![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhdrFyXs9pH-gK_i7qBeN9IyfNxmyKmox8Yd1w1_Iq6fcIDpZTJsV8t4Ifj4H0jACMq4pyQk-M_Qvs3463aWQ902usuQVObe57OxIaEpOaDXAIi9_gCOD8KN59fVl7yr7S4oBGCZUQIxgU/s400/42.jpg)
Ik rij terug naar de plek waar we
geslapen hebben en het leek me een leuk idee om de cruiser zo te zetten dat
Elize hem zou kunnen zien vanuit het vliegtuig. Ik weet aan welke kant ze zit
en hoe ze overvliegen. Ze gaan zeker laag genoeg. Als de vlucht voor die van
haar overkomt, weet ik dat ik goed sta. Dan, als haar vlucht nu toch echt moet
komen, zie ik een vliegtuig de andere kant op opstijgen. Hé? Dan maakt hij nog
net zichtbaar met de verrekijker, een grote bocht mijn kant op, maar is dan ver
weg en veel te hoog. Plannetje mislukt, jammer. Was leuk geweest.
Vanavond heb ik afgesproken met
Camilo Rubilar. Ik ken hem van de facebookgroep van Zuid-amerikareizigers, waar
hij actief is. Ik had hem ooit gevraagd of hij een stalling wist voor de
cruiser in Antofagasta, zijn woonplaats. Hij bood meteen aan om hem bij hem te
stallen, in de compound waar hij woont. Het kwam goed uit dat ik nu, halverwege
mijn reis, hem kan ontmoeten en kennis kan maken.
Ik heb alleen een gps-punt van waar
hij woont en ik sta voor een groot appartementencomplex, niet wetende in welke
hij woont. Door de speaker maak ik contact met de conciërge en noem zijn naam.
Hij praat in rap spaans terug en ik begrijp er niets van. Ik besluit maar gewoon
te wachten, roep een paar keer hard zijn naam. Of hij moet nog komen, of hij
zal wel een keer naar buiten komen om te kijken waar ik blijf. Dan komt hij er
aanrijden in een pick-up. Grote smile als hij de cruiser ziet. Het eerste wat
hij zegt is dat een zo’n Landcruiser zijn droom is als reisauto. Zelf heeft hij
nog een Prado en een 100-series. Ik parkeer de auto buiten het hek, volgens hem
een safe plek vlak bij het hokje van de conciërge en we gaan naar boven, naar
zijn appartement. Ik maak kennis met zijn vrouw en er wordt een tafel vol lekkers
neer gezet. Met een heerlijke wijn praten we de avond vol. Zijn vrouw spreekt
geen engels en laat ons halverwege de avond getwee. Camilo is een hele leuke
man, die vol enthousiasme over zijn werk bij een grote lithiummijn en
overlandreizen kan praten.
Ik vraag hem ook nog of hij een plek
weet in Santiago, omdat ik nog niet helemaal zeker weet hoe mijn reis zal
verlopen. Zijn ouders wonen daar, ook nog vlak bij het vliegveld, hij gaat ze
het vragen. Mogelijk ga ik nog iets eerder naar Chili dan gepland omdat 2 juli
er een totale zonsverduistering is 400 kilometer ten noorden van Santiago. Ik
zou dat graag nog eens willen meemaken. Die van 1995 die ik in Frankrijk
beleefde was een beetje verpest door bewolking. Santiago zou dan een beter
startpunt zijn dan Antofagasta. Ik ga er de komende weken goed over nadenken.
Op de uitnodiging dat ik bij hun kon
slapen ben ik ingegaan en als ik wakker wordt zijn ze beiden al vertrokken naar
hun werk. Wat een goed gevoel als mensen zo’n vertrouwen hebben. Ik trek de
deur achter me dicht en zeg Antofagasta na een paar dagen gedag. Op naar
Iquique. De 360 kilometer over de goede kustweg is goed te doen, zelfs met mijn
trage tempo. Ik hoef ook niet per se nog lang aan de kust te blijven. Het
landschap verandert nauwelijks, hoge bleke woestijnbergen tot aan de zee. Honderden
kilometers hetzelfde. Af en toe een kolonie zeevogels of zeeleeuwen.
Ik laat de drone op om de zeeleeuwen
op het eiland van dichtbij te filmen. Het stikt er van de puppies en de
mannetjes hebben met hun dikke bontkraag echt wel iets van leeuwen. Heel soms
een caleta, een vissersdorpje, bestaande uit hutten van spaanplaat en
golfplaat, heel armoedig allemaal. Halverweg kom ik weer door Tocopilla, goed
voor wat vers brood en even internetten, dan snel weer weg daar, het stinkt er
echt. Vincent en Annelies appen dat ze er nog een dagje in Iquique blijven.
Ik rol vroeg in de avond de camping
op en zie hun Hilux staan. Daar zijn we weer, derde ontmoeting in 10 dagen.
Leuk om ze weer te zien. Vincent doet de barbecue aan en we maken samen met wat
we hebben een heerlijk maaltje. Beetje kip, beetje steak, salade en gebakken
aardappeltjes.
Iquique is een unieke stad met niet
alleen de hoge bergen achter zich maar ook een enorm hoge zandduin. Door de de
stijgwinden is het een paradijs voor parapente en die zie je ook veel in de
lucht boven de stad hangen. Ik ben blij als we samen gaan inkopen doen in een
enorme ondergrondse Lider want Annelies blijft bij de auto’s. Ik zou me niet
lekker voelen, Iquique heeft ook al een reputatie wat betreft auto-inbraken.
We blijven allemaal nog een dagje op
de camping en doen een indische avond met mijn nasi en hun sateh. Dan gaan we
de volgende dag allemaal weer op pad. Zij gaan rechtstreeks naar Arica en ik ga
eerst banden kijken in de Zona Franca, de belastingvrije zone in het noorden
van de stad. Dat viel enorm tegen. Er waren maar een paar bandenwinkels en die
hadden heel weinig keuze in de maat die ik moet hebben. En dan ook nog van
vage, mij onbekende merken. Het gebied zelf viel al tegen een industrieterrein
met de uitstraling van een achterbuurt. Dat wordt misschien toch in Santiago
kijken, of Peru.
De weg uit Iquique is een lange klim
de bergen in, achter de grote duin langs, een spectaculair gezicht. Ik ga een
stop maken bij Humbestone, een verlaten stadje, nadat de salpeter-industrie in
elkaar klapte. Van eind 19e eeuw tot 1960 werd hier het witte goud
gewonnen en verwerkt tot hoogwaardige meststof. Dit is tot nu toe het mooiste
spookstadje dat ik bezocht, niet voor niets werelderfgoed.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgwQ5pch7LSzeAexXk9PT1FewbFJhGXKIyXOgJjVHrJ6KOYAqdUH-Nxlcvo5VIThbOnCkT0CwJv7gNk6v5ksz6H2w-iSv3FyIExMUzXFldehado-4IaplASjqIryQQ_dXdJ1yMgYaS6aIE/s640/1903017bl.jpg)
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgnnf_46dQ3jebUwDNeR6kYCYaM2Bwf4XjejKEhfkXo2CmoLstezg_IRetwQ7q16cHdqZglqBCNUD8ICcCh7ToDWCXh-Y16L0YWS1KCsKtH8zV_JENfdI6FNUNk_f-637emhxEsya9pn-I/s640/1903031bl.jpg)
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEiIZnFcQoKopobieHDwruLojcvEKfxXtIykAxuXJ4uEHvFyRh7kER5DDkK8kesvTC_-DRwTavuesINrIqKaUABsxKw77YhH1SLGX2vTOWRcg55O4qgo4jMMdY-qcbCdvMBdnbU8kwqQXHk/s640/1903p001bl.jpg)
Ik wil nog wat van Noord-Chili zien voor ik naar Peru ga en ik wil ergens naar het oosten de Andes in. Alleen als ik rijdend op de ruta 5, de Panamericana, opzij kijk, dan is er niets wat me aantrekt om hier af te slaan en de hoogte in te gaan. Het is een bleke woestijn die, zo lijkt het alleen maar hoger wordt. Ik rij eerst nog een stuk door noordwaarts. Dan zie ik dat er een leuk plaatsje moet zijn aan de kust, 40 kilometer naar het westen. Ik besluit dat te doen, voor de afwisseling en ik hoef niet te zoeken naar een slaapplaats, want er is een gratis camping. De afdaling naar zeeniveau is mooi, maar het plaatsje Pisagua valt en beetje tegen. Er staan andere mensen op de camping, vooral families want het is zaterdag. En is natuurlijk muziek, harde muziek. Uiteindelijk val ik wel in slaap maar als ik ’s morgens vroeg wakker wordt is de party nog steeds gaande. Ik verkas naar een plateau, half boven het stadje waar het uitzicht prachtig is en er stilte heerst. Hier had ik moeten staan natuurlijk.
Ik ga verder richting Arica, maar ik
wil eigenlijk eerst nog een rondje door de bergen maken. Dan zie ik een mooie
tour die ook nog wordt aangeprezen als interessant en met mooie kerkjes in
slaperige dorpjes. En het meeste is ook nog geasfalteerd, wat ook niet erg is.
De weg gaat al snel kronkelen waardoor het best lekker rijden is. Bochtje links,
bochtje rechts. Ik heb wel even moeten rekenen want nergens kun je tanken,
althans met zekerheid, dus ik moet wel genoeg diesel mee hebben.
Het landschap waar ik door rij is
niet lelijk, maar wel de hele tijd hetzelfde, kaal en bleek. Later verandert het
naar een zweem groen. Hier heeft het een tijdje geleden geregend, direkt leven.
Maar het kan me toch niet zo bekoren. Ook de kerkjes vallen wat tegen en de
slaperige dorpjes…tja die zijn slaperig. Ik had nog door kunnen rijden naar
Putre maar het is er te hoog voor mij om er te slapen en ik ben ook best wel
moe van al die honderden bochtjes.
Ik besluit terug te rijden naar
beneden, naar Arica. Ik ben al een tijdje in vertwijfeling hoe ik de komende
tijd ga vullen en waar ik deze tocht ga eindigen. Heb er over gedacht om naar
Peru te gaan, want het noorden van Chili valt me tegen. Het beeld wat ik
aanvankelijk had was gebaseerd op mijn bezoek aan San Pedro de Atacama en
omstreken in 2007 en vorig jaar nogmaals. Maar dat blijkt niet representatief
voor de hele regio. Zoveel te zien als rond San Pedro is er voor de rest
nauwelijks. In plaats daarvan heel veel kale woestijn. Het hooggebergte in het
noordoosten moet wel heel mooi zijn maar dat is allemaal boven de 4000 meter.
Daar kan ik niet dagen verblijven. In Arica weet ik het even niet meer. Heb ook
geen zin om hier te blijven. Na aan de boulevard heerlijk ceviche te hebben
gegeten besluit ik vrij impulsief om de grens te pakken. Vincent en Annelies
hebben hem een paar dagen geleden genomen en waren wel anderhalf uur zoet
geweest. Ik heb meer geluk want hoewel het een drukte van belang was ging alles
eigenlijk heel soepel. Dik een half later sta ik in Peru. Deden we op de eerste
reis 2 landen in 6 maanden, nu is het zesde land in twee maanden. Niet nieuw voor
mij, ik was hier in 2004 al, maar wel voor de cruiser. Landje 32 dat we samen
doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten