maandag 15 april 2019

45



 

Als ik camping Mercedes op rij is het druk en helemaal achteraan staan Sven en Katja. We zijn blij elkaar te zien en uitgelaten dat het toch gelukt is. De laatste keer was bij ons thuis, op Jeroen-weekend. Ze hadden eigenlijk geen tijd want de auto werd twee dagen erna verscheept, maar zijn toen toch gekomen. En nu een meeting in Peru. De dagen die volgen, eerst drie en daarna nog zeven, worden gevuld met een hoop gezelligheid. We eten ’s middags en ’s avonds altijd samen en omdat Arequipa een culinaire stad is gaan we veel uit eten. Van heerlijk en betaalbaar bij Zig Zag of een indiaas restaurant, tot spotgoedkoop en lekker bij de chinees. Eén keer zijn we iets speciaals gaan doen. Een restaurant op de bovengalerij aan de Plaza de Armas serveert pre-inka food. Sven en ik hadden hetzelfde, gebakken eend in een ceviche, maar die was zo zuur dat het eigenlijk niet meer te eten was. Je snappen nu waarom die cultuur het niet gered heeft, grappen we. 

Tijdens ons eten was er een enorme demonstratie onder ons op het plein. Een groot podium met sprekers en een niet aflatende stroom van langskomende verenigingen. Het thema was ‘Kies voor het leven’ oftewel een anti-abortus optocht. Het onderwerp leeft kennelijk want het hield maar niet op. Veel spandoeken met schattige baby’tjes (in plaats van klompjes cellen) en auto’s met enorme geluidssystemen, om maar zo hard mogelijk voor eigen parochie te kunnen preken.
Deze week haal ik ook nieuwe banden. Het britse stel dat er ook nog steeds is, heeft ook banden nodig en hij weet een goede deal te maken voor ons samen. De Cooper Muds gaan er af en er komen weer All Terrains van BFGoodridge op. Het merk dat ik eerder altijd had. De Coopers sleten me net iets te snel af en bovendien hier niet te krijgen. De auto wordt ook opnieuw uitgelijnd en ik hoop dat het trekken naar links nu weg is. Het is gelijk te merken dat het dikke nieuwe rubber op de banden veel meer comfort geeft. De nieuwe versie van de AT’s hebben ook meer rubber op de zijkanten, wat goede bescherming geeft tegen stenen, maar er ook heel goed uit ziet. 

De cruiser van Sven en Katja heeft net als de mijne nieuwe olie plus filter nodig en we gaan samen naar een garage. De eerste heeft elleen een vaag merk olie en we besluiten dan maar naar de Toyota garage te gaan. Eigenlijk hou ik daar niet van, omdat je meestal niet in de garage mag komen tijdens de werkzaamheden. Dat was hier niet anders en het afgeven van je auto heeft meer iets weg van een intake in een ziekenhuis. Ze zijn er net zo lang zoet mee als het wisselen van olie. Als alles dan eindelijk genoteerd is krijgen we te horen dat we de auto’s om half vier weer kunnen ophalen. Het is net lunchtijd geworden. We protesteren een beetje en dan wordt het half drie. 

Op een binnenplaats wat verderop is een restaurantje waar moeders ons ongevraagd een flink bord soep voor zet. Die smaakt en vult goed, maar blijkt slechts het voorgerecht. Er komt nog een flink bord met kip rijst en groente. Heel lekker allemaal, ook het glas drinken wat op tafel komt. Voor het toetje van knaloranje gelatine bedank ik. Ik reken af en moet een schrikbarende 7 euro betalen… voor alle drie. Ik blijf me er over verbazen.

Terug bij Toyota duurt het nog een tijd voor ze aan onze cruisers beginnen. We zitten boven in een wachtruimte met uitzicht op de garage. Eindelijk zien we beweging en na enige tijd komt de man die ons heeft ontvangen boven met een mededeling. Er is een heel klein probleempje. Er gaat veel meer olie in de auto’s dan ze hadden gedacht en de prijs is bijna verdriedubbeld. Ik geef direct aan dat ik het daar niet mee eens ben. We hebben vooraf een prijs gevraagd, de auto en motor is bekeken en dan is het te laat om daar nog mee aan te komen. De aangeboden prijs was ongeveer gelijk aan wat je elders ook betaalt. Je verwacht dat een Toyota-garage weet wat ze doen. Ook al kennen ze dit type LandCruiser niet, dan zoeken ze dat maar op. 

De auto’s staan inmiddels te wachten voor de wasserij, standaard wordt iedere auto die de garage verlaat gewassen. Het is dan al half drie. Dat wassen duurt een uur en de baas die is opgetrommeld laat nog op zich wachten. Als hij komt doet Sven het woord en aanvankelijk lijkt het er op dat er een goede oplossing komt. Maar ze komen met wat korting. Sven houdt vol dat we de afgesproken prijs gaan betalen. Na veel gedoe drukt hij het geld in de hand van de baas en rijden we richting de poort. Die blijft dicht en er komt weer iemand naar ons toe. Hij praat nog wat met Sven en die geeft nog een beetje geld waarna de slagboom eindelijk open gaat. Het is 5 uur, we zijn hier al vanaf 11 uur. Zelden zo’n incompetentie en zakelijk onbenul meegemaakt. 

Na 10 dagen samen te hebben doorgebracht, gaan Sven en Katja op weg. Via de Cotahuasi Canyon gaan ze naar Nasca en door naar Ecuador. Ik ben blij dat we elkaar hebben ontmoet, want het was heel gezellig samen en zo kom ik de dagen goed door.

Ik besluit dat ik na nog en dag op de camping de verstikkende lucht  van de stad even ga verruilen voor wat berglucht. Even een rit naar een zoutmeer zo’n zestig kilometer verderop. Kan ik ook even de banden en de uitlijning testen. Ik vertrek laat en halverwege vind ik een kleine groeve waar ik bijna onzichtbaar kan staan. 

Ik geniet van de zuivere lucht en de stilte en slaap goed op 3300 meter, precies de grens voor mij. Ik ga toch een oplossing zoeken, waarschijnlijk wordt dat dan een zuurstofmasker. Het idee an sich staat me behoorlijk tegen, maar ik voel me nu ook heel beperkt. Met een beetje hulp kan ik de bergen van Bolivia volgende keer wel aan. Er is daar nog veel te zien voor we daarna Brazilië in duiken.

De volgende dag verder over de matige weg omhoog naar een zoutvlakte. Althans dat is het meestal. Ik had zelfs nog even op google maps gekeken en zag zelfs dat ze het zout hier en daar afgraven. Daar aangekomen is het nu een meer. Ook weer vanwege de overvloedige regenval van een paar maanden geleden. Daardoor zijn er wel heel veel flamingo's. Ik zet de auto aan het meer en geniet van het uitzicht. Ook komt er een groep vicuñas in de buurt grazen en ruziën. Was in Afrika ook zo, als je met de auto ergens een tijdlang stil staat, komt het wildlife vanzelf in de buurt. 

Pas tegen het eind van de middag rij ik weer terug naar dezelfde slaapplaats. Dan nog vier dagen Arequipa en dan heb ik het echt wel gezien daar. Het is een fijne stad met een mooi centrum. Ik heb vaak heerlijk uit kunnen eten. Highlight was wel de Chupa de Camarones, een soep met rivierkreeft. Ik had wat reviews gelezen en ben ervoor naar het beste restaurant gegaan. Ik heb nog nooit zoveel voor een soep betaald maar hij was dan ook waanzinnig lekker en ik had er ook een hele maaltijd aan. Julio Iglesias op de achtergrond kon zelfs de pret niet drukken.


Een ander bijzondere eet-ervaring was een vegetarische sushitent. Ik was er al een paar keer voorbijgelopen, maar ook daar las ik laaiend enthousiaste reviews over. Het was inderdaad fantastisch lekker.
Time to go. Ik ga via de kust terug richting Chili. Het eerste stuk had ik heen ook al gedaan. Ik blijf me verbazen hoe leeg het hier is. De woestijn loopt tot in zee. Soms zand maar meestal ook rotsig. Slecht heel af een toe wat armoedige vissersdorpjes. Wat je ook af en toe ziet, lijkt op een mislukt overheidsproject. Allemaal stukjes grond van een hectare met een een gebouwd huisje van drie bij drie. Honderden. Of moesten het schuurtjes worden. Geen van alle heeft een dak of is bewoond. Je ziet aan wat verdorde planten waar mensen het hebben geprobeerd. Het blijft woestijn. 

Als ik aan de kust sta te kamperen in een baai hoor ik geritsel voor in de auto. Wat? Nee toch…..ja hoor, een muis. Ik zie z’n nieuwsgierige koppie onder de stoel vandaan komen. Eén beweging van mij en weg is ie. Ik weet nu al dat ik geen oog dicht doe met muis aan boord. Niet dat ik er bang voor ben, of ze heel vies vind zoals een rat, maar ze kunnen gaan knagen aan de bedrading en dat kan natuurlijk dramatische gevolgen hebben. Die muis moet weg. 

In Australië hebben we ook een keer muizen gehad en heb er toen twee op een McGyver-achtige manier gevangen. Dat ga ik nu weer doen. Je hebt nodig: een plastic hemdtasje en een meter flos. Heb ik allebei. Je knoopt het flosdraad aan een van de hengsels en haalt hem door de andere. Dan wat brokjes kaas onderin de zak, die je plat op een kant op de vloer legt. Dan heel stil wachten met de flosdraad in de aanslag. Ik heb zo’n hoofdlampje die ook rood licht kan schijnen en ik weet nu waarvoor dat is: om muizen te vangen. De muis stort zich niet aan het licht en jij ziet wat je doet. Het duurde nog geen vijf minuten voordat hij tevoorschijn kwam en recht de zak in liep. Een ruk aan het draad omhoog en je hebt muis in de zak. Kan het niet laten om te melden dat als je te laat bent, je een kat in de zak hebt. Direct met de zak naar buiten, ik weet niet hoe lang het duurt voor hij zich naar buiten weet te knagen. Aanvankelijk wilde ik hem vrijlaten, maar om mij heen kijkend zal hij waarschijnlijk een langzame dood sterven. Er is hier helemaal niets waar hij van kan leven. Bovendien is een muis zelden alleen en moet ik ermee rekening houden dat er nog één is en dat deze dan terug wil. Ik sla met de zak en inhoud hard tegen de zijwand van de camper. Piepzak is dan stil.

En dat klopte. Ik had voorin een stukje kaas neergelegd en dat is na enige tijd verdwenen. Als ik weer in bed lig wederom geritsel en zie ik nr 2. Die vertoont duidelijk ander gedrag. Schiet als een bliksem heen en weer over de vloer. Ik heb wel meer dan een uur klaar gelegen met m’n touwtje in de hand, maar deze trapte er niet in. Misschien heeft hij het zien gebeuren, muizen zijn slimmer dan je denkt. Ik doe oordoppen in en leg nog een brok kaas neer, zodat deze zijn buik vol kan eten en geen trek meer heeft in elektriciteitsdaad. Morgen valletjes kopen.

’s Morgens zet ik de deuren wijd open en als ik ik hem bij de voorstoelen zie sla ik hard met een stok op de stoelen in de hoop dat hij naar buiten springt. Ik heb het niet zien gebeuren, maar met de twee gekochte muizenvallen vang ik niets en het is verder helemaal stil. 

De grens ging vlot en wat opviel was dat er groepen Venezuelanen waren met grote koffers die ook stonden te wachten om ingestempeld te worden. Vreselijk dat dat land zo geterroriseerd wordt door die Maduro.  In Arequipa zag je er ook al veel op straat, snoepjes te verkopen.
Terug in Chili, mijn terugvlucht komt nu echt dichterbij. In Arica vind ik een hostel met kampeermogelijkheid. Het is er erg gezellig met veel jonge mensen die leren surfen. Er is een heerlijk zwembad en ’s avonds worden er pizza’s op de barbecue gemaakt. Wist niet dat dat kon maar ze smaken heerlijk. Ik blijf nog een tweede dag, want ik ben een dagje eerder aangekomen. Wat ook superhandig is, is dat er een winkeltje naast de hostel is. 

Dan, het laatste stuk naar Antofagasta, toch nog zo’n 800 kilometer. De noord-zuid afstanden zijn groot in Chili, terwijl het oost-west hier en daar smaller dan Nederland is. Het eerste stuk richting Iquique is er maar één weg, later kan ik kiezen tussen de kustweg en de weg door het binnenland. Ik neem de laatste, deel van de Panamericana. De eerste heb ik op de heenweg al gedaan. Er is niet veel over te vertellen. De woestijn is hier even saai. Ik rij tussen de truckers, ik eet tussen de truckers. Alleen slaap ik niet tussen de truckers, ik rij ergens de weg af de woestijn in, dat is veel rustiger. 

Als ik in Antofagasta aankom ben ik ook door al mijn eten heen. Het is nog ochtend en ik heb pas eind van de middag afgesproken met Camilo, waar ik de cruiser ga stallen. Ik parkeer de auto bij een hotel waar Elize en ik hebben geluncht, in de hoop dat het wifi-password nog werkt. Dat doet het en kan zo lekker even online na een paar dagen. Op de drukke vismarkt aan de overkant hebben ze heerlijke empenada’s met garnalen.

Er was even een misverstand dat ik zondagavond al bij Camilo aan de deur zou staan en ze komen laat van een weekend weg terug. Geen probleem, we kletsen nog wat en gaan de volgende ochtend naar de douane om te regelen dat ik het land mag verlaten zonder auto. Het lijkt eerst helemaal niet nodig te zijn, maar als de beambte later zijn chef belt, moet er wel degelijk iets op papier gezet worden. Beter zo, dan kan ik iets laten zien als ze morgen lastig gaan doen op het vliegveld. Peace of mind.

Ik neem Camilo mee voor een ontbijt en ga dan terug lopen naar hun huis. Ik kan een taxi nemen, maar even de benen strekken is niet verkeerd na dagenlang in de auto. Na 10 kilometer vind ik het genoeg  en neem het laatste stukje een taxi.
Wasje draaien, beetje schoonmaken nog. Ik kan lekker mijn gang gaan want ze zijn allebei op het werk. En hier stopt dan even weer de berichtgeving. Als alles goed gaat zijn we binnen drie maanden weer hier voor een vervolg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten