expliciet dat ze een ticket met in- en uitreis wilden zien. Ik gokte dat ze alleen geïnteresseerd zouden zijn in de retourreis. In het ergste geval kan ik nog een card halen bij het consulaat in St Laurent de Maroni. Alleen kwam ik er achter dat die in het weekend dicht zijn. En later kwam ik er ook nog achter dat het pontje over de Marowijne rivier in het weekend ook niet vaart. En het is weekend. 


Al met al heb ik dus geen haast meer en heb ik nog een nacht bijgeboekt in mijn hotel in Matoury. En voor de zondag nacht een kamer in St Laurent. Kan ik maandagochtend 

Eventueel naar het consulaat, hoewel ik natuurlijk hoop dat ik dan mijn bestelde en reeds betaalde card er eindelijk is. Het hele gedoe met de grens vind ik nog wel een beetje spannend. Hopen dat dat goed gaat. Ik heb me tot nu toe redelijk tussen alle problemen weten door te laveren.  Er dreigde ook nog een boerenprotest bij Schiphol. Dan ben je ook de Sjaak. 

Incheckcrisis, stakingen, blokkades, cancelingen, vertragingen, coronabeperkingen, het leven van een wereldreiziger is zwaar tegenwoordig. Door de nieuwe situatie laat ik me door Emile naar het hotel brengen, waar ik me laaf aan de weldaad van een douche en een echt bed. 


Ik besluit het weekend op te delen in een extra dag hier in mijn hotel in Matoury en de dag erna naar St Laurent te rijden. Op de parkeerplaats van het hotel zijn wat schaduwplekken wat enorm scheelt als je aan de slag moet. Ik haal alles van het dak, het zonnepaneel, het raamluik, de rijplaten en de windreflector aan de voorkant. Ook demonteer ik de lierbumper. Dat gaat nog niet zo makkelijk, twee bouten zitten behoorlijk vastgeroest. Uiteindelijk lukt het en zet ik hem weer terug. Zo heb ik straks geen verrassing in de haven. Ik kon steeds een uurtje wat doen en dan ben je moe in dit klimaat. Het deel van de poort waar de scharnieren van de camperdeur aan vast zitten is volkomen verrot en de deur valt er bijna uit. Ik heb daar wat noodreparaties kunnen doen en hij blijft nu net hangen als ik voorzichtig ben.


Zondag ga ik rijden. Ook weer een spannend deel want officieel ben ik niet verzekerd. Gelukkig is het rustig op de weg. 70 km voor St Laurent is volgens iOverlander een goede zwemplek. Het weggetje van 200 meter erheen is alleen voor 4X4. Als ik bij het riviertje aankom is er niemand, in tegenstelling tot een eerdere plek aan de weg waar het druk was. Ik kan even de tijd nemen hier want ik kan toch niet te vroeg aankomen. Mijn geboekte kamer mag ik pas op het absurd late 17:30u inchecken. Ik zwem een beetje en geniet van de rust hier. Even een fotootje versturen naar Elize. 

Ik ben nog op mijn telefoon bezig als er ineens een jonge knul staat. Hij ziet er vriendelijk uit en we kletsen wat. Als ik vraag waar hij vandaan kwam gelopen wijst hij achter mij. Als ik achterom kijk grist hij mijn telefoon uit de handen en sprint er van door. Ik ben kansloos voor een achtervolging, helemaal met mijn geblesseerde knie. Ik vloek het uit. Niet te geloven, mijn iPhone weg. Er schiet van alles door mij heen en het is allemaal slecht. Ik kan niet meer bellen, appen, navigeren, en noem maar op. Wat verschrikkelijk. En ook niet te geloven dat ik voor de tweede keer in Frans Guyana mijn telefoon verlies. De eerste keer twee maanden geleden als ik het zwembad in liep met telefoon in de zak. 


Ik pak mijn spullen en rij het laatste stuk naar St. Laurent. Zonder navigatie is het lastig mijn hotelkamer te vinden, maar dat lukt uiteindelijk wel. Althans dat denk ik. Op het opgegeven adres Rue Simon 20 wordt niet opengedaan. Ik rij wat rond en zie een terrasje bij de rivier. Ik vraag aan de vrouw die er werkt of ik hun wifi mag gebruiken. Met mijn laptop kan ik wat dingen regelen. Ik wis mijn iPhone op afstand (wist niet dat dat kon) en blokkeer mijn bank-apps. Met Messenger-videobellen kan ik mijn pech delen met Elize. 


Een tweede keer op Rue Simon 20 is er iemand maar die zegt dat dit niet is wat ik zoek. Hij is behoorlijk geïrriteerd en zegt dat ik de eigenaar moet bellen. Tja, bellen. Ik terug naar het terrasje waar ik een bericht stuur. Even later bericht terug dat ik op nummer 15 moet zijn. Ik zeg dat ik aan kom maar als er geen bel is en ik diverse keren roep is er geen antwoord. Jezus, wat is dit. Uiteindelijk zie ik een vrouw en dan de man, Sebastien. Ik heb slechte associaties bij die naam. De man en vrouw zijn net zo smoezelig als het appartement dat ik bestijg. Ik kom in een woonhuis en langzaam wordt het duidelijk dat ik hier bij hun in huis een kamer heb. De kamer is redelijk maar heeft geen airco, wat wel in de beschrijving stond. En het is een hele warme, vochtige dag. Dat wordt enorm zweten in bed en waarschijnlijk geen oog dicht. Hij heeft nog een kamer, met airco. Nou ja, kamer, meer een hok van 5 m2. Dit vond ik toen ik 25 was al vreselijk. Maar ik moet nu kiezen uit twee kwaden. De airco is van huiskamertype met slang naar buiten en maakt enorme herrie. Ik besluit toch het hok te kiezen wat daar is het relatief koel. En als je slaapt zie je niet hoe klein het is. 


Ik doe oordoppen in en die helpen goed, maar het wordt toch een onrustige, gebroken nacht. De beroving schiet constant in mijn gedachten. Na een karig ontbijt ga ik nog kort de discussie aan met de eigenaar dat 50 euro een absurde prijs is voor zo’n hok maar hij geeft niks toe. Ik richt me op andere zaken die voor vandaag belangrijk zijn. Ik heb nog steeds mijn E-tourist card niet en begin hem echt te knijpen en ga er vast heen om te kijken hoe laat hij vaart. ’s Morgens van 7 tot half 10 en ’s middags weer een paar keer. 


Dit is de zesde dag, terwijl ze 3 dagen hebben beloofd. En ik wil per sé de ferry naar de overkant nemen. Om negen uur sta ik klaar bij het consulaat voor plan B. Volgens een recent communiqué van de staat kun je nu ook aan de landsgrenzen de tourist card halen. De dame die pas om kwart over negen open doet weet van niks en kan dus niks doen. Ik zeg dat ik de aanvraag al heb gedaan en betaald heb. Ze zegt dat ik het er op kan wagen om zonder card over te steken en dan mijn betalingsbewijs te tonen. Ik race terug naar de haven om de laatste ferry van ochtend te halen. Die is al halverwege de rivier.

Half vier gaat pas de volgende en dat heeft te maken met eb en vloed. Tijdens eb is het water in de rivier te laag om in Suriname aan wal te komen. Vandaar dat gat van 6 uur. 


De vriendelijke ticketverkoper geeft me zijn wifi zodat ik ten minste even weer kan communiceren. Ik vraag Elize of ze de klantenservice wil bellen over mijn tourist card. Mij was dat eerder niet gelukt omdat het nummer op de webpagina niet klopte. Het nummer dat ik bij het consulaat kreeg had twee cijfers andersom. Elize krijgt contact en laat me weten dat ze niet kunnen zeggen wanneer ik hem nu krijg. Ze heeft aardig gepushed en gezegd dat ik al bij de ferry sta. Een half uur later komt er een mail binnen die identiek is aan de mail die ik kreeg toen ik mijn aanvraag had ingediend. Pfff. Zonder enige hoop log ik in om mijn status te kijken en zie tot mijn verbazing dat de card is toegewezen. Dit is goed, het tij lijkt gekeerd. 


Ik sta voor in de vooraan in de rij voor de ferry want ik laat nu niets meer aan het toeval over. De franse immigratie had mijn papieren goedgekeurd en door de vingers gezien dat ik geen APK heb. 

De ferry gaat wonderwel op tijd en onderweg kijk ik nog eens om naar Frans Guyana. Ik zal er geen goede herinneringen aan overhouden. Hoeveel moeite heeft het me alleen al gekost om hier weer weg te komen. En door alle problemen heb ik van de goede kanten ook niet kunnen genieten. Frans Guyana is bekend van de raketbasis van de ESA en van het gevangeniseiland uit de film Papillon. Mijn cruiser heeft er 2 en een half jaar onvoorwaardelijk gekregen. Waar mijn laatste echte reisblog uit 2019 nog de titel had ’Vive la France’, sluit ik nu af met het gevoel ‘Fuck la France’. 


Aan de andere kant ben ik de eerste om me te laten instempelen. Aan de overkant van de straat koop ik een verzekering die ook nodig is om mijn temporary import bewijs te krijgen. Binnen 20 minuten ben ik op weg naar Paramaribo. Er is gelukkig maar 1 grote weg dus ook zonder navigatie lukt dat. Het is een mooie middag en het lijkt nu echt of mijn pech is gekeerd. Het lukt zelfs om Paramaribo in daglicht te bereiken. De imposante Jules Wijdenbosbrug in een mooi welkom. Met gescreensavede googlemapsroutes op de laptop naast me, lukt het me aardig om mijn eindbestemming te bereiken. 


Het Kekemba resort. Een oase. Een mooie tuin met in het midden een zwembad en er omheen appartementen. Als ik de receptie nader hoor ik al iemand mijn naam zeggen. Ik loop naar eerste verdieping naar wat ik meer een huiskamer dan receptie zou noemen. Ik wordt warm onthaald en naar het appartement geleid. En dat is gigantisch, met woonkamer, slaapkamer, grote badkamer en keuken. Wat een luxe en wat een waanzinnig verschil met gisteren. En dat voor dezelfde prijs. Ik heb wel ongevraagd een upgrade gekregen van Booking. Ik neem even een duik in het heerlijke zwembad pal voor mijn deur en beloon mezelf met een koud Parbobiertje. Dit voelt even heel goed en kan dat online delen met Elize. 


De dinsdag ga ik naar Integra Marine, die de verscheping verzorgt en zie voor het eerst Svetlana met wie ik al weken mail en app. Ik moet drie documenten ondertekenen voor de douane. Dat had ik al online gedaan maar ze willen de origineel getekende stukken hebben en eigenlijk 3 dagen van te voren. Svetlana kan me niet zeggen of het goed komt, want woensdag wil ik de auto in de container rijden. 


De rest van de dag wil ik het omwisselen van banden naar velgen oefenen. Nou heb ik het geluk dat 100 meter van het hotel een bandenwerkplaats is. Ik laat de reserveband van de velg halen zodat ik met de meegebrachte velg er twee heb op aan de achterkant te zetten. Ik heb maar 1 lullig potkrikje en moet het in fases doen met behulp van blokken hout. Uiteindelijk staat de auto achter op velgen, gelukt dus. Hij is 15 cm omlaag gekomen, veel meer dan nodig. Nou ik hier toch ben wil ik ook zien hoeveel ik kan zakken als ik de banden alleen leeg laat lopen. Als alle vier banden nog maar een halve bar druk hebben en ze aardig plat zijn zou ik het net moeten kunnen redden om de container in te kunnen rijden. Dat is ook wel weer hoopgevend.


Omdat woensdag een belangrijke dag is en dat met die banden ook wel een beetje spannend is, slaap ik matig en ben vroeg wakker. Svetlana zegt dat ik bij de ingang van het haventerrein moet wachten, maar er komt niemand en ik ga weer terug naar het kantoor, een paar honderd meter verderop. Wacht daar weer en ga  op aanwijzing van Svetlana weer terug naar de main gate. Ik heb sterk het gevoel dat zij ook niet weet hoe het moet lopen. Gebeurt ook niet vaak natuurlijk zo’n particuliere klant met een auto. En opnieuw na wachten op niets weer terug naar kantoor. Uiteindelijk krijg ik daar te horen dat de douane vandaag niet gaat komen. Oei, dat heeft gevolgen. Morgen zou ik vliegen. Heel theoretisch zou het morgenochtend allemaal kunnen gebeuren en dan gelijk naar het vliegveld. Maar dat is een veel te grote gok. Officieel zouden ze zelfs pas maandag kunnen komen. 


Ik rij terug naar Kekemba en ga gelijk online om mijn ticket te wijzigen. Ik lees gelijk dat ik dit ticket niet kan wijzigen. Kut, dan moet ik een nieuw ticket kopen. Dan zie ik dat er staat dat ik niet ‘online’ kan wijzigen. Dus misschien wel als ik bel. Ik mag bij John, de eigenaar van het hotel bellen en krijg bij KLM Jasmina aan de lijn. Wat een toeval, zij heeft mij ook geholpen met het wijzigen van mijn Parijs ticket. Ook nu werd ik weer geweldig geholpen en in no time was mijn ticket gewijzigd naar dinsdag. Zonder kosten. En ook bij John kon ik zonder problemen mijn appartement met 5 dagen verlengen. 5 dagen, pfff. Maar goed, ik mag niet klagen. Ik zit op een geweldige locatie. Ik stel me voor dat ik 5 dagen vast zou zitten in Saint Laurent. 

Svetlana mailt me later dat het inderdaad pas maandag wordt voor de douane tijd voor me heeft. Ze staan dus helemaal op hun strepen. Nou maar hopen dat het dan wel lukt. 


De dagen worden gevuld met nuttige klussen aan de cruiser. De passagiersdeur gaat nu weer open. Daar ging eerst helemaal niks. Zelfs het knopje wilde niet omhoog. Dat was een hele klus. Om te kunnen zien wat er van het sluitingsmechaniek wel en niet doet, moest ik bij beide voordeuren de binnenbekleding er af halen. Zo kon ik vergelijken en zien hoe hij zou moeten werken. Met heel veel WD40 en voorzichtig in beweging forceren ging hij het langzaam aan weer doen. Zeker iets wat straks voor de APK ook noodzakelijk is. 


Wat ook niet meer open wilde is het keukenluik. Hier had ik een harder hoofd in, want water heeft hier vrij spel gehad. Ik kreeg de sleutel niet eens het slot in. Ook nu weer flink WD40 inspuiten en voorzichtig met het handvat van een schroevendraaier op de achterkant van de sleutel tikken. Tandje voor tandje ging hij naar binnen. Beetje kloppen met een hamer en de cilinder draaide zelfs weer. De schoot van het slot was de laatste die in beweging kwam. Lekkere muffe bende in de keuken. Alle lades had ik al weggegooid. Ook goed dat dit luik weer open kan in verband met de aanstaande controle van de douane. 

Ik heb zo’n zin om de auto van binnen te strippen en alles weer goed te maken als hij weer thuis is. Even geduld nog. 

Op zondag ga ik voor het eerst de stad in. Het is een beetje een saaie boel, want er nog weinig open. Wel een leuk koffietentje met heerlijk cappuccino. Ik raak er aan de praat met twee Hollandse mannen die hier al lang wonen. Ik doe nog een lunch die wat tegenviel. 


Die nacht slaap ik heel slecht, ik heb ieder uur gezien op de klok. Ik kan de spanning van de dag van morgen eenvoudigweg niet van me afzetten. Om half zeven gaat mijn wekker, om kwart voor zeven belt Elize en om 7 uur belt de receptie me. Nee, verslapen zou ik me niet vandaag. Voel me redelijk brak en een boterham met kaas gaat met moeite naar binnen. Ik ga drie kwartier voor tijd weg terwijl het maar een kwartier rijden is, maar you never know, misschien ochtendspits? Veel te vroeg bij het gebouw van Integra, eerst even in de auto gewacht, later in het kantoor. Het duurde natuurlijk even, maar ik werd deze keer opgehaald door iemand die me het havengebied in leidt. En dat was via een andere ingang dan de main gate. Daar was een official van de douane en die noteerde alleen maar het serienummer van de auto. Ik kon me niet voorstellen dat dit het was. Verderop het terrein moest ik weer even wachten. Ben toen alvast begonnen met lucht aflaten en demonteren van de bullbar. 


Toen kwam de recherche met een politiehond. Eerst deed de man zelf een check, waarna de hond zijn neus in alle hoeken stak. Voor mij natuurlijk geen verrassing dat hij niet aansloeg. Ben toch en beetje benieuwd of hij iets had gevonden dat in de geheime ruimte van de dieseltank zou zitten. 


Dan mag alles dicht en gaat de container open. Er wordt een oprijhelling neergezet om het inrijden makkelijker te maken. Maar voor mijn niet goed, want daardoor komt de achterkant van de auto te hoog bij de doorrijhoogte aan. Helling dus weer weg en een paar blokken tegen de drempel. Dan is de helft van de camperbak al binnen als de wielen over de drempel moeten. In low gear 1e versnelling gaat de cruiser met gemak naar binnen en is nu ook laag genoeg. Yes. Hij past er helemaal in. Theorie wordt praktijk. Geen gedoe met de velgen. Die heb ik dan wel helemaal voor niets meegenomen, maar ik kon het risico eenvoudigweg niet nemen en moest een plan B hebben. Het is goed zo. 


Ik kan net bij de linkerachterhand om weer wat lucht bij te pompen met de compressor. Voor de rechterkant moet ik onder de auto door kruipen om er bij te kunnen, want de auto staat iets scheef in de container. Ik zweet me een ongeluk, maar als de container gesloten en verzegeld wordt komt er een groot gevoel van voldoening over me. Mission accomplished. Dit was wel een van de meest gecompliceerde klussen die ik ooit gedaan heb. Samen met de vorige trip hierheen waren er 13 kritieke punten waar het mis had kunnen gaan. 

Een negatieve PCR test, een betaalbare vlucht, toegang tot Frans Guyana, Emile die er ook echt zou zijn, Dat de wielen nog zouden draaien en de auto starten en de koppeling gerepareerd kon worden, zodat hij eindelijk van die doemplek weg kon.


En dan in de laatste trip het rijden zonder verzekering naar de grens, een veerpont, die nog steeds vaart, een visum voor Suriname, de rit naar Paramaribo en dan als laatste, dat alles met het verschepen loopt zoals het moet. Een aantal dingen gingen moeizaam, de meeste ander gingen goed. En wat extra tegenslag met de gestolen telefoon en het verblijf in St. Laurent. Ik ben hier 5 dagen langer geweest dan gepland, maar dat is snel vergeten in het grotere plaatje. Nu naar huis en wachten op de aankomst van het schip. Natuurlijk kunnen er nog steeds dingen mis gaan, maar hij is in ieder geval onderweg, nou ja, bijna dan.


Ik keer terug naar Kekemba, waar ik probeer om mijn vlucht te wijzigen naar vandaag, maar helaas is de vlucht vol. Waarschijnlijk hebben heel veel mensen net geboekt want gisteren is bekend gemaakt dat de SLM (Surinam Airways) niet meer vliegt omdat ze zo goed als failliet zijn. Een ticket kost nu ruim 2500 euro. Dus heb ik nog erg geluk gehad dat ik 5 dagen geleden kosteloos kon omboeken.


Afsluitend ben ik dus heel blij dat het gelukt is om mijn cruiser op een boot naar huis te krijgen. Tegelijkertijd is het een beetje triest dat de geweldige reis door Zuid-Amerika zo moet eindigen. De vijfde reis die via Suriname en Guyana dwars door de Brazilaanse Amazone zou moeten gaan en dan via Bolivia, Peru en Ecuador in Colombia zou eindigen, zal er waarschijnlijk nooit komen. Want ooit de auto hier weer heen verschepen, ik moet er een niet aan denken. Verschepen, als het even kan nooit weer, of hoogstens een keer RoRo naar Halifax om Noord-Amerika te doen. Voorlopig alleen Europa en of iets verder naar het oosten. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten