vrijdag 16 augustus 2019

49






In het hotel waar we kampeerden kon ik mooi online formulieren voor onze aanstaande grensovergang invullen en laten printen. Het was nog een heel gedoe met de braziliaanse overheidswebsite. Ik moest al onze elektronica invullen, camera's, laptops, telefoons met alle serienummers ed. Totaal zinloze bureaucratie en als de website dan ook nog vastloopt, mag alles nog een keer. Hopelijk scheelt het gestress bij de grens zelf.


Ik dacht dat er over de laatste paar honderd kilometer naar de grens niets te melden zou zijn. Dat het landschap onverminderd saai zou zijn met bush aan beide zijden van de weg. Maar dat bleek heel anders. De vage klifrand die we vanaf het hotel zagen, zou steeds dichter bij de weg komen en ook steeds hoger worden. We reden uiteindelijk door een tafelberg- en canyonlandschap inclusief rode rotskleur. Ongeveer halverwege zien we dat er een plek moet zijn aan een warme rivier. Twee uur later glijden we inderdaad in een rivier met de temperatuur van een bad. Mooi glashelder water en licht zand op de bodem. Visjes knabbelen aan dode huidcellen. Een wellness-ervaring midden in de natuur.

Vanaf hier naar de grens was het wel saai bushland, dus tijdens de 200 km over een bijna rechte weg was het moeilijk om goed wakker te blijven. Als we de grensplaats Puerto Suarez binnenrijden willen we nog tanken, maar dan moet er eerst gepind worden. Dan blijkt het tankstation vandaag gesloten en probeer ik het bij een andere in de buurt. Nee, daar werd niet gesjoemeld met de prijs, alleen volle gringoprijs, bijna 9 Bol. Dan gaan we 10 km terug rijden, waar we ook een tankstation gepasseerd zijn. En daar staat nu een rij auto’s te wachten want de diesel is op. Over een half uur zou de tankwagen komen en hoewel je dat soort uitspraken hier meestal met een schep zout moet nemen, sluiten we toch aan in de rij. Toch blijkt het te kloppen, na een half uur een tankwagen. Zo gauw hij wat diesel heeft gevuld gaat de pomp weer lopen. Pas dan vraag ik wat ik moet betalen. De pompbediende vraagt gelijk 5 Bol en ik ga akkoord. Met de volle tanks die we innemen scheelt het behoorlijk met Brazilie.

 
Dan op naar de grens die volgens berichten niet de makkelijkste is. Paspoort uitstempelen, 5 minuten. TIP cancelen, onnodig gecompliceerd. Moest van alles kopieën maken en weer terug. Heb wel het gevoel dat de canceling goed doorgevoerd wordt. Dan door naar de Braziliaanse kant. Hier kom je eerst aan bij de Receita Federal, zoals de douane hier heet. Een medewerker vraagt naar paspoort en kenteken en gaat achter een computer aan de slag. Heeft niet gevraagd naar de printjes van de online aanvraag die ik in het hotel had gedaan. Wel staart hij eindeloos naar zijn beeldscherm en verdwijnt dan. Daar zitten we dan in een ruimte met 4 andere beambten, waarvan er maar één af en toe iets nuttigs doet. De rest bekijkt zijn nagels nog eens, sjokt heen en weer met een kopje thee of zit op de telefoon. 

Het duurt wel een uur voor een medewerker ons te woord staat. Hij kan Engels, gelukkig, want hij begint te melden dat er een probleem is. Ah, daar zitten we op te wachten zo aan het einde van de dag. Hij vraagt of ik ooit bij Chui ben binnengekomen. Dat klopt, in 2017 nam ik deze grensovergang vanuit Uruguay. Ze hebben geen melding dat ik het land met auto heb verlaten. Ik kan me nu vaag herinneren, dat toen ik het land weer verliet, het computersysteem van de douane down was. Ik heb toen aangedrongen dat de douanier toen mijn TIP in ieder geval zou afstempelen en ondertekenen met datum. Hij had beloofd dat hij het alsnog in zou voeren, als het systeem weer zou werken. Het formulier heb ik meegenomen, voor het geval dat. Het geval dat….is nu. Ik loop naar de auto en vind het bewaarde dokument. Als ik het hem laat zien, is hij gelijk overtuigd en komt vrij snel daarna met onze nieuwe TIP. Nog even paspoort stempelen aan de overkant en we zijn binnen. In mijn hoofd speelt een bekend sambadeuntje. Brazil, lalalala lalala.

 
Een biertje en de ondergaande zon vanaf een heuvel aan de rivier de Paraguay. Een heerlijk einde van deze dag op onze eerste plek, een camping in Corumba. Een lichtelijk vervallen hotelcomplex, waar ook overlanders kunnen staan. De sfeer is goed en er vliegen hier veel toekans rond. Wat een geweldig mooie vogel is dat toch. Even wennen aan de Braziliaanse prijzen, na het spotgoedkope Bolivia. 

 
Op deze camping hebben we afgesproken met Vincent en Annelies, die ik al een paar keer eerder heb gezien. Zij komen de volgende dag met de koeienschuit uit Porto Joffre. Tegen de avond komen ze de camping op rollen en kunnen we met z’n vieren aan de kip-ketjap die ik heb gemaakt. Leuk dat het weer gelukt is om elkaar te ontmoeten. Het moet maar net kloppen dat elkaars wegen op het juiste moment kruisen. We besluiten later samen een stuk van de zuidelijke Pantanal te gaan rijden. Eerst nog even genieten van deze plek met zwembad. Ook gaan we nog een keer goed inkopen doen in een supermarkt, waarvan we er in Bolivia niet één gezien hebben. 


We gaan de Estrada Parque rijden, een binnendoorweg waarmee we een stuk snelweg omzeilen. Eerst is de omgeving nog bergachtig, iets wat ik helemaal niet associeer met de Pantanal. We zitten hier echt aan de rand, maar de bergen laten we al gauw achter ons en zitten we op een weg die wel lijkt op de Transpantaneira in het noorden. De weg heeft heel veel houten bruggetjes, die de beste kans op het zien van wildlife bieden. Een paar capibara’s en kaaimannen maar nog niet overweldigend. Wel heerlijk om hier weer te zijn, na 24 jaar. Er zijn niet veel plekken om te kamperen want bijna overal is er hekwerk langs de weg. Als we bij een kerkje aankomen met een flink grasveld er voor, grijpen we onze kans. Toevallig gaat er net een kerkdienst van start en de vrouwen wonen die bij. Vincent en ik trekken een biertje open. 

 
Halverwege de weg is een pontje en die gaat wel, maar we komen er achter dat een paar kilometer verderop de weg is geblokkeerd omdat ze een nieuwe brug aan het bouwen zijn. Pontje nemen heeft dus geen zin. We zullen dus weer terug moeten en toch het stuk snelweg doen. Eerst maar even een lunch aan de rivier. We besluiten de weg aan de andere kant weer in te slaan en zo het resterende stuk alsnog te doen. We vinden een mooi stuk grasveld om kamp te maken en Vincent trekt zijn nieuwe barbecue tevoorschijn.


We hebben enige twijfel of we naar het noorden van de Pantanal gaan, nu we zelf de koeienschuit naar Porto Joffre niet gaan nemen. Die beslissing hadden we al genomen, omdat ze er eenvoudig te veel geld voor willen hebben. Bovendien waren Vincent en Annelies er ook niet laaiend enthousiast over. Het alternatief, 1400 kilometer omrijden is ook niet heel aantrekkelijk, want de weg er heen schijnt best saai te zijn. Maar als we kans willen maken om een jaguar te zien, een langgekoesterde wens van mij, zullen we een toertje moeten boeken aan het einde van de Transpantaneira in Porto Joffre. 

We gaan eerst nog twee nachten met z’n vieren kamperen op een plek die onze vrienden al kennen en daadwerkelijk heel mooi is. Na boodschappen in Miranda rijden we een gebied in dat veel bergachtiger is. Vooral de laatste 20 kilometer gravelpad is mooi rijden. De prachtig aangelegde camping ligt aan een glasheldere beek en er vliegen een paar hyacinth-ara’s rond. Dit zijn de grootste ara’s en hebben een koningsblauw verenpak en felgele wang en oogranden. De twee tamme trekken ook wilde aan en dan zijn er vijf. 

 
Ook lopen er nandu’s rond en een curacao. Deze zwarte kipachtige vogel heeft een mooie krulkuif en is zeer tam. Gaat het liefst bij je liggen en piept bij elke ademhaling als een bad-eendje.
Er is ook nog een andere Nederlander en ik herken hem als een Facebook-vriend. Aardige gozer (Rotterdammer) en wat leuk om elkaar dan in den verre te ontmoeten.

De rivier is fris maar superlekker om in te zwemmen. Om je heen zwemmen forellen van 40 cm. Bij de ingang stond: Welkom in een stukje paradijs. Dat klopt wel aardig.

 
Na twee dagen vertrekken we alle vier. Vincent en Annelies moeten terug naar Montevideo, ze gaan hun auto verschepen naar Kaapstad om dan naar Tanzania te rijden. Ze gaan daar twee jaar werken in een ziekenhuisje in de bush. Wij gaan toch maar beginnen aan het grote omrijden naar de noordkant van de Pantanal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten