Vanaf Colon
aan de grens willen we naar Ibera maar dat is een eind rijden en we doen het
rustig aan. Het wordt ook steeds warmer. Een vakantie dorp aan een stuwmeer
heeft een camping maar ook hier staat de boulevard deels onderwater. De camping
is redelijk vol en overal klinkt muziek. Tussen de camping en het water is nog
een stuk grassig zandgrond. We zetten de auto daar neer zodat we weg zijn bij
al het geluid en mooi uitzicht hebben op het meer. En het kan niemand wat
schelen dat we hier staan.
Voor de
volgende nacht is er niet veel keuze en staan we achter een benzinepomp langs
de grote weg. Een mooi plekje op het gras bleek onbereikbaar. Halverwege voel
ik de cruiser wegzakken en ik kom maar net achteruit weer uit de prut. Ook hier
kletsnat van lange regens van de afgelopen periode.
Bij een
rotonde aangekomen kunnen we wegens werkzaamheden niet verder over de RN 12. We
moeten 40 kilometer omrijden, maar komen daardoor in het alleraardigste
plaatsje Bella Vista terecht. Prachtig gelegen aan de Parana rivier, die nog
groter is dan de Uruguay. Samen vormen de twee rivieren de grenzen van Entre
Rios en Missiones. We parkeren pal aan de rivier onder een grote boom en zetten
de stoelen buiten. Veel meer dan een beetje onderuit hangen kunnen we niet, het
is weer onbarmhartig heet: 37 graden plus een redelijk hoge luchtvochtigheid.
Pas eind van de middag gaan we een beetje lopen. Een tropisch zandstrandje met
palmen en we vinden de camping boven op een heuvel. We zetten de auto op de
parking en kunnen zo lekker even douchen af en toe. De nacht was slecht met
veel jeugd die af en aan reed en naast de auto kwam kletsen en hard lachen.
We wilden
eigenlijk naar een kamp in het hart van het Ibera wetland, maar we hebben nog
maar een uur voor het donker wordt en de laatste 30 kilometer is over een
zandweg. Dan weet je nooit wat je tegenkomt en dus besluiten we om naar een
camping te gaan aan de rand van het dorpje San Miguel. Hij wordt omschreven als
idyllisch en mooi.
Op het
moment dat we de camping op rijden zien we tientallen kleine tentjes staan en
een spandoek dat duidt op een christelijk jeugdkamp. We vragen de beheerder of er
’s nachts ook lawaai zal zijn, maar hij zegt alleen in de avond en ’s nachts
niet. We rijden door de poort naar het verste hoekje van het terrein en dat
lijkt prima. Het geluid dat van de grote groep komt stoort ons op deze afstand
niet.
Het is
ongelofelijk vochtig-warm en we moeten binnen zitten vanwege de muskieten. Onze
redding is de ventilator die zijn propellor gedwee van links naar rechts ons om
beurten enige verkoeling toewaait. Desondanks gutst het zweet me van het het
lijf.
Tegen een
uur of elf gaan we slapen en dan begint een band te spelen. Is de band al niet
om aan te horen, de zang wordt duidelijk verzorgd door wisselende jongeren die
hun talenten duidelijk ergens anders hebben liggen. Ondanks dat het snoeihard
was ben ik rond half twee even wakker geworden om te constateren dat het
afgelopen was. Ben ik dus toch in slaap gevallen.
De zon was
nog niet eens op als ik wakker wordt van het geluid van motormaaiers. Niet 1 of
2, wel 8 tot 10 stuks beginnen het gras te maaien waar wij ook staan. En ja, ze
komen steeds dichterbij. Op gegeven moment staan ze allemaal om onze auto heen
te maaien. We hebben al onze ramen open staan, dus is het een oorverdovend
lawaai en uitlaatwalmen. We zijn in de grasmaaihel beland.
Met het
wakkerwordende geluiden van het jeugdkamp en de maaiers die aan het voetbalveld
beginnen, is voor ons de tijd daar om op te breken. What a night.
We draaien
het zandpad op en beginnen aan de rit naar het San Nicolas-kamp. We zien veel
grote plassen op de weg, voor de cruiser geen probleem. Halverwege wordt het
pad doorkruist door een klein riviertje dat er voor de grote regenval nog niet
was. Even uitstappen om goed te bekijken hoe het beste er door heen want ik
moet ergens heel schuin naar beneden. Als je met de onderste wielen dan wegzakt
kan de auto om gaan. Schuin en scheef ergens van af rijden is altijd een beetje
eng, maar het valt mee, vooral als ik later de video zie.
Nog geen
kilometer verderop zie ik dat het einde verhaal is. Hier is een houten
bruggetje helemaal weggeslagen en gaat het loodrecht een meter naar beneden het
water in. Nog gezocht naar een omweg maar die was er niet. Er zat niets anders
op dan om te keren en terug te rijden. We leggen ons er bij neer dat Ibera in
deze periode niet te bezoeken is. Terug bij de grote weg gaan we verder
richting het noordoosten als ik ineens nog een ingang van het park zie. Er is
een ranger in het huisje en we kunnen het park in. Ook weer 30 kilometer eerst
gravel dan zandweg. Het is al wat later in de middag en het licht werd al mooi.
Halverwege komen we de eerste wilde dieren tegen. Capibara’s, het grootste knaagdier van de wereld. Een soort rat zo groot als een varkentje. Ze zijn niet schuw en gaan soms pas op het laatst van de weg als als je er aan komt. Dan ook de eerste jacaré, een kaaiman die hier ook veel voor komt. Hij is zo’n tweeëneenhalve meter en veel groter worden ze ook niet. Hij ligt dwars over de weg, maar schiet het water in als we dichter bij komen. Verder veel watervogels, wat je in een wetland mag verwachten.
Ook zagen we dikke wolken in de verte. Regen? Dat zou te mooi om waar te zijn, want het is nog steeds zo heet. Bij de camping aangekomen komt een ranger ons vertellen dat we op de parkeerplaats mogen overnachten en niet op het enorme grasveld. Waarom is niet duidelijk. Maar de vergelijking gaat op met sommige Nationale Parken in het zuiden van Argentinie en Chili. Die zijn net als dit park begonnen door het Amerikaanse miljardairs-echtpaar Thomkins (oa van North Face en Esprit) die enorme stukken grond opkochten om het daarna als natuurpark aan de staat terug te geven. Ook daar mocht je alleen met een tentje de camping op. Niet lang nadat we staan begint het hard te waaien en het gaat bliksemen. Dan zowaar een bui en alles koelt gelijk een paar graden af, sinds een tijd weer eens onder de 30 graden. We kunnen weer eens slapen zonder lopende ventilator.
Halverwege komen we de eerste wilde dieren tegen. Capibara’s, het grootste knaagdier van de wereld. Een soort rat zo groot als een varkentje. Ze zijn niet schuw en gaan soms pas op het laatst van de weg als als je er aan komt. Dan ook de eerste jacaré, een kaaiman die hier ook veel voor komt. Hij is zo’n tweeëneenhalve meter en veel groter worden ze ook niet. Hij ligt dwars over de weg, maar schiet het water in als we dichter bij komen. Verder veel watervogels, wat je in een wetland mag verwachten.
Ook zagen we dikke wolken in de verte. Regen? Dat zou te mooi om waar te zijn, want het is nog steeds zo heet. Bij de camping aangekomen komt een ranger ons vertellen dat we op de parkeerplaats mogen overnachten en niet op het enorme grasveld. Waarom is niet duidelijk. Maar de vergelijking gaat op met sommige Nationale Parken in het zuiden van Argentinie en Chili. Die zijn net als dit park begonnen door het Amerikaanse miljardairs-echtpaar Thomkins (oa van North Face en Esprit) die enorme stukken grond opkochten om het daarna als natuurpark aan de staat terug te geven. Ook daar mocht je alleen met een tentje de camping op. Niet lang nadat we staan begint het hard te waaien en het gaat bliksemen. Dan zowaar een bui en alles koelt gelijk een paar graden af, sinds een tijd weer eens onder de 30 graden. We kunnen weer eens slapen zonder lopende ventilator.
Wilden we
aanvankelijk nog wel even blijven in het park, maar we mochten er niet verder
in vanwege wateroverlast. Het leek weer een bloedhete dag te worden, dus gingen
we maar liever nu rijden.
We kwamen in
de stad Posadas en daar was een grote supermarkt. Altijd goed als je wat wilt
inslaan. En veel dingen kun je in kleinere winkels niet krijgen. Ik parkeer de
auto en we gaan naar binnen als ik zie dat de supermarkt op de eerste
verdieping is. Er is daar ook een parking en uitgang. Ik ga weer naar beneden,
rij omhoog en zet de auto pal voor de ingang. Er waren verder heel weinig
auto’s en het was prima zo. Ik loop tijdens het winkelen altijd een paar keer
naar buiten om te checken en zo ook nu.
Als ik met
de winkelkar bij de auto kom schrik ik als ik zie dat mijn deur niet op slot
zit. He, dat vergeet ik nooit. Ik zie mijn fototas achter stoel staan en zucht
nog even van verlichting. Als ik de camperdeur open doe zie ik de kastdeur
open, laatjes scheef en mijn geldtasje open en bloot….zonder geld. Het zweet
breekt me uit. Dan zie ik dat mijn paspoort en autodocumenten er nog zijn
evenals mijn credit card. Verder is er alles er nog, laptops, iPad. Ik kijk
naar de voordeur en zie dan dat het slot geforceerd is. Elize komt er dan ook
aan. Ik had voor mijn geldtasje een hele goede verbergplek….dacht ik. Het is me
echt een raadsel hoe ze dat zo snel hebben gevonden. Anyway, veel geld weg.
Balen, enorm balen. Ik heb normaal nooit veel cashgeld, maar deze keer wel
omdat ze nu in Argentinie voor het pinnen zoveel commissie vragen dat geld
wisselen gunstiger is.
Ik spreek
een bewaker aan, maar die heeft natuurlijk niets gezien. Ik vraag dan of hij de
politie wil bellen en die komt vrij snel. We staan vervolgens ruim twee uur te
wachten voor er een auto van het buro kwam. Ondertussen hadden ze camerabeelden
bekeken, maar de auto stond net buiten zicht. Het was al donker toen we achter
de politieauto aan moesten rijden naar het buro.
De
vriendelijk jongen agent wil mijn verklaring opnemen wat resulteerde in
onhandig geklungel met Google-translate op zijn telefoon. Vervolgens werd het
wachten, lang wachten op een officiële tolk. En de technische recherche wilde
zich er ook mee bemoeien. Dit ondanks dat ik zei dat alle mogelijk sporen door
mij al zijn uitgewist want ik ben meteen de deur gaan repareren. Die moet
natuurlijk weer op slot kunnen. Ik zag ook helemaal geen heil erin, dat geld is
weg en je ziet er nooit meer wat van terug. Sowieso begon ik me af tevragen
waarom we überhaupt aangifte deden. Aanvankelijk dachten we voor de
verzekering, maar die zijn heel zuinig geworden met het verzekeren van cash
geld.
Toen het
allemaal eindelijk klaar was en we twee getekende verklaringen mee kregen waren
we 7 uur verder. We waren moe, we waren op. De camping die iOverlander aangaf
was niet een hele goeie. Vieze plees en slechte douches. Er stond ook nog een
andere plek op.: Club Nautica. Iets met watersport. Toen we in het donker aan
hun hek stonden kwam er gelijk een jonge vrouw aan die ons welkom heette. We
zetten de auto op het redelijk kleine terrein naast grote afdakken met kano’s
en kayaks. Er zijn een stuk of tien andere jongeren en er hangt een heel
relaxte sfeer. We gaan bij ze zitten en
er komt iemand met 10 dozen met pizza’s aan. We worden uitdrukkelijk
uitgenodigd mee te eten en koud bier wordt voor ons neergezet. Het ging er
allemaal goed in want we hadden inmiddels ook wel honger gekregen. Dit is wat
we even nodig hadden na ons debacle.
Het kanoterrein ligt aan een baai van de Parana-rivier, maar ook aan een druk kruispunt en dus moet ik de oordoppen in als ik wil slapen. Het wordt een matige nacht, want het is warm en ondanks de ventilator zweet ik en ben door het voorval heel onrustig.
Ik probeer
mezelf steeds tot kalmte te brengen. Ja, het is vreselijk dat dat geld gejat is
en ja, het is stom dat ik het niet nog beter heb opgeborgen. Maar het is alleen
maar het geld. Als ook mijn paspoort en kentekenkaart van de auto plus nog
credit-cards weg waren geweest, dan was de ellende helemaal niet te overzien.
Dan moet je terug naar Buenos Aires, bijna 2000 kilometer hier vandaan voor een
nieuw paspoort. Kenteken? Krijg je volgens mij niet eens, dan kun je
grensovergangen wel vergeten. En er zijn nog wel andere horrorscenario’s te bedenken.
Wat als ik hem betrapt had en er volgt een worsteling, een mes….. Ik blijf
mezelf inpraten: het is alleen geld.
We blijven nog een dag op deze plek in Posadas, want het voelt goed en we hebben leuk contact met een jong stel dat hier met een tentje staat. Hij is zweed en zij braziliaanse. Ze proberen wat geld te verdienen met het maken en verkopen van zweedse chocolade balletjes op de boulevard verderop. Wij zijn daar in de avond ook heen gelopen. Het was al donker maar het strand wordt ruim verlicht. Het is nog zo warm dat ik lekker even een plons neem in de rivier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten