zaterdag 25 februari 2017

18

 

In Puerto Montt kunnen we alleen op een betaalde parkeerplaats overnachten. Niet verkeerd, maar het was weer even wennen aan de stadsgeluiden. Na vijf weken op de carretera austral was het even tijd voor iets anders. Puerto Montt bekijken we een beetje te voet en dan rijden we naar het zuiden. We pakken nog maar eens een pontje, deze keer naar het eiland Chiloë. 

 
We rijden gelijk door naar een slaapplek die op een klif aan zee gelegen is. Wederom een fantastische plek, waar we twee dagen blijven. Het weer is wel omgeslagen en het heeft de laatste nacht geplenst. Er was ook een paar dagen slecht weer voorspeld, dus er komt nog meer.
Ancud is het eerstvolgende stadje. Niet heel bijzonder, maar wel weer een goede plek voor inkopen doen. Ook was er een tankstation met douche en internet en dan ben je maar zo weer een dag zoet. Aan het eind van de middag rijden we naar onze tweede plek. Deze is aan de westkust, de oceaankant van het eiland. De branding heeft hier veel brekende golven achter elkaar en maakt hier een kabaal als een goederentrein die oneindig lang is. 

We hebben hier veel binnen moeten zitten vanwege de aanhoudende nattigheid. Op zulke momenten komt de de grootte en indeling van de cruiser goed tot z’n recht. Het is dan heel belangrijk dat je binnen kunt staan, je kunt bewegen en ruim kunt zitten. Met zulke vochtige dagen is goede luchtafvoer ook van groot belang. Ik zou de keukenventilator niet willen missen. We hebben zelfs nauwelijks beslagen ramen. Omdat we het niet zo fijn vinden om met dit weer te gaan rijden, blijven we nog een dag hier, hopend op weersverbetering. 

 
Op Chiloë staan 18e eeuwse houten kerkjes en een aantal ervan zijn werelderfgoed. Die willen we sowieso zien en omdat het nog steeds wat motregent af en toe gaan we ze maar eens opzoeken. We rijden terug via Ancud naar de oostkust waar het kerkje van Aucar op een eilandje staat. Via een lange loopbrug kun je hem bezoeken, hoewel het interieur verborgen blijft achter een gesloten deur. De parkeerplaats is voor ons wel weer een goede overnachtingsplek en zo zien we af en toe een bus komen met toeristen, die zich in doorzichtige ponchos hun attractie niet laten ontnemen. Als lopende boterhamzakjes schuifelen ze de loopbrug op en neer. Als het af en toe droog is, gaan we naar Tenaun waar één van de mooiste kerkjes staat. Blauw-wit met drie torentjes. 

 

 

Binnen is te zien hoe deze kerk ook helemaal gerestaureerd is, waarbij men traditionele houtverbindingen in ere gehouden heeft. Hier heeft men geen marmer en bladgoud zoals in veel katholieke kerken te zien is. Hier heeft men het materiaal gebruikt dat voorhanden was en er met liefde iets moois van gemaakt. 

 

Tegenover de kerk is een plek waar we kunnen staan, hoewel het naast een woonhuis is. Er hebben hier meer overlanders gestaan en we gokken er op dat de mensen het niet erg vinden. Ik zie onze buurman thuis komen. Als ik even later naast de auto sta en uitkijk over de baai, komt hij naast me staan. Ik denk dan dat hij gaat vragen of we ergens ander willen gaan staan. Maar in plaats daarvan vraagt hij of ik een appel wil en houdt me er één voor. Wat een aardige mensen wonen hier toch. Keer op keer blijkt weer hoe vriendelijk en behulpzaam ze hier zijn. Overigens zeggen Chilenen uit het midden en noorden zelf ook dat de mensen in het zuiden bijzonder vriendelijk zijn. 

 

 

Als later hij en een andere bewoner met hun roeibootje aan wal komen, laten ze trots de vangst zien. Twee enorme baracuda’s en een tonijn. Vakkundig worden ze op het strand gedemonteerd tot er mooie filets overblijven. Later brengt buurman ons een ‘staartstukje’ Ik gok bijna twee kilo vis. Ik maak er kleinere moten van en doe twee zakken in de koelkast. De rest gaat die avond in de pan. Super lekker. Ook de twee dagen erna is er nog genoeg.
We wandelen een stuk het dorp uit en worden bij een mooi oud houten huis naar binnen gevraagd door de bewoonster. 

 

We communiseren in het spangels en drinken een zelfgebrouwen likeur. De sfeer in dit dorp is zo relaxed. Af en toe komt er een bus of auto’s met toeristen om het kerkje te bewonderen. Als ze dan naar het strand lopen komen ze lang ons. Veel mensen willen over ons weten en we hebben veel aanspraak. We hebben zo ontzettend veel positieve reacties gehad op de cruiser.
Als we na twee nachten vertrekken plukt de buurvrouw nog snel voor ons wat vruchtjes uit de tuin. Ik weet niet hoe ze heten, maar het is een soort lampionnetje met een rond geel vruchtje binnenin, lekker zoetzuur.
We willen nog naar Castro, de hoofdstad van het eiland, waar ook een mooie kerk moet staan. We kunnen in de binnenstad bewaakt parkeren, weliswaar tegen amsterdamse tarieven, maar dan zitten we wel direct aan het plein waar de kerk staat. Die is kanariegeel met paarse torentjes, een aparte combinatie.

 

Maar dan het interieur van de kerk. Ook weer helemaal van hout, wat het niet alleen een heel warm beeld geeft, maar ook de acoustiek is heeft een zachtere galm dan je van een kerk gewend bent. Het geeft al met al een heel intieme sfeer. 



Een andere bijzonderheid in Castro zijn de palafitos, huizen op palen. Bij binnenkomst van de stad hadden we gelijk al zien staan. Aan een baai staan er nog veel meer. Het is een heel trendy gebied aan het worden met luxe koffietenten en galerieën. We drinken er een cappuccino met cake en genieten van het buitenterras over het water. 


Aan de overkant zien we heuvels waar een slaapplek voor ons moet zijn. Na een flinke klim met de cruiser komen we bij een uitzichtspunt. Er staan wat andere auto’s en er achter is een grasveldje. Daar kunnen wij mooi staan. Volgens iOverlander komen er tot elf uur mensen, maar zou de nacht doordeweeks rustig moeten zijn. Dat lijkt te kloppen tot er vanaf 1 uur auto’s komen en harde muziek aan hebben. Ze staan achter ons op het veldje. Na een tijdje taaien ze af en keert de rust terug. Tot er om 3 uur ’s nachts weer ineens keiharde muziek naast ons is. Het lijkt alsof ze het er om doen. Ook veel luide stemmen. Ik heb het gehad en wil weg. Als we het dak van de cruiser hebben dichtgetrokken rij ik over het veldje naar beneden en zie op de parking nog vijf auto’s staan met jongeren. Partytime, maar niet voor ons. Wij rijden naar beneden en vinden een andere plek waar we nog wat resterende uurtjes kunnen slapen. De slechtste nacht tot nu toe. 
Als we gaan ontbijten staan we naast een stel andere campers, een jong stel met een kleine poepert. Ze reizen rond in hun VW- busje en zijn op zoek naar een huis…ergens....ooit.
We vinden het mooi geweest op Chiloë en rijden terug naar het noorden, waar de veerpont ons terugbrengt naar het vaste land. 

 

Het weer is weer slecht geworden en dat begeleidt ons de hele weg. Door de dikke regenwolken is er van het landschap niet veel meer te zien. In Puerto Montt doen we nog boodschappen en rijden dan door naar het merengebied. Chili heeft zijn eigen merengebied aan deze kant van de Andes. Ik ben in het noordelijk deel geweest en in mijn herinnering was het nog mooier dan de Argentijnse kant. Overwegend door de vulkanen die hier te zien zijn. Onze eerst stop vinden we aan het grote Llanquihue meer. De iOverlander plek was al voorzien van een bordje NO PASAR. Dat respecteren we en vinden een stukje verderop ons eigen plekje. We zetten de cruiser op grote keien pal aan het water en noemen deze plek ‘de ballenbak’.
We horen de weg duidelijk maar dat wordt in de avond beter en ’s nachts rijdt er bijna niets meer. Rondom ons dikke trossen rijpe bramen en het water is fris maar er is doorkomen aan. Eindelijk weer eens zwemwater. Goeie plek ook om o.a. het beddegoed te wassen, want na een bewolkte ochtend klaart het op en kan het spul mooi drogen. Het bevalt ons hier zo goed dat we nog een nachtje blijven. 


Ook de volgende dag schitterend weer. Laat in de middag vertrekken we en als we de weg opdraaien staat hij daar pal voor ons, in volle glorie, nu zonder verhullende wolken: Osorno. Een pracht van een vulkaan. Perfecte kegel en zelfs nu aan het eind van de zomer nog deels bedekt met sneeuw. Later zien we door de blauwe kleur dat dat vergletsjerde sneeuw is. We pakken verderop een zijweg die een heel stuk de vulkaan op gaat. Hij eindigt op de parkeerplaats voor de skiliftjes. Mooi contrast weer op één dag. We blijven hier slapen.

 

De volgende ochtend is er een gesloten wolkendek, maar wel onder ons dus de zon kan ongehinderd opkomen en zijn ochtendkleuren om zich heen spreiden. Beneden aan het meer weten ze daar nog niets van.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten