maandag 1 januari 2018

25

 

Ik ben aan de weg bij de Itaipu dam blijven staan om te slapen. Het zou daar rustig en veilig zijn. Tot een uur of twaalf kwam er elke 3 minuten een bus voorbijrazen. Daarna werd het inderdaad rustig tot ze om kwart over vijf al weer begonnen. Verderop nog even doorgeslapen en toen maar naar de brug waar de grens met Paraguay is. 

Het is er een heksenketel, zo druk, nu al. Altijd vier dingen te doen. Paspoort uitstempelen, auto uit, paspoort in, auto in. Pas uitstempelen ging vlot. Toen, op zoek naar het kantoor voor de auto, de Aduana. Die is daar aan de overkant. Daar zat een man die mij in het portugees probeert duidelijk te maken dat ik naar een ander kantoor moet want hij kon iets niet doen nu. Ik wordt naar een klein, onooglijk kantoortje gedirigeerd waar een blonde juffie haar nagels vijlt en met haar telefoon als spiegel kijkt of ze er nog net zo uitziet als 3 minuten geleden. Na een tijdje komt er weer iemand anders die zegt dat ik in het grote kantoor ernaast moet wachten. Daar zijn bijna alle buro’s leeg. Eén iemand is bezig allemaal kadootjes op haar buro te zetten. Oja, het is bijna kerst. Na een half uur wachten op ik weet niet wat, trek ik aan de bel. Wie spreekt er engels, wat is er aan de hand. Ik wil alleen maar mijn auto uitstempelen. Iemand die kennelijk begrijpt wat ik bedoel gaat in overleg met weer iemand anders. Ze zijn een kwartier aan het lullen. Als dat over mijn stempeltje gaat begrijp ik niet wat daar allemaal over te zeggen valt. Djeezus. Dan moet ik meekomen, naar, jawel, het kantoortje waar ik als eerste kwam. Daar zit dezelfde man. Van 'la castja naar el muro' heet dat hier misschien wel.
Er wordt weer overlegd en dan probeert hij me uit te leggen wat er aan de hand is. Voor zover ik het kan volgen ligt, of het computersysteem plat, of degene die het moet invoeren is er niet. Gelukkig is hij bereidwillig mij te helpen en stempelt mijn tijdelijk invoerdocument uit met ondertekening. Ik vraag of hij ook nog zijn naam er bij zet en dat doet ie. Hij belooft dat zo gauw het kan mijn auto ook uit het digitale systeem wordt uitgeschreven. Dat hoop ik dan maar, anders krijg ik problemen zo gauw ik Brazilie weer in wil. Maar dan heb ik in ieder geval mijn uitgestempelde papier nog als bewijs. 

Dan de brug over voor nummer 3, immigracion Paraguay. En daar is het druk, niet normaal. De rij staat buiten en slingert dan het kantoor naar binnen. Een uur heb ik daar gestaan.
Het kantoortje voor de TIP auto loop ik eerst voorbij. Daar waar ik even naar binnen had gekeken kan het toch niet zijn. Ja toch wel. Een hok midden tussen de rijbanen waar een tv staat te bleren en een man in de hoek hangt. Hij helpt me en gelukkig gaat dit lekker vlot. Zo, alles klaar, rijden maar.

De eerste indruk van Ciudad del Este, mijn eerste stad in Paraguay, is die van een stad in Azie. Hoge gebouwen, veel reclameborden en druk. Hier is electronica heel goedkoop en het stikt van de winkels die dat aanbieden. Dan, langzaam de stad achter me latend, verandert dat beeld naar één die me meer aan West-Afrika doet denken. Tussen de geasfalteerde weg en de huizen en winkels ligt een strook rode aarde, die nu door regenval modderig is met hier daar grote plassen. Alle auto’s zijn deels rood van de modder, want ook al rij je op het asfalt, het meegenomen rode stof van de zijwegen komt overal. 

Het valt eens te meer op dat het deel van Brazilië dat ik zojuist heb verlaten een stuk ontwikkelder is.  Ik rij de 300 kilometer naar de de westkant van het land, naar mijn bestemming: Hasta la Pasta, een plek gerund door een zwitsers paar, dat een overlander-hotspot is geworden. Die naam is niet alleen grappig, maar ook heel goed gekozen. Rene maakt zelf pasta en daar voorzien ze heel wat winkels mee.  Mooi om te zien hoe dat werkt.

Onderweg pin ik geld en ik moet echt even wennen aan de getallen. Eén euro is zo’n 6500 Guarani. Op het keuzemenu van de pinautomaat staan bedragen van een half tot anderhalf miljoen. Ehhh… Ik kies voor 700.000, wat dus net iets meer dan 110 euro is. Ik doe ook gelijk maar wat boodschappen, ik weet niet wat de situatie ter plekke is en met kerst voor de deur. Wat gelijk opvalt is dat Paraguay veel goedkoper is dan Brazilië en Argentinië. Zeker een derde minder. Dat geldt nog meer voor diesel. Die kost hier 65 cent per liter. Ik weet nu al dat ik met straks met volle tanks, 210 liter, de grens met Argentinië over ga. 


Wat ook opvalt zijn de Mennonieten die hier wonen in sektarische gemeenschappen. De mensen zijn herkenbaar aan hun 50er-jaren kleding en de vrouwen met een frutsel op het hoofd. Aan hun gezichten is ook te zien dat ze al generaties lang een heel gesloten bevolkingsgroep zijn. 

Onder het geblaf van een paar honden schuift het hekwerk opzij en rij ik met cruiser een stukje paradijs binnen. Zwitserse standaard, is de term waarmee zij zichzelf aanprijzen en dat klopt. Het terrein is als een park met bomen, aangelegde stenen paden hier en daar een huisje en verderop zie ik al wat andere trucks en auto’s staan. Ik wordt hartelijk welkom geheten door Rene en Marion en verderop zie ik ook de Landrover van Ralf en Janneke al staan. Ik ken het stel van bijna een jaar geleden toen we ze tegenkwamen op de carretera austral. Toen gingen we, na een paar uurtjes met koffie en gezelligheid, ieder weer ons weegs en dat was in tegengestelde richting. Zij zuid, wij noord. Via internet hebben we contact gehouden en maanden geleden al een soort van afspraak gemaakt om elkaar met kerst hier te treffen. Leuk dat dat gelukt is. 

 
Er staan nog 6 andere overlandwagens en het is een gemoedelijke sfeer. Alle anderen zijn duitsers of zwitsers en een aantal zijn al over de 70. Krasse knarren. Bruno en Renate waren vorig jaar ook op Valdes en twee vrouwen hebben we in El Bolson al ontmoet. Het is een klein wereldje, die van de overlanders. Die avond is er een gezamenlijke barbecue.

Ik blijf hier 9 dagen. Dat is voor mijn doen heel lang, maar het is een heerlijke plek om kerst en oud en nieuw te vieren. En er zijn hier wat aangename voorzieningen. Een goede wasmachine en een zwembad. Vooral de dagen dat het tegen de 35 graden loopt is dat een zeer welkome afkoeling. Ik zal waarschijnlijk een aantal van de mensen nog wel tegenkomen, want zo’n beetje iedereen gaat richting Salta.

Op een gegeven moment kruipt er een vreemd beest over de camping. het lijkt eerst een duizenpoot, dan een soort slang, maar het blijkt een hazelworm te zijn. Een pootloze hagedis. Heb je in Nederland ook maar niet 50 cm lang!!



Ik heb naast het vele hangen en niets doen ook nog wat nuttigs gedaan, of eigenlijk laten doen. In de spatborden zaten al wat roestgaatjes en daar ben ik mee naar een plaatwerker gegaan. De werkplaats zag er niet veelbelovend uit, maar dat had Rene me al gezegd. Het bleek al gauw meer dan wat gaatjes te zijn. Na het uitslijpen, kon je op een plek bijna je hand naar binnen steken, zo groot was de rotte plek.

De werkplaats was een zooitje. Er was weliswaar een groot afdak maar daar stonden een paar auto’s onder, waarschijnlijk al een hele tijd. Hierdoor moest de cruiser half op straat staan en de beste man, Chappi, in de zon staan werken en dat op een bloedhete dag. Ik heb later een stoel gepakt en ben er bij gaan zitten, in de schaduw. 

Een haakse slijper had hij nog wel, maar het inlassen van stukjes plaatijzer ging met een snijbrander en een stukje draadstaal, in plaats van elektrisch lassen. Tijdrovend werk, maar hij was er zeker bedreven in. Het ging allemaal veel langer duren dan de twee uurtjes die hij voorspeld had. Uiteindelijk de hele dag met een break, waar ik ben teruggereden en voornamelijk in het zwembad heb gelegen. 

Ondanks dat hij bij het begin al had gezegd dat hij niet de verf op kleur had en ik er al vanuit ging weg te zullen rijden met grondverf, kwam hij toch aan met een mengsel van blauw. Het was mas o menos, min of meer de kleur. Toen de compressor na wat strubbelingen uiteindelijk toch aan sprong, deed hij het spuiten met ervaren hand. Echt strak. Toen de kranten met afplaktape verwijderd werden, was er wel verschil in kleur te zien, maar zeker geen slechte poging. En tien keer beter dat het grijs van grondverf waar ik een tijdje mee zou moeten rondrijden. Dan, afrekenen. Ik wist dat het in de tonnen ging lopen en inderdaad, een kwart miljoen. De snelste omrekenmethode is te beginnen met 4 nullen weg te strepen en dan de helft er bij. En dan kom je op….. 37 euro. Inclusief alles. Ongelooflijk, en dan ben ik zeer waarschijnlijk zijn beste klant deze week. 

Ik vul de andere dagen voornamelijk met een beetje lezen in de hangmat, tussen door een plons in het zwembad en 's avonds een biertje drinken. Veel meer kun je ook niet. Het is ongenadig warm, één dag zelfs 38 graden met hoge luchtvochtigheid. Zittend in een stoel loopt het zweet in straaltjes van je lijf. 

Op nieuwjaarsdag neem ik afscheid en rij naar Asuncion, de hoofdstad, zo'n 50 km verderop. Onderweg beland ik in een wolkbreuk van tropisch formaat. Onophoudelijk knettert het onweer uit de diepdonkere samengepakte wolken boven mij. De wissers op de hoogste stand kunnen het water maar net wegkrijgen. Bijna iedereen rijdt met extra de knipperlichten aan. De straten vullen zich al meer met water, vooral als ik de stad nader.  


Ik check in bij het hotel Westfalia die achter het hotel plek biedt voor campers. Geen plek met allure maar daarentegen kun je wel met wifi bij het zwembad zitten.
In Asuncion wil ik op zoek gaan naar een nieuwe voorruit, de zoveelste na het debacle in Chili. Twee nieuwe ruiten scheurden al na een dag, omdat ze op maat gesneden waren. Dat kan dus gewoon niet. Zoeken dus naar een ruit die meteen past. Ben vroeg op pad gegaan en verschillende autoglasbedrijven bezocht. Een paar uur rondgereden dor deze toch wel grote stad. Of ze hadden hem niet, of ze wilden hem op maat snijden, of ze waren duur. Tot wel bijna 300 dollar. Op weg terug naar het hotel passeer ik er nog één, die er niet al te hoopgevend uit zag. 

Ja, die heb ik, kost 100 dollar.  Ik kon het haast niet geloven, maar een kwartier later rij ik weg met een passende ruit. Happy. Niet meer tegen die vervelende dubbele breuk aankijken. Aan de titel bovenaan kan dus nog worden toegevoegd het spaanse woord voor voorruit.: 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten