zondag 25 augustus 2019

50

 




We zijn laat vertrokken, maar halen net voor het donker een slaapplaats buiten Aquidauana. Het stelt niet veel voor, maar is relatief rustig en prima om te slapen dus. We rijden toch weer weg met het eerste licht. De weg die we rijden is een 200 kilometer gravelweg, die 400 kilometer asfalt afsnijdt. Het is vergelijkbaar met de Estrada Parque, die we eerder reden. Ook hier nog niet overweldigend veel wildlife, maar als we een koffie doen, zie ik in de verte een reuzenmiereneter. Hij komt op ons af en ik ga er met camera heen. Zelf zien ze volgens mij slecht, want ik kan er heel dicht bij komen. Wat een fantastisch dier, echt uniek met zijn lange snuit en enorme borstelvormige staart. Ik hoor hem snuiven, op zoek naar mieren en termieten.

 
We checken een slaapplek, waar Vincent en Annelies ook hebben gestaan, maar vinden het niet geschikt. Prima als je laat aankomt, maar wij hebben de middag nog. Hier staan we dan midden in de bush met helemaal niks. Een klein stukje verder doen we een vondst. 

 
Watervallen waar je in kunt zwemmen en we mogen er nog kamperen ook, weliswaar betaald. Dit slaat zelfs het riviertje in Canaa. De watervallen hebben diverse nivo’s en je kunt er op allerlei manieren van het water genieten. Van pootjebaden tot zwemmen in de stroming, van whirlpool tot stortdouche. We vinden het zo lekker dat we zelfs nog een dag extra blijven. 

 
Dan een echte rij-dag. Kilometers maken op een goede snelweg en eindigen bij een truckstop. De eigenaar is alleraardigst en geeft ons een goed plekje apart van de vele trucks. Evengoed nog tot diep in de nacht een teringherrie van het zware verkeer.
De volgende dag weer een flink stuk, waarbij we ook dwars door Cuiaba en Varzea Grande moesten. Geen pretje om door deze drukke dubbelstad te moeten, maar dan gaan we toch eindelijk echt richting de noordelijke Pantanal.
Na het dorp Poconé begint de Transpantaneira, de weg die ooit door zou moeten lopen naar Corumba, aan de andere kant. Maar na zo’n 200 kilometer zijn ze in Porto Jofre gestopt. De weg loopt ieder jaar onder water en is dan onbruikbaar. Dat stuk gaan we rijden, om dan in Porto Jofre een tour te doen om een jaguar te spotten.


Halverwege vinden een een mooie plek onder een grote roze bloeiende boom met een groot nest. Het stikt er van de luidruchtige parkieten en we zien er Hyancinth-ara’s, ibissen, papagaaien, een arend en nog andere vogels. We staan vlak aan de weg en de volgende dag is er wat verkeer. Af en toe stopt er een safari-jeep met toeristen, die geïnteresseerd naar de boom kijken. We hebben pas later door dat er nu een jabiru op het nest zit. Dit is de grootste ooievaarsoort en heeft een opvallende opgezwollen rode nekzak en pikzwarte kop. 

 
De rest van de weg naar Porto Jofre vooral veel vogels en kaaimannen gezien. We moeten nu regelmatig over houten bruggen, die niet altijd in de beste staat zijn. Het piept en kraakt als we er langzaam overheen rijden, op zoek naar wild. 

 
We gaan even pauzeren bij een lodge die bekend staat om goede boottochten, maar er is geen kip en ik wil sowieso eerst in Porto Joffre kijken, wat ik daar eventueel kan regelen. Daar treffen we een italiaans gezin die net een toer geboekt heeft. Ze hebben redelijk wat betaald voor de tour. De volgende ochtend sta ik vroeg op en bedenk ik dat ze voor dat geld waarschijnlijk de hele boot hebben afgehuurd en kan ik misschien wel met ze mee. Als ik het dan hen vraag, stel ik voor een kwart te betalen en ze gaan akkoord. Nu hebben we allemaal een goede deal. Elize blijft in Porto Jofre, ze vindt een hele dag in een boot te warm. 
 
Mooie kleine boot met snelle motor. We geven onszelf nog en half uurtje om wat te eten en alles klaar te maken. Als ik over het zandpad naar de auto loop zie ik eerst een familie capibara’s de weg over sjokken. Dan gaan ze ineens rennen. Er zit een kat achter ze aan, maar als die mij ziet, wil hij er vandoor. De enige weg naar het voor hem veilige bos is vlak voor mij langs. Er schiet dus ineens een ocelot op 3 meter voor mij langs. Deze halfgrote kat heeft een schitterende tekening en lijkt wat op een jonge jaguar. Zou dit een goed voorteken zijn? Ik heb natuurlijk geen beeld van deze flitsende gebeurtenis, maar deze ontmoeting zit wel in de pocket.

 
We gaan aan boord en de 90 pk outboard gaat even vol gas. Met 70 km/u schieten we over het water. De italianen genieten net als ik en zijn samen met hun dochtertje heel enthousiast. Hij doet me zelfs denken aan de hoofdrolspeler uit de film La Vita e Bella. 

Al snel krijgt de bootsman een melding over zijn walkie-talkie en we gaan weer vol gas. Vijf minuten later komen we aan bij een plek waar al een paar boten liggen. Hier moet iets heel interessants zijn. En ja, daar ligt hij, hangend op een dikke boomtak, een jaguar. Wow. Wat een joekel, groter dan een luipaard en mooier getekend. Yes, eindelijk na vele keren reizen in Zuid-Amerika, voor het eerst in 1994, ben ik vlakbij een jaguar. Het ziet er naar uit dat hij niet veel meer gaat doen dan wat alle katten het liefst doen; slapen. Na een half uurtje mocht de boot voor mij wel weer verder, vooral omdat het inmiddels een drukte van belang is geworden. Ik denk dat er wel 15 boten lagen. 

 
Maar hoe kan je je vergissen. Ineens gaan de ogen wijd open en schiet hij omhoog op de poten. Hij is gefixeerd op iets in het water. Nog een stap dichterbij en dan…..een enorme sprong recht het water in. Wat er dan gebeurt kan ik niet goed zien, maar duidelijk te horen is het breken van een bot. Waarschijnlijk de schedel van een kaaiman. Als hij hem de kant op sleurt is duidelijk te zien dat dat klopt. Een exemplaar groter dan hemzelf heeft helemaal niets meer in te brengen. De beet heeft hem direct gedood. Wat een geweldenaar is deze kat.

 
Als hij uit zicht is gaan alle boten ook weer varen en verspreiden zich. Twee keer zien we nog andere jaguars, die het rustig aan doen. Ook zien we twee keer een groep reuzenotters. 

 
Ze jagen gezamenlijk, als wolven van de rivier. Ze zijn zeer succesvol in het jagen op vis. Prachtig om te zien hoe ze een vis in hun knuisten houden als ze ze eten. 

 
We komen pas tegen vier uur terug, echt een lange dag dus en met een zeer voldaan gevoel maar met een lege maag kom ik bij Elize.
Een tweede nacht wild-camp in Porto Joffre en dan terug naar Poconé. We stoppen bij een pousada met camping en die is wel weer heel aantrekkelijk, want met zwembad. Er komt nog een truck met duitse overlanders. Leuk een beetje aanspraak en we blijven nog een tweede nacht. Dan laten we de Pantanal voorgoed achter ons. Het was een genoegen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten