dinsdag 20 maart 2018

33


Iets waar we niet genoeg van krijgen, is een mooi kronkelweggetje de bergen in. Een enkele komt bij de grens met Chili, de meest eindigen ergens hoog bij een meertje of iets anders. Als we er weer eens één inslaan, stuiten we halverwege op een slagboom en een post van de gendarmerie. Er is niemand om open te doen en we keren maar weer om.
We stoppen nog bij een hike naar een waterval waarvan we het bord op de heenweg al zagen. Heel in de verte en hoog zie ik hem. Naar de waterval en terug is het 3 uur lopen en dat is me net iets te veel. Ik kan natuurlijk wel de drone er heen sturen. Er staan geen auto’s dus er zijn geen wandelaars. Ik moet de drone hoog en ver weg laten vliegen en ook nog een canyon in, riskant. Het lukt om een opname te maken.

Later als we op een plek aan een riviertje staan, wil ik even een foto uit de lucht maken en laat hem weer op. Na nog geen minuut vliegen stort hij naar beneden en valt hard op de rotsen. Stukken vliegen in het rond. Ik weet gelijk dat het helemaal foute boel is. Als ik hem oppakt is er geen propeller meer heel en één arm is geknakt. Wat opvalt is dat er één propeller ontbreekt. Dat betekent dat hij net als vorig jaar er één in de vlucht is verloren en dat ie daarom is neergestort. Vorig jaar nog op bosbodem, nu dus op rotsen en die geven niet mee. Als ik hem opstart klinkt gekraak uit de motoren maar dat verdwijnt snel. Ik zie ook dat de gimbal - de camera-arm - niet goed meer werkt. Het beeld schudt en dat betekent dat de beeldstabilisatie ook aan gort is. Balen.
 
We willen in rond Mendoza ook weer een wijnproeverij doen en we hebben een wijnhuis gevonden die onze nieuwsgierigheid heeft gewekt. Het is bodega Salentein, een nederlandse naam die afkomstig is van een slot in Nijkerk. De familie Pon, in Nederland oa importeur van Volkswagen en alle aanverwante merken, heeft hier 4400 hectare grond gekocht en binnen twintig jaar een toonaangevend wijnhuis gecreëerd. In de gidsen wordt het huis aanbevolen voor een toer omdat het zich onderscheidt.

We gaan er heen en als de cruiser het landgoed op rolt, zien we gelijk dat het onderscheidende al met het gebouw begint. Hypermodern strak beton, natuursteen en glas. Het gebouw is de ontvangsthal, wijnwinkel en restaurant.

We doen de toer en lopen door een stuk wijngaard met verschillende druivesoorten naar een volgend gebouw in dezelfde stijl. We dalen af naar 9 meter onder de grond, waar op natuurlijke wijze een constante temperatuur heerst. In deze ruimte, die de cathedraal wordt genoemd, wordt de wijn gemaakt en opgeslagen. De symmetrische opstelling van de eikenhoten vaten in de centrale ruimte samen met nog wat wetenswaardigheden over het proces, geven de indruk dat hier op bijna religieuze wijze met edele vocht wordt omgegaan. In een cirkel om de ronde vloer staan nieuwe lege vaten, dan een stapje hoger de vaten met hun primus, hun nummer 1 wijn van de Malbec-druif. Er achter staan rekken vol met meer houten vaten.

We zien nog een ruimte met een gigantische tafel van travertin, waar de familie bij tijd en wijle een proeverij en of banquet houdt. Het schijnt dat Willem-Alexander en Maxima elkaar in deze ruimte - niet geheel bij toeval - voor het eerst ontmoet hebben. Duizenden flessen in opslag vormen de wandbekleding. We worden naar een andere ruimte geleid, waar ons wat van het moois staat te wachten. Drie flessen zijn ontkurkt, waarvan de eerste een bubbeltje. Lekker om mee te beginnen. Dan een Chardonnay, die ik wel kan waarderen, ofschoon ik deze wit meestal mijdt. Dan komt de wijn waar ik mijn oog al een tijdje op had laten vallen, de Primus. Het rode goed streelt de tong met complexiteit die je van een dergelijke wijn mag verwachten. Heerlijk.

Als Elize wat later bij de auto komt, heeft ze een verrassing gekocht: een fles Primus, wauw. We rijden weer een stuk verder naar veelbelovende plek, een heuvel met 360 graden uitzicht. De beschrijving klopt, ook dat het kleine stukje omhoog heel steil en slecht is.

Als we ons goed en wel gesettled hebben zien we in de verte een enorm donkere lucht ontstaan, die snel dichterbij komt. Niet lang daarna een gordijn van regen en onweer. De top van een heuvel is ‘not the place to be’ met onweer, dus rijden we weer naar beneden waar ook een sta-plek is aan de weg. Het meeste van de enorme bui gaat net langs ons heen, maar bliksems slaat niet ver van ons in. We zitten voorin de auto waar de stalen kooi ons zal beschermen in geval dat….

De ochtend kon niet beter zijn, een zonnetje en windstil. We rijden voor de tweede keer de heuvel op om van het fenomenale uitzicht te genieten tijdens ons ontbijt. Het gebergte voor ons heeft een dun laagje verse sneeuw ontvangen dat nu langzaam weer wegsmelt.
We moeten nodig weer eens een wasmachine vinden en de camping van Mendoza zou er één hebben. Camping Suizo heeft alleen nog de naam van de zwitser die hem begon, voor de rest is het Argentijnse treurnis op het gebied van onderhoud. Maar goed, twee belangrijke dingen zijn wel in orde, de douches zijn lekker en de wasmachine doet het. We blijven twee dagen. 

Er zijn drie wegen naar Uspallata, onze volgende bestemming. De grote weg, waarvan we al een stuk deden toen we hier kwamen, een weg door de bergen die half asfalt en half gravel is, en een klein bergweggetje dat zo slecht zou zijn dat bijna niemand er rijdt en alleen enduro-motoren het als funrit doen. De twee auto’s die het wel hebben gedaan en erover schreven in iOverlander zijn wel vol lof over de omgeving waar de weg door loopt. Wij gaan hem ook doen.

Na een aanloop over vlak terrein, begint het gelijk. Het gaat flink omhoog en de weg wordt slecht, heel slecht. Uitgesleten door waterstroompjes, kun je maar net grote brokken steen omzeilen. Een stuk rijden we niet op een weg maar in een rivierbedding, waar een laagje water ons tegemoet stroomt. De plekken waar we eventueel zouden kunnen omkeren zijn steeds dunner gezaaid. De weg is uiteindelijk niet meer dan een pad, waarvan één baan gebruikt wordt door motoren, dan andere kant is een mijnenveld van scherpe keien. Het is zo steil dat hele stukken alleen in eerste versnelling low-gear kunnen doen. De cruiser kruipt langzaam, maar beheerst naar boven. Hij doet het geweldig goed en ook de camperopbouw geeft geen krimp. Ook weer een goede testrit voor het geheel. Op een top van het voorgebergte vinden we een grote vlakke plek waar we kunnen staan. Hier kunnen we mooi het dal in kijken waar we naar boven zijn gekomen. Er passeren ons nog enkele motoren en ook een groepje quads. Duimpjes gaan omhoog voor ons. Het moeilijkste stuk hebben we gehad.

We moeten nog een stuk omhoog voor de eerste pas van 3000 meter, maar dat gaat makkelijk. Bij de afdaling aan de andere kant zijn nog wat uitdagingen, maar dan is het weer een gewone gravelweg. We passeren de berg met zeven kleuren.


Dan komen we er achter dat we onze zwarte waterzak missen, die we onder andere voor bushdouchen gebruiken. Vergeten op de camping. Bij het vullen heb ik hem bij de kraan laten staan. Stom. Even een kort afweging of we zin hebben om hem op te halen, het is 200 km op en neer. Ja, want we gaan hem anders missen en het was ook best een duur ding. En we kunnen de andere, goede bergweg nemen. Een zeer vriendelijke man van het toeristenburootje in Uspallata belt voor ons naar de camping, die bevestigt dat hij gevonden is.

De gravelweg klimt en klimt, maar is goed te doen. Net voorbij het hoogste punt is een mooi uitzichtpunt en ik merk dat ik eigenlijk te moe ben om door te gaan. De andere weg heeft toch aardig wat energie gekost. We stoppen hier, het is ook een prachtige plek. Na acht uur is er ook helemaal geen verkeer meer. Het is zo stil dat je de sterren hoort fonkelen. 

 
We kijken neer op een locatie met hete bronnen. Daar verheugen we ons op de volgende ochtend, maar helaas ze blijken gesloten te zijn. Net als een mooi hotel dat er staat. Al 40 jaar dicht. Dan rollen we maar verder de berg af baar Mendoza. We krijgen onze zak terug en springen nog even snel onder de douche. We pakken nu de derde weg naar Uspallata. We moeten dan door de stad, waar we nog even naar mijn favoriete hypermercado kunnen.

Onder Mendoza ligt een stuwmeer waar het goed toeven is. We blijven er twee dagen, even een dag niet rijden. Dan komen we voor de derde keer in Uspallata aan. Ik voor eigenlijk voor de vierde keer. Ruim een maand geleden toen ik richting Santiago ging kwam ik hier ook al langs. Ook de weg verder naar het noorden was voor mij al bekend. Hoewel, als je de andere kant op rijdt, ziet de wereld er vaak weer heel anders uit. De weg naar Barreal is goed gravel en gaat door kaal gebied omzoomd door hoge bergen. Een hele rij met besneeuwde toppen glijden aan ons voorbij. De enige plek met bomen voor wat schaduw -toen ik zuidwaarts ging heb ik hier gekampeerd- is nu bezet door wegwerkmachines. We rijden door tot we in het dorp komen, waar alles nog in siësta is. En die duurt hier tot vijf uur.
Ik heb vorige keer ook in Barreal vrij gekampeerd op een plek aan de rivier met fabuleus uitzicht, maar ben toen wel tot laat wakker gehouden door een groepje drinkende mannen. We gaan wel even naar de plek maar blijven er niet, want het is vrijdag en dan is de kans op herhaling groot.

De camping in Barreal is niet verkeerd. Veel bomen tegen de brandende zon en voor de verandering werkt alles en is er niets kapot. Goeie douches en zelfs warm water uit de kraan voor afwas en was. Dat is uniek te noemen hier. We maken van de gelegenheid gebruik om hier dan ook bijna alles wat we hebben te wassen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten