Op weg naar de grens met
Argentinië moeten we eerst een nieuw hoogterecord vestigen. Die bult van 4850
meter hoog ligt voor de grens. Het klimmen gaat gelukkig niet heel steil maar
de cruiser kruipt gestaag naar de bijna 5 kilometer hoogte. Boven de 4500
stottert hij een beetje, wat kan liggen aan het luchtfilter dat wel aan
vervanging toe is. Verder wat gebruikelijke zwarte rook, niks bijzonders, hij
doet het goed. Zelf trek ik het ook best goed. Zolang je niet te veel beweegt
is het te doen. Na het hoogste punt blijft de weg nog honderden kilometers
boven de 4000 meter. We rijden weer door een groot, leeg en bleek landschap. Af
en toe prachtig besneeuwde toppen in de verte.
De grens is weer
gecombineerd. Vier loketten op een rij om de vier grenshandelingen te plegen. Er
zijn geen wachtenden voor ons en binnen en kwartier staan we weer buiten. De
auto krijgt nog een controle, waarvan het doel ons ontgaat. We komen langs
zoutvlakten, één ervan heeft stoomplekken. De aarde borrelt hier nog na.
De laatste salar die we
oversteken is een zoutwinningsgebied. Bergen met zout wachten hier op
transport. Dan gaat de weg eindelijk dalen naar een aanvaardbare slaaphoogte.
In een aaneenschakeling van serpentines en haarspeldbochten voelt het bijna als
een vrije val naar beneden. De laag wolken waar we doorheen gaan is gelukkig
dun, op dit soort wegen wil je niet in dichte nevel belanden. Dan zien we
gekleurde rotsen en een dorpje, Purmamarca. We zijn er, mooi een uurtje voor
het donker wordt. We rijden gelijk naar de iOv-plek buiten het dorp. Het dorp
zien we morgen wel.
Purmamarca is net als San
Pedro heel toeristisch, maar hier concentreert het zich allemaal rond de
centrale plaza. Aaneengesloten staan hier kraampjes met vooral geweven
kleedjes, tassen, poppetjes en meer van dat spul. Voor mij is het genoeg om
lekker op het plein te zitten en om je heen te kijken, mensen observeren. Het
dorp is bekend en populair geworden door de gekleurde bergen die er achter
staan. Onze plek staat er midden tussen. Voor ons zien we dieprood en paarsige
bergen en achter ons zijn de bergen net een laagjescake.
Nog steeds vind ik het
onvoorstelbaar dat dit van nature bestaat. Overdag komen er veel wandelaars
langs om de bergen te zien maar wij hebben ook veel bekijks. Er gaan veel
duimen omhoog en af en toe komen er mensen een praatje maken, ook een paar keer
nederlanders. Altijd leuk om met jonge mensen te praten. die je misschien wel
inspireert om ook zo te gaan reizen in de toekomst.
Na nog een tweede nacht
gaan we nog één keer naar het noorden want daar is nog iets speciaals te zien:
de Quebrada Humahuaca. De kortste omschrijving is een rotswand vol enorme
gekleurde haaietanden. De nacht op de plek buiten het dorp was voor mij één van
de slechtste. Door de kortademigheid heb ik een deel van de nacht
rechtopzittend in bed geslapen. Best vreemd, want het is hier 3300 meter en ik
heb op grotere hoogtes betere nachten gehad en je zou zeggen dat er nu wel
enige gewenning zou moeten zijn.
Het dorp Humahuaca is wat
minder toeristisch, maar we vinden een leuk restaurantje met binnentuin waar we
heerlijk hebben gegeten. Een lamabiefstukje in rode wijnsaus kan ik eenieder
aanbevelen. We gaan laat in de middag de lange weg omhoog om de rotsen te zien.
Het is weer klimmen naar bijna 4400 meter en ik moet de cruiser een paar keer
laten afkoelen. Dat komt vooral door de rugwind die we hebben, er komt dan te
weinig koelende lucht door de radiator. Het zicht op de rotsen is
indrukwekkend, maar ze zijn wel heel ver weg, waardoor de kleuren enigzins
vervaagd zijn. Evengoed weer een prachtplek waar we van genieten. Even is er
plaatselijk een bui, een heel apart gezicht.
Als we wegrijden realiseer
ik me dat we nu eigenlijk zijn begonnen aan de terugweg. Vanaf hier zal het
bijna alleen maar omlaag gaan en zoveel mogelijk in zuidoostelijke richting
naar onze stallingplek in Uruguay. Het betekent niet dat we de twee weken die
we nog hebben alleen maar daar mee bezig zullen zijn. De ruim 1000 kilometer
pampa doorkruisen zal niet heel enerverend zijn, maar we gaan proberen toch nog
wat mooie plekken te vinden.
We doen nog een nacht in
Purmamarca omdat het een leuk dorp is en je er goed kunt slapen. Als we naar
het zuiden gaan hoeven we niet per se via Salta te gaan en er is ook niet veel
wat me weer daarheen trekt, behalve een goede garage voor een grote beurt en
een goede wasserij.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEg4W6gdX5Q8nwe5zfyrCVm0Ereim_Y2PWdZj8p7Ippy0UZ1-DehmrxdbzjVEdJ_YpviSy6J-zFKas8SYrhPKAPRc7AdA1a6uayAgfajChUu0JIsqDCdm-PrwpQ5jRPUE1GVvfSdVmWwqwg/s640/1804152s.jpg)
We pakken de routa 9 die
afdaalt door een dal dat steeds groener wordt. Er is een deel van routa 9 dat
heel smal is en zeer bochtig. Grotere auto’s en vrachtwagens mogen het dan ook
niet doen, want het asfalt is maar 4 meter breed…voor twee banen. Maar omdat er
ook bijna geen verkeer is, is het een feest van bochtjes draaien. De vegetatie
is hier zo weelderig dat we af en toe door een groene tunnel rijden. De wolken
in de verte zijn donker en het lijkt er op dat we sinds lange tijd een keer
regen krijgen. Als we op een soort gratis camping aan een stuwmeer staan
gebeurt het ook. Ons kan het niet schelen, het is zelfs wel lekker, al dat
groen en de geur van natte aarde. Je kunt zeggen dat we het zelfs gemist
hebben. Ook het geluid van heel veel watervogels is lang geleden.
Bij Toyota Center in Salta,
waar ik al twee keer eerder was, hebben ze gelukkig direkt tijd als we tegen
tienen binnenrollen. Tijd voor een wellness-ochtend voor de cruiser. Weliswaar
wat eerder dan de normale 10000 kilometer die ik als interval doe, maar hij
heeft het wel verdiend na al dat ploeteren op grote hoogte zonder te zeuren.
Nieuwe olie, alles doorsmeren, oliefilter, luchtfilter. Die laatste moest even
bij de Toyota dealer gehaald worden vanwege het afwijkende type. Niet erg om te
moeten wachten, we hebben snel internet in de garage.
Dan een grote tas
boodschappen gehaald en de was die we vanochtend als eerste bij een wasserij
hebben afgeleverd en weer klaar is. En dan kunnen we mooi Salta die middag nog
weer achter ons laten. Ik zag er niet naar uit om voor de vierde keer op de
Xamena camping te gaan staan. We hebben een mooie route op het oog maar geen
idee hoe de toestand van de weg is. Gewoon beginnen dan maar. Het is de routa
48 die een stuk snelweg lijkt af te snijden. Korter is het niet want ook deze
weg is weer heel bochtig door berggebied. Het begin is een stenige gravelweg,
dan een stuk modderig door de regens van de afgelopen dagen. De hele weg is
weer omzoomd door heel veel groen.
We vinden een heerlijke
plek op een begraasde oever van de Rio Pasaje. We staan bij de brug, maar van
verkeer is hier geen sprake. Nou ja, een koe dan die oversteekt. Er lopen
paarden langs de auto en aan de overkant van de rivier is een lepelaar in de
weer. Hij is roze en lijkt op een flamingo met een pollepel als snavel. Een
prachtvogel. Het is zo relaxed hier dat we nog een dag blijven.
De snelweg naar het zuiden
gaat richting Tucuman en onderweg is een hotel met hete bronnen. Het hotel dat
is gebouwd in 1884 is prachtig en wordt grondig gerenoveerd. Het buitenbad was
niet zo heet als je mag verwachten maar toch wel lekker voor een uurtje weken.
We rijden nog en stuk door en komen bij een bijzondere plek. Een oud viaduct, ook
uit 1884, 30 meter hoog en helemaal met bogen van gemetselde baksteen. Paralel
er aan een stalen spoorbrug uit 1927 die de oudere moest vervangen toen deze de
steeds groter en zwaarder wordende treinen niet meer kon dragen. Mooie vergane
glorie en wat ook mooi is, is dat we hier kunnen blijven staan voor de nacht.
De volgende dag ga ik via een omhooglopend pad naar het begin van beide
viaducten en loop eerst over de stenen die bovenop helemaal begroeid is. Later
loop ik ook over de stalen, waarvan ik later lees dat die nog in gebruik is.
Oeps, dat had ik niet verwacht, hij is best al roestig. Er zal waarschijnlijk
sporadisch nog een trein overheen gaan zo denk ik maar.
Dan gaan we echt aan de
west-oost oversteek beginnen. En de rit is minder saai dan we vreesden. Niet
1000 kilometer pampa zoals vorig jaar, of saai bushland zoals de heenweg die ik
begin deze reis deed. Hier is het farmland en dan is er wat meer om je heen te
zien. Bij een stuwmeer is het wel mooi staan maar er komen wel heel veel
insecten op ons af. De meeste houden wel wel buiten de deur, maar er zijn ook
heel veel hele kleine vliegjes die door het gewone gaas heen komen. Gelukkig
heb ik aan de voor- en achterkant van de tent knuttengaas en dat houdt alles
tegen.
We waren er de vorige dag
vol verbazing al langs het circuit van Termas Rio Hondo gereden, we wisten
helemaal niet dat er één was hier. Er was ook een automuseum bij en dat wilde
ik graag even bezichtigen. Klein museum, maar heel mooi uitgevoerd en een paar
gave racemachines. Boven nog een afdeling motoren. Tussen al het moois zie ik
een lichtere uitvoering van een klassieke Honda die ik vroeger had en ook nog
een Moto Guzzi, lijkend op het model waar ik nu op rij. We drinken nog even een
koffie op de tribunes van het circuit waar in 2020 Formule 1 gereden gaat
worden.
De volgende dagen rijden we
flinke stukken om bij onze plek in Uruguay te komen waar we de auto stallen. We
overnachten naast een amerikaans model windmolen die langs een zandweggetje
stond. En dan het laatste nachtje in Argentinië met zicht op Uruguay, want we
staan aan de brede gelijknamige rivier. De regen komt er met bakken uit de
hemel.
Het laatste stuk door
Uruguay is van begin tot einde hetzelfde. Goede nieuwe wegen door licht
glooiend boerenland. We hebben ruim de tijd om de auto stallingsklaar te maken,
vooral schoonmaakwerk, omdat we wat speling wilden hebben de laatste dagen. Dan
rolt er een mooie BJ45 Landcruiser het terrein op met NL kenteken. Bij het
voorstellen komen ze reizigers me direkt bekend voor en dan blijkt dat we
elkaar kennen van overland reunion drie jaar geleden. Peter en Michelle hebben
nu ook een mooie overland wagen en zijn ook een half jaar per jaar hier
onderweg. De heel gezellige avond en halve volgende dag zijn veel tekort voor
wat we elkaar te vertellen hebben. We gaan elkaar vast en zeker weer ergens
zien. We hopen het.
Dan is het tijd om weer
voor een tijd afscheid te nemen van mijn trouwe vriend. De cruiser heeft het
weer fantastisch gedaan. Weer bijna 17000 kilometer zonder grote problemen. We
weten dat hij in goede handen is en staat voor het eerst onderdak gestald. Dat
verdient hij. Hier nog de route die we reden.
We pakken voor de laatste
dag een hotelletje in Montevideo. Hotel Palacio waar we twee jaar geleden onze eerste vier dagen verbleven in
afwachting van het schip dat de auto vervoerde. Een prima plek voor de
afsluiting van weer een reis die me bij zal blijven.