Vanuit de Pantanal eerst weer door de grote stad Cuiaba om naar Chapada
de Guimaraes te komen. We hadden gehoord dat dit gebied met watervallen
gesloten was wegens bosbranden, maar onze weg naar het oosten leidt er toch
langs, dus kunnen we dat zelf bekijken. Het gebied ligt 600 meter hoger dan de
Pantanal en het scheelt daarom net een paar graden onaangename hitte. Het
verschil tussen 35 en 38 graden is goed voelbaar. Als we de parking van de
belangrijkste waterval op rijden, is die gewoon open. We zijn de laatsten en
kunnen vol genieten van dit mooie plaatje. Ook hier stond ik 24 jaar geleden al
en kan me dat goed herinneren, omdat ik het toen ook al een verrassend contrast
vond met de relatief dichtbij gelegen Pantanal. De andere watervallen in de
buurt mag je alleen met gids bezoeken en dat hoeft voor mij niet. Het is ook te
warm voor wandelen in berggebied.
Dan gaan we richting oosten met als doel Brasilia. De weg gaat
door een open landschap met gigantische katoenvelden. Het meeste katoen is net
geoogst en ligt in grote ronde balen, zoals bij ons het stro, maar dan veel
groter. Duizenden liggen er. Had ik nog nooit eerder gezien. Langs de kant van
de weg liggen overal witte pluizen, die door de oogstmachines geglipt zijn.
Als we iets lezen over zwemwater is het altijd de moeite om even te
kijken wat het is. Bij Barra do Garças is een waterpark dat tot negen uur open
is en waar op de parking gekampeerd kan worden. Klinkt als de perfecte plek om
een lange rijdag af te sluiten. Hoewel we niet echt vroeg vertrokken zijn, heb
ik toch 460 kilometer gedaan vandaag, mede mogelijk gemaakt door de perfecte
weg.
Elize is tevreden met een douche, maar ik ga genieten van de thermale
baden die er mooi bijliggen in een park met tropische planten. Het water is
warm en daar waar het uit kunstmatige watervallen komt, is het heet. Ik gun
mezelf een therapeutische rugmassage met het overdadig vallende water.
Helaas is het park de volgende dag gesloten, dus een ochtendduik zit er
niet in. We waren eerst nog in de veronderstelling dat het met de tijd te maken
had, want dit park dat net buiten het dorp ligt, valt net in een andere
tijdzone, die van oost Brazlië. We zijn hier ook net in een een andere staat,
Goias.
We vervolgen de BR70 in oostelijk richting, waarbij de weg soms een
goede snelweg is, maar soms ook niet meer dan een hobbelig boerenzandweggetje.
Cidade Goias of Goias Velho is een leuk oud stadje met straten van
kinderkopjes, maar dan hele grote. Leuk om te zien maar vreselijk om op te
rijden. Mooie eeuwenoude kerkjes en huizen in koloniale stijl. Een terras op
een pleintje verleidt ons tot twee pizza’s. Voor een slaapplaats schuiven we op
naar een nog rustiger pleintje.
Een stuk verderop nog zo’n leuk oud stadje, Pirenópolis. De plaatselijke
camping staat goed aangeschreven en een zwembad is altijd aanlokkelijk. We
blijven er twee dagen, ook omdat we hier goed internet hebben en we gaan een
vlucht boeken. Ik had al eens gekeken en zag dat je voor 75 euro een retourtje
Brasilia- Rio de Janeiro hebt en daar kun je niet voor rijden. Nou is dat op
zich geen argument, maar Rio ligt ver uit onze route en we moeten ook weer een
stuk omrijden om weer op onze route te komen. Die goedkope tickets had ik toen
moeten kopen, want nu is het 3 keer zo duur. Alleen dan leg je je zo vast, dat
willen we ook niet. Dus we beschouwen het als de prijs van vrijheid en boeken
toch. Er verschenen na het boeken gelijk
aanbiedingen van hotels en uit nieuwsgierigheid kijk je toch even. Een luxe
4-sterrenhotel voor 165 euro. Dat is ver boven ons budget, tot ik zie dat het
voor vier nachten is. Dan ziet het er ineens heel anders uit. Dus boeken we een
hotel in de wijk Copacobana, 5 minuten van het strand. Ben benieuwd.
Als we verder richting Brasilia gaan is er direkt buiten Pirenopolis een
gebied met heel veel watervallen. Als we ze willen bezoeken komen we er er
achter dat ze overal entree vragen. En veel ook. We laten het voor wat het is
tot we bij een camping komen die ook een aantal watervallen heeft. Als Elize de
astronomische toegangsprijs weet te halveren gaan we er toch maar staan. De
watervallen zijn prachtig en het riviertje heerlijk zwembaar, maar de camping
zelf is heel slecht. Geen vlakke plek te vinden en het sanitair is heel vies.
Stelletje lamzakken.
Dan doemt Brasilia voor ons op. De stad is in een paar jaar, rond 1960,
uit het niets hier opgetrokken en alle belangrijke gebouwen zijn van architect
Oskar Niemeyer. De oorspronkelijke stad heeft de vorm van een vliegtuig met
alle regeringsgebouwen in de ‘cockpit’. De romp bestaat uit twee 6-baans wegen
met een hele brede groenstrook, hoewel het nu een bruinstrook is. We passeren
de kathedraal en parkeren voor de deur. Het is éen van de futuristische
gebouwen en stelt de doornenkroon van Christus voor. Binnen is de ronde ruimte,
door het glas-in-lood, een zee van licht en ruimte, hoewel hij in mijn
herinnering groter was. Een kwart eeuw geleden had ik in Brasilia een
tussenstop en heb toen in een paar uur met een taxi in het donker de stad
bekeken.
Nu hebben we twee dagen om hier zelf rond te rijden. Brasilia wordt
nogal kritisch bejegend en soms als mislukt experiment betiteld. Ik weet niet
hoe het is om hier te wonen, maar als bezoeker en liefhebber van moderne
architectuur is het smullen. Er hangt een sfeer van de vroegere bondfilms en
daar ben ik mee opgegroeid. Je ziet hier zo Blofeld een perzische kat aaiend,
zijn snode plannen bedenken, om de wereld over te nemen.
Aan het meer is het heerlijk toeven zo op de zaterdag. Even een dagje schrijven en lezen. Eind van de middag maken we nog een rondje dor de stad om Niemeyers architectuur bij zonsondergang te zien.
De tweede nacht op dezelfde plek is heel anders. Zaterdags is het feest
aan de overkant van het meer en er is de hele nacht keiharde herrie, wat
tegenwoordig voor muziek moet doorgaan. En ook al komt het van een kilometer
van ons vandaan, over het water gedragen dreunt het zelfs door de oordoppen
heen. Slechte nacht.
Al vroeg gaan we op en rijden naar het vliegveld. De cruiser gaat voor
vijf dagen op de parking en wij checken in voor de vlucht naar Rio. Helaas zijn
de weersvoorspellingen niet geweldig. Vier dagen regen, maar ik weet ook dat ze
er net zo vaak er naast zitten als dat het uitkomt. Krap anderhalf uur later
landen we en boeken we een Uber-taxi. Hier is goed te zien dat Uber de
taxiwereld gaat overnemen. Op het vliegveld is een hier al een aparte
aanrijhaven gemaakt voor de taxi’s zonder taxilampje. En ik moet zeggen, ze
bevallen mij ook erg goed. Vooral dat je van tevoren weet hoeveel je kwijt
bent.
Het hotel is wat je van en viersterren-hotel mag verwachten. We zijn
vroeg maar kunnen al een kamer krijgen. Aanvankelijk nemen we die, maar deze
had helemaal geen uitzicht en vlak bij het raam draaide een pomp. We kiezen er
toch voor om een paar uur te wachten op een betere. Het dakterras met zwembad
is daar heel geschikt voor. De kamer op de twaalfde is een stuk beter. Zelfs
met uitzicht op de Corcovado met het jezusbeeld. De weersvoorspellingen zijn
niet goed en het is nu bewolkt. Toch gaan we eind van de middag naar het strand
om een caipirinha te drinken. Het is een typisch braziliaanse cocktail van
sterke drank suiker en limoenen. Daar zitten we dan, aan de copacabana.
We pakken de volgende dag een metro naar een toeristische attractie, een
tegeltjestrap. Die is aardig om te zien, maar zoals verwacht, erg toeristisch.
Leuker is om gewoon door de stad te banjeren en zo af en toe iets interessants
tegen te komen. Zo lopen we tegen de kathedraal van Rio aan. De lelijkste die
ik ooit zag. Het is een soort pyramide van beton die al aan het aftakelen is.
Al het beton is beschimmeld.
Binnen is het iets beter door de enorme vertikale
gebrandschilderde ramen. Uiteindelijk komen we in de buurt van het museum van
de toekomst. Een gebouw van architect Calatrava. Ik ben liefhebber van zijn
futuristische werk en wordt niet teleurgesteld. Weer een waanzinnige creatie
met twee enorm ver overhangende daken. Zoals de meeste van zijn gebouwen is ook
deze net een buitenaards ruimteschip. Of een geraamte met gebleekte ribben,
want al zijn gebouwen zijn spierwit en hebben organische vormen. Het is vandaag
de hele dag droog gebleven en hier breekt zelfs de zon door.
Er is nog zeker één ding dat we zeker willen doen en dat is naar het
Christusbeeld, hoog op de Corcovadoberg. Het laatste stuk is met een
tandradtram die door het oerwoud van de berg gaat. Dan staat hij daar met de
armen gespreid. Een beeld dat iedereen kent en indrukwekkend is als je aan z’n
voeten staat.
En het uitzicht is magnifiek. Over de baai kijk je naar de
Suikerberg aan de overkant. En weer is het vandaag droog en sterker nog de zon
schijnt. Wel is het heiïg, maar we klagen niet. Dit is waarom Rio voor mij de
mooiste stad van de wereld is. En de mensen, ook hier heel vriendelijk. De
Brazilianen zijn mijn favoriete mensen in Zuid-Amerika.
Terug beneden weer een heel stuk gelopen door de stadsdelen Flamengo en
Botafogo, beide bekend van gelijknamige voetbalclubs. Grappig is dat je het
portugese woord ‘futebol’ uitspreekt als voetjebol.
Een taxi brengt ons naar het verste punt van dat andere beroemde strand
van Rio; Ipanema. Het is nog steeds droog, maar positiever kan ik er niet over
zijn. Het is een grijze dag en het strand is leeg en dus ook nergens mooie
billen.
Onze laatste echte dag gaan we allebei wat anders doen. Elize gaat met
een tour een favela, een sloppenwijk in en ik ga nog een keer naar het museum,
want dat was maandag gesloten. Binnen is een tentoonstelling over de aarde en
hoe wij er mee omgaan. Mooi gemaakt, maar ik ben meer geïnteresseerd hoe het
gebouw er van binnen uit ziet. Eigenlijk heeft alleen de entree de allure van de
buitenkant.
We eten nog een keer lekker aan “onze eigen” Copacabana en dan is dit
uitstapje al weer bijna voorbij, want de volgende ochtend moeten we naar het
vliegveld. Terug naar Brasilia. Het is goed zo, want vandaag regent het voor
het eerst wel echt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten