vrijdag 1 februari 2019

38


 

Vanaf Colon aan de grens willen we naar Ibera maar dat is een eind rijden en we doen het rustig aan. Het wordt ook steeds warmer. Een vakantie dorp aan een stuwmeer heeft een camping maar ook hier staat de boulevard deels onderwater. De camping is redelijk vol en overal klinkt muziek. Tussen de camping en het water is nog een stuk grassig zandgrond. We zetten de auto daar neer zodat we weg zijn bij al het geluid en mooi uitzicht hebben op het meer. En het kan niemand wat schelen dat we hier staan.

Voor de volgende nacht is er niet veel keuze en staan we achter een benzinepomp langs de grote weg. Een mooi plekje op het gras bleek onbereikbaar. Halverwege voel ik de cruiser wegzakken en ik kom maar net achteruit weer uit de prut. Ook hier kletsnat van lange regens van de afgelopen periode.
Bij een rotonde aangekomen kunnen we wegens werkzaamheden niet verder over de RN 12. We moeten 40 kilometer omrijden, maar komen daardoor in het alleraardigste plaatsje Bella Vista terecht. Prachtig gelegen aan de Parana rivier, die nog groter is dan de Uruguay. Samen vormen de twee rivieren de grenzen van Entre Rios en Missiones. We parkeren pal aan de rivier onder een grote boom en zetten de stoelen buiten. Veel meer dan een beetje onderuit hangen kunnen we niet, het is weer onbarmhartig heet: 37 graden plus een redelijk hoge luchtvochtigheid. Pas eind van de middag gaan we een beetje lopen. Een tropisch zandstrandje met palmen en we vinden de camping boven op een heuvel. We zetten de auto op de parking en kunnen zo lekker even douchen af en toe. De nacht was slecht met veel jeugd die af en aan reed en naast de auto kwam kletsen en hard lachen. 

We wilden eigenlijk naar een kamp in het hart van het Ibera wetland, maar we hebben nog maar een uur voor het donker wordt en de laatste 30 kilometer is over een zandweg. Dan weet je nooit wat je tegenkomt en dus besluiten we om naar een camping te gaan aan de rand van het dorpje San Miguel. Hij wordt omschreven als idyllisch en mooi.
Op het moment dat we de camping op rijden zien we tientallen kleine tentjes staan en een spandoek dat duidt op een christelijk jeugdkamp. We vragen de beheerder of er ’s nachts ook lawaai zal zijn, maar hij zegt alleen in de avond en ’s nachts niet. We rijden door de poort naar het verste hoekje van het terrein en dat lijkt prima. Het geluid dat van de grote groep komt stoort ons op deze afstand niet.
Het is ongelofelijk vochtig-warm en we moeten binnen zitten vanwege de muskieten. Onze redding is de ventilator die zijn propellor gedwee van links naar rechts ons om beurten enige verkoeling toewaait. Desondanks gutst het zweet me van het het lijf.
Tegen een uur of elf gaan we slapen en dan begint een band te spelen. Is de band al niet om aan te horen, de zang wordt duidelijk verzorgd door wisselende jongeren die hun talenten duidelijk ergens anders hebben liggen. Ondanks dat het snoeihard was ben ik rond half twee even wakker geworden om te constateren dat het afgelopen was. Ben ik dus toch in slaap gevallen.
De zon was nog niet eens op als ik wakker wordt van het geluid van motormaaiers. Niet 1 of 2, wel 8 tot 10 stuks beginnen het gras te maaien waar wij ook staan. En ja, ze komen steeds dichterbij. Op gegeven moment staan ze allemaal om onze auto heen te maaien. We hebben al onze ramen open staan, dus is het een oorverdovend lawaai en uitlaatwalmen. We zijn in de grasmaaihel beland.
Met het wakkerwordende geluiden van het jeugdkamp en de maaiers die aan het voetbalveld beginnen, is voor ons de tijd daar om op te breken. What a night.
We draaien het zandpad op en beginnen aan de rit naar het San Nicolas-kamp. We zien veel grote plassen op de weg, voor de cruiser geen probleem. Halverwege wordt het pad doorkruist door een klein riviertje dat er voor de grote regenval nog niet was. Even uitstappen om goed te bekijken hoe het beste er door heen want ik moet ergens heel schuin naar beneden. Als je met de onderste wielen dan wegzakt kan de auto om gaan. Schuin en scheef ergens van af rijden is altijd een beetje eng, maar het valt mee, vooral als ik later de video zie. 

Nog geen kilometer verderop zie ik dat het einde verhaal is. Hier is een houten bruggetje helemaal weggeslagen en gaat het loodrecht een meter naar beneden het water in. Nog gezocht naar een omweg maar die was er niet. Er zat niets anders op dan om te keren en terug te rijden. We leggen ons er bij neer dat Ibera in deze periode niet te bezoeken is. Terug bij de grote weg gaan we verder richting het noordoosten als ik ineens nog een ingang van het park zie. Er is een ranger in het huisje en we kunnen het park in. Ook weer 30 kilometer eerst gravel dan zandweg. Het is al wat later in de middag en het licht werd al mooi. 



Halverwege komen we de eerste wilde dieren tegen. Capibara’s, het grootste knaagdier van de wereld. Een soort rat zo groot als een varkentje. Ze zijn niet schuw en gaan soms pas op het laatst van de weg als als je er aan komt. Dan ook de eerste jacaré, een kaaiman die hier ook veel voor komt. Hij is zo’n tweeëneenhalve meter en veel groter worden ze ook niet. Hij ligt dwars over de weg, maar schiet het water in als we dichter bij komen. Verder veel watervogels, wat je in een wetland mag verwachten. 

Ook zagen we dikke wolken in de verte. Regen? Dat zou te mooi om waar te zijn, want het is nog steeds zo heet. Bij de camping aangekomen komt een ranger ons vertellen dat we op de parkeerplaats mogen overnachten en niet op het enorme grasveld. Waarom is niet duidelijk. Maar de vergelijking gaat op met sommige Nationale Parken in het zuiden van Argentinie en Chili. Die zijn net als dit park begonnen door het Amerikaanse miljardairs-echtpaar Thomkins (oa van North Face en Esprit) die enorme stukken grond opkochten om het daarna als natuurpark aan de staat terug te geven. Ook daar mocht je alleen met een tentje de camping op. Niet lang nadat we staan begint het hard te waaien en het gaat bliksemen. Dan zowaar een bui en alles koelt gelijk een paar graden af, sinds een tijd weer eens onder de 30 graden. We kunnen weer eens slapen zonder lopende ventilator.

 
Wilden we aanvankelijk nog wel even blijven in het park, maar we mochten er niet verder in vanwege wateroverlast. Het leek weer een bloedhete dag te worden, dus gingen we maar liever nu rijden.
We kwamen in de stad Posadas en daar was een grote supermarkt. Altijd goed als je wat wilt inslaan. En veel dingen kun je in kleinere winkels niet krijgen. Ik parkeer de auto en we gaan naar binnen als ik zie dat de supermarkt op de eerste verdieping is. Er is daar ook een parking en uitgang. Ik ga weer naar beneden, rij omhoog en zet de auto pal voor de ingang. Er waren verder heel weinig auto’s en het was prima zo. Ik loop tijdens het winkelen altijd een paar keer naar buiten om te checken en zo ook nu.
Als ik met de winkelkar bij de auto kom schrik ik als ik zie dat mijn deur niet op slot zit. He, dat vergeet ik nooit. Ik zie mijn fototas achter stoel staan en zucht nog even van verlichting. Als ik de camperdeur open doe zie ik de kastdeur open, laatjes scheef en mijn geldtasje open en bloot….zonder geld. Het zweet breekt me uit. Dan zie ik dat mijn paspoort en autodocumenten er nog zijn evenals mijn credit card. Verder is er alles er nog, laptops, iPad. Ik kijk naar de voordeur en zie dan dat het slot geforceerd is. Elize komt er dan ook aan. Ik had voor mijn geldtasje een hele goede verbergplek….dacht ik. Het is me echt een raadsel hoe ze dat zo snel hebben gevonden. Anyway, veel geld weg. Balen, enorm balen. Ik heb normaal nooit veel cashgeld, maar deze keer wel omdat ze nu in Argentinie voor het pinnen zoveel commissie vragen dat geld wisselen gunstiger is.
Ik spreek een bewaker aan, maar die heeft natuurlijk niets gezien. Ik vraag dan of hij de politie wil bellen en die komt vrij snel. We staan vervolgens ruim twee uur te wachten voor er een auto van het buro kwam. Ondertussen hadden ze camerabeelden bekeken, maar de auto stond net buiten zicht. Het was al donker toen we achter de politieauto aan moesten rijden naar het buro.
De vriendelijk jongen agent wil mijn verklaring opnemen wat resulteerde in onhandig geklungel met Google-translate op zijn telefoon. Vervolgens werd het wachten, lang wachten op een officiële tolk. En de technische recherche wilde zich er ook mee bemoeien. Dit ondanks dat ik zei dat alle mogelijk sporen door mij al zijn uitgewist want ik ben meteen de deur gaan repareren. Die moet natuurlijk weer op slot kunnen. Ik zag ook helemaal geen heil erin, dat geld is weg en je ziet er nooit meer wat van terug. Sowieso begon ik me af tevragen waarom we überhaupt aangifte deden. Aanvankelijk dachten we voor de verzekering, maar die zijn heel zuinig geworden met het verzekeren van cash geld.
Toen het allemaal eindelijk klaar was en we twee getekende verklaringen mee kregen waren we 7 uur verder. We waren moe, we waren op. De camping die iOverlander aangaf was niet een hele goeie. Vieze plees en slechte douches. Er stond ook nog een andere plek op.: Club Nautica. Iets met watersport. Toen we in het donker aan hun hek stonden kwam er gelijk een jonge vrouw aan die ons welkom heette. We zetten de auto op het redelijk kleine terrein naast grote afdakken met kano’s en kayaks. Er zijn een stuk of tien andere jongeren en er hangt een heel relaxte sfeer.  We gaan bij ze zitten en er komt iemand met 10 dozen met pizza’s aan. We worden uitdrukkelijk uitgenodigd mee te eten en koud bier wordt voor ons neergezet. Het ging er allemaal goed in want we hadden inmiddels ook wel honger gekregen. Dit is wat we even nodig hadden na ons debacle.

Het kanoterrein ligt aan een baai van de Parana-rivier, maar ook aan een druk kruispunt en dus moet ik de oordoppen in als ik wil slapen. Het wordt een matige nacht, want het is warm en ondanks de ventilator zweet ik en ben door het voorval heel onrustig.
Ik probeer mezelf steeds tot kalmte te brengen. Ja, het is vreselijk dat dat geld gejat is en ja, het is stom dat ik het niet nog beter heb opgeborgen. Maar het is alleen maar het geld. Als ook mijn paspoort en kentekenkaart van de auto plus nog credit-cards weg waren geweest, dan was de ellende helemaal niet te overzien. Dan moet je terug naar Buenos Aires, bijna 2000 kilometer hier vandaan voor een nieuw paspoort. Kenteken? Krijg je volgens mij niet eens, dan kun je grensovergangen wel vergeten. En er zijn nog wel andere horrorscenario’s te bedenken. Wat als ik hem betrapt had en er volgt een worsteling, een mes….. Ik blijf mezelf inpraten: het is alleen geld.

We blijven nog een dag op deze plek in Posadas, want het voelt goed en we hebben leuk contact met een jong stel dat hier met een tentje staat. Hij is zweed en zij braziliaanse. Ze proberen wat geld te verdienen met het maken en verkopen van zweedse chocolade balletjes op de boulevard verderop. Wij zijn daar in de avond ook heen gelopen. Het was al donker maar het strand wordt ruim verlicht. Het is nog zo warm dat ik lekker even een plons neem in de rivier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten