Ik doe rustig aan de volgende ochtend en ben om
half 8 bij de Braziliaanse grenskantoren. Te vroeg, gaan pas om 8 uur open.
Even een half uurtje branden in de zon die nu al meedogenloos is.
Bij de paspoortcontrole heeft de man heel veel tijd
nodig. Hij tuurt maar op zijn scherm, klikt dingen aan. Er spookt door mijn
hoofd dat hij alle snelheidsovertredingen aan het optellen is. Brazilië is
vergeven van de flitspalen en dan zo, dat je op een weg van 80 km/u ineens maar
40 mag. Ze waarschuwen wel bijna altijd dat er een flitser komt, maar toch mis
je er wel eens een. Ik heb wel altijd het vermoeden gehad dat 90 % van de palen
het niet doet.
Uiteindelijk hoor ik het bevrijdende geluid van de
stempel in mijn paspoort en verdampen de spookjes in mijn hoofd. De TIP voor de
auto wordt in een minuut afgestempeld en dan ben ik Brazilië uit. Ik ga over
een grote brug die gelukkig net een jaar in gebruik is. Daarvoor moest je een
ferry nemen en die maakte goed misbruik van de situatie. Tot zo’n 200 euro voor een
overtochtje van niks. En dat terwijl de brug al jarenlang klaar was en dat is
ook te zien. Niet bepaald nieuw. Lang burocratisch gesteggel over het een of
ander.
Dan de andere kant, Frans Guyana, Frankrijk,
Europa. Ik moet mijn paspoort laten zien en mijn verzekeringspapier. Ik trek
mijn groene kaart en die is 'aangepast', want mijn nederlandse verzekering
is niet meer geldig. Mijn auto is geschorst en niet APK-gekeurd. Ik had de verzekering in 2016 ook al opgezegd, je hebt er niets aan hier in Zuid-Amerika. Nou ja,
behalve hier dus. Nou is het kromme dat je aan de grens een verzekering kan
kopen, maar niet als Europeaan. En dan sta je daar, waarschijnlijk wordt je de
toegang geweigerd. Ik wist dit allemaal al van te voren en heb een oude groene
kaart gephotoshopt en de geldigheidsdatum veranderd. Meerdere overlanders hebben het zo gedaan. Even professioneel laten
afdrukken en voila. De grensmeneer vond het overtuigend, pfff. Zat ‘m wel een
beetje te knijpen. Wat als hij het wel gezien had.
Vanaf nu ga ik rijden als een bejaarde, ik moet
geen ongelukken maken. Nooit niet, maar nu helemaal niet. Gelukkig is de weg goed en is er weinig verkeer,
behalve dan toch die ene malloot die me wil inhalen, terwijl het echt niet kan.
Achter een heuvel komt een tegenligger. Hij moet vol in de ankers en
verontschuldigd zich ook later in het voorbijgaan.
Het verschil met Brazilië is groot. Daar reed ik
vooral door bush en landbouwgrond, hier in Guyana is nog volop oerwoud, met
hier en daar zelfs nog redelijk grote bomen. Maar er wordt ook gekapt.
Een zijweg brengt me naar een mooie plek voor de
nacht. In een bocht is een ruime parkeerplaats met prachtig uitzicht over de
jungle. Vooral de volgende ochtend als de mist langzaam uit het bos optrekt,
geeft dat een sprookjesachtig beeld.
Aan het eind van de weg is een dorpje met vooral
een Laotiaanse Hmong-community. Zondagochtend is hier een grote markt met veel
lekker Vietnamees eten. Hoe aantrekkelijk dat ook klinkt, ik ga er niet een dag
op wachten.
Langs de weg is een parkeerplaatsje voor het begin
van een trail het bos in. Zo’n 6 kilometer heen en weer. Goed drinken voor je
begint en een half litertje water mee is genoeg. Maar hier niet. Het pad gaat
een beetje op en neer en in deze hitte zweet ik mijn shirt zo nat, dat je geen plekken meer ziet. Hij is helemaal door en door. Aan het einde is een
klim naar een open plek van rotsen. Ze noemen dat, zelfs hier, een inselberg.
Een vrijstaande kale berg in het oerwoud.
De aangegeven route is een andere
dan Maps.me aangeeft. Die ligt aan de andere kant van de top. Ik wil het liefst
niet dezelfde weg terug en sta in dubio. Het zou niet de eerste keer zijn dat
een Maps.me-pad helemaal niet bestaat en ik moet eerst van de berg naar beneden
om te kijken of ik hem kan vinden. Ik vind het toch wel een mini-avontuurtje en
ga naar beneden. De GPS-ontvangst is matig en het pijltje van mijn positie
verandert af en toe zonder mijn toedoen. Uiteindelijk vind ik beneden in de begroeiing
toch iets wat ooit een pad was en volg het. Het is duidelijk lang niet gebruikt
en af en toe heel vaag. Maar samen met mijn ervaring en zwalkende pijltje loop
ik de twee kilometer feilloos naar de aansluiting met het officieële pad. Wat
het wel een beetje spannend maakt is dat mijn water al op is en mijn mond
steeds droger wordt. En er moet niets gebeuren, want er zal hier niemand je
komen helpen. Maar juist dat gevoel vind ik wel wat hebben. In je eentje in de
jungle. De laatste kilometer op het bekende pad is echt al onprettig van de
dorst.
Bij de auto aangekomen meng ik het koude water uit
de koelkast met lauw, want dan kan ik meer drinken. Pas na een uur rust en
bijna twee liter bijgetapt komt mijn lichaam weer in balans.
In Cayenne is de eerste bestemming een Carrefour
supermarkt. Echt frans stokbrood en Old Amsterdam, lekkerrr. Kaas wordt hier
ingevlogen en daar betaal je voor. Ik hang nog wat op de parking en word een
aantal keren aangesproken door vooral donkere guyanesen. Die zijn open en
vriendelijk en enthousiast. De blanke fransen zijn veel geslotener, europeser.
Het was me al opgevallen dat de donkere mensen je onderweg of op straat ook
eerder groeten of duim opsteken.
Bij een oud fort is weer een mooie plek. Belangrijk
is dat er een bries staat, anders is het slecht uit te houden in de auto. Het
is hier echt drukkend vochtig-warm.
Ik ben nog geen kilometer onderweg als ik wil
optrekken. Ik hoor kloenk en ik ga niet vooruit. Uit de versnelling gesprongen,
denk ik. Nog een keer erin, niets. Tweede versnelling, niet anders. Ik sta
stil. Holy shit, dat is slecht. Van alles schiet door mijn hoofd en alles is
bad news. Versnellingsbak kapot? Tussenbak? Differentieel? Ik zet hem in 4WD en
kom vooruit. Okee, ik kan nog rijden. Maar er treedt ook een trilling op die
erger wordt. Ik zet hem op een goede plek aan de kant. Wat te doen. Verder
rijden betekent misschien nog meer schade.
Ik app Peter van de Warf, mijn
garageman in Kolham. Ik kan nu wel wat hulp gebruiken. Gelukkig reageert hij en
helpt me uit te vinden wat er is. Achter is alles in orde, geen steekas
gebroken, differentieel werkt. En dan zie ik het, de aandrijfas is aan de
voorkant gebroken en steekt nog losjes in elkaar. Ik ga er gelijk van uit dat
dat de trilling veroorzaakte. Die as moet er tussenuit. Achter is hij onlangs
los geweest voor het vervangen van de seal. Maar aan de voorkant zijn ze al
heel lang niet meer los geweest. Eerst die kant maar eens proberen. De poging
met de dopsleutel mislukt, ook omdat die er net een tikkie scheef op staat. Wat
erger is, is dat de moer na een aantal pogingen beschadigd is. Dan gaat je de
moed wel een beetje in de schoenen zinken. Als me dit niet lukt moet ik een
afsleepwagen regelen, op zondag. En waarheen dan, de Toyotagarage? Als ik die
kan mijden, dan graag. Ik probeer een andere moer maar dan met een ringsleutel
met daarop een grotere ringsleutel om kracht te zetten. En ik zet veel kracht,
het zweet gutst van mijn lijf. Het is middag in de tropen. Als ik zoveel kracht
zet dat ik zeker weet dat de ringsleutel zo breekt, lost de moer. Een
sprankeltje hoop.
Door de auto te verschuiven komt de volgende moer
in ideale positie, iets wat heel belangrijk is. Door een net andere positie is
die eerste moer ook fout gegaan. De andere twee gaan met evenveel moeite
uiteindelijk ook los. Maar dan nog die ene.
Met een beitel zou hij volgens Peter moeten los
komen, maar hij geeft geen krimp. Deels is hij al wel door midden. Alleen de
dikke flens aan de bout is nog in tact en mijn beitel is inmiddels al helemaal
stuk geslagen. Dan een ideetje. Met de boormachine boor ik de flens ook door
midden. Dat lukt beter dan ik had durven hopen. Het goede boortje vreet
langzaam maar zeker door het keiharde staal van de moer. En dan geeft hij
zich gewonnen.
De vier bouten achter gaven zoals verwacht geen
probleem en waren in mum van tijd los. Dan heb ik de aandrijfas los en kan ik
weer rijden. In 4WD min de achterwielen. Een voorwielaangedreven LandCruiser
dus. Uniek waarschijnlijk. En dat in het land dat voorwielaandrijving heeft
uitgevonden met de Citroen traction-avant, die oldtimer met treeplanken.
Ik rij naar de andere kant van Cayenne waar een
leuk plein is. Er wordt gejeu-de-bouled. Ik mag er graag naar kijken, vooral
hoe serieus men het neemt. En sommigen zijn echt goed. Mooi om te zien hoe een
prachtig gepositioneerde bal meedogenloos wordt weggeketst door de tegenstander.
En niet alleen de franse fransen spelen het, ook de donkere mensen doen het
graag en goed. Later op de avond loopt de parking leeg en kan ik hier mooi
slapen. Ik ben kapot.
Vandaag ga ik de familie ontmoeten die mij stalling
aangeboden heeft voor de cruiser. Ik ga nog een keer naar een carrefour en koop
ook een flesje wijn om niet met lege handen aan te komen.
Dan kachel ik langzaam naar Kourou, waar ik op een
parking bij een hotel aan zee onder een boom ga staan. Goed plekkie voor een
tukkie. Dan rij ik op de afgesproken tijd het zijweggetje in waar ze wonen.
Sebastien komt me al tegemoet en ik wordt hartelijk ontvangen. Een gezellige
avond met barbecue en biertjes en als laatste de fles lekkere wijn.
Sebastien en Isabelle wonen hier in een eenvoudig huis
op een mooie plek aan het eind van een zijweggetje. Heerlijk rustig. Het
allerbeste wat ze hebben is een zwembadje en daar ga ik wel 4 a 5 keer per dag
in. Vooral als je fysiek een beetje inspant, zweet je je hier helemaal kapot en
is even het water in goddelijk lekker.
In Kourou is de lanceerbasis van de ESA en dat is
natuurlijk interessant. Bij de ingang van het terrein staat een full-size model van een Ariane 5 raket. 53 imposante meters hoog.
Er is een museum waar een paar leuke dingen te zien
zijn zoals een onderdeel van een raketmotor. Wat een techniek zit daarin verwerkt, je gaat haast denken dat je naar een tijdmachine staat te lijken. Een tour naar de lanceerplatforms
kan niet direct, daarvoor moet je je 2 dagen van tevoren aanmelden.
Ik heb inmiddels een tweede probleem met de
cruiser. Het remlampje brandt af en toe en er komt een aanlopend geluid van het
linker achterwiel. Als ik de volgende dag de remtrommel wil demonteren om te
kijken wat er is, lukt het me niet om hem er af te krijgen. En als ik hem weer
terug zet kan loopt het wiel heel zwaar. Een dag later doe ik een tweede poging
en ik krijg hem iets verder, maar niet helemaal en teruggezet zit het wel
helemaal vast. Ik ga een stukje rijden om te kijken of hij los komt. Ik rij met
kromme tenen. Als hij helemaal gaat vastlopen kan ik geen kant meer op.
Gelukkig draait het wiel wel weer, zij het het met bijgeluiden.
Ik zeg een afspraak af die ik met iemand in Cayenne had. Ik ga zo geen grote stukken
rijden. Sowieso beter natuurlijk vanwege de verzekering.
Peter van de garage heeft een goede tip, want de
derde keer krijg ik de trommel wel los en zie gelijk wat het euvel is. Een
remhouder is losgeschoten en een remschoen zit helemaal scheef. Verklaart
meteen alles wat er mis was en als ik hem weer vastzet is alles weer okee. Moet
wel nieuwe remschoenen want ze zijn goed versleten. Die dag heb ik een zeer
voldaan gevoel, vergelijkbaar met toen ik weer reed nadat ik de aandrijfas toch
los had gekregen.
Ik was het helemaal niet van plan, maar Sebastien
verzekerde me dat ik welkom was om zo lang te blijven als ik wilde. En het ziet
er naar uit dat ik hier tot dinsdag, de dag dat ik vlieg, blijf.
Sebastien is zeer hulpvaardig en heeft voor al mijn
behoeften een oplossing. Zo gaat hij proberen via via mijn gasfles te vullen,
gaan we achter vochtvreters aan, regelt hij transport naar het vliegveld en
meer van die dingen. Meer dan je zou durven hopen. Echt tof.
De dagen vul ik met het voorbereiden van de cruiser
op een lange stilstand en dan ook nog in dit zeer vochtige klimaat. Ik was al
gewaarschuwd door iemand op Facebook dat het een slecht idee is om de auto in
Frans Guyana te stallen. Hij zou van binnen helemaal wit uitslaan van de
schimmel. Dat is wel een horrorvoorstelling en dat wil ik zeker proberen te
voorkomen. Dat betekent dat uiteindelijk ik alle textiel uit de auto haal en
in huis leg. Niet alleen kleren maar ook handdoeken, beddegoed, matras en
bankkussens, stoelschapevel, alles. Grondige schoonmaak en waarschijnlijk heel
belangrijk, een grote vochtvreter. Ik heb er een gekocht voor 20 m2 terwijl de
camper 5 m2 is. Mooie compensatie voor de misschien wel 4 x zo hoge
vochtigheidsgraad als in Frankrijk, waar het ding vandaan komt.
Ik bouw ook de standkachel uit. Die is overleden vlak na la Paz. Ik denk dat er vloeistof in is gekomen van een lekkend flesje en daardoor is er kortsluiting ontstaan. Wel net na de laatste dag dat hij nodig was, want daarna gingen we naar beneden, de warmte tegemoet. Ik neem hem ook mee in de bagage, misschien kan hij gerepareerd worden.
Ik bouw ook de standkachel uit. Die is overleden vlak na la Paz. Ik denk dat er vloeistof in is gekomen van een lekkend flesje en daardoor is er kortsluiting ontstaan. Wel net na de laatste dag dat hij nodig was, want daarna gingen we naar beneden, de warmte tegemoet. Ik neem hem ook mee in de bagage, misschien kan hij gerepareerd worden.
Het is klimaat is hier echt afmattend. Na een
uurtje werken moet ik rusten. Het zweet gutst me van het lijf en het lekkerste
is dan natuurlijk even afkoelen in het zwembadje. Hoewel je met water van 32
graden ook niet echt afkoelt, voelt het als een weldaad.
Ik maak ook nog een wandeling. In de buurt is de
apenberg. De naam klopt niet heel erg want met nog geen 100 meter is het eerder
een heuvel en ik heb geen aap gezien. Boven aangekomen voelt het overigens wel
alsof ik een berg beklommen heb. Wat scheelt is dat ik deze keer wel genoeg
water bij me heb. Op de top van de berg staat een carbet, een open hut waar je
met hangmat of tentje kunt overnachten. Tussen de vele spinnen die er zijn. Er is uitzicht tot aan zee met in de
verte de raketbasis. Na een uurtje zitten ga ik terug naar beneden.
Na ruim een week brengt Sebastien me naar het Space Center,
waar een busje me oppikt en naar het vliegveld brengt. Volgens mij is Eelde
Airport groter dan dit internationale vliegveld. Met acht uur is dit mijn
kortste vlucht van Zuid-Amerika naar Europa. Ik land in Parijs op Orly en moet
dan met een bus naar Charles de Gaulle. Beetje onhandig dat Parijs twee
vliegvelden heeft die zo ver uit elkaar liggen maar een vaste transfer bus
maakt het een soepele overgang. Uurtje nog naar Schiphol en dan naar huis. Ook
weer fijn na deze vier maanden. Een heerlijke afwisselende reis dwars over de
noordelijke helft van Zuid-Amerika. Zoals het nu lijkt komt ik eind augustus
2020 terug voor misschien de laatste reis hier. Een idee heb ik al, op de kaart te zien in wit. We gaan het zien.