zaterdag 3 december 2016

8


We gaan nu verder naar Bariloche en het merengebied. Bariloche is het wintersportcentrum van Argentinië. ’s Zomers is het er ook druk vanwege de ligging aan het meer en de vele bergwandelingen die je in de buurt kunt maken. Het heeft veel dure huizen langs het meer en op de hellingen staan. Maar als wij de stad naderen vanuit het zuiden moeten we eerst door sloppenwijken. Later komen we in het betere gedeelte en rijden we door naar een plek die weer genoemd wordt in onze digitale gids. We moeten een gravelweg zigzaggend steil omhoog voor we aankomen bij een liftengebied in zomertoestand. Er wordt onderhoud gepleegd aan de liftinstallaties en andere voorzieningen. Dan zien we de plek die bedoeld wordt, aan de rand van een klif met een fenomenaal uitzicht. Beneden ons ligt de stad, dan het meer met in de verte eilandjes en daarachter de coulissen van de besneeuwde bergen. Dit is echt een million-dollar-view. Als het ooit te koop zou zijn zou dit stuk grond dat alleen al opbrengen. Ik zit de cruiser zo neer dat we alles uit onze panoramaramen halen. Omdat het niet waait is het lekker genoeg om ook ’s avonds nog buiten te zitten. Er zijn geen mensen in de buurt en we hoeven geen gordijnen en zo kunnen we vanuit bed ook af en toe even van het uitzicht genieten, dat zo mogelijk nog mooier wordt als de stad zijn verlichting aan doet. 

 

Als we een eind gaan rijden hebben we later pas door dat we op het ‘circuito chico’ zitten, een kleine rondtocht ten westen van Bariloche over schiereilanden en langs meren. De ene is nog mooier dan de andere. Ook hier is de brem overal in enorme hoeveelheden in bloei. Op het verste punt is een parkeerplaats voor een wandeling. We hoorden dat je er ook kunt kamperen. We staan er tussen grote bomen, dus een keer niet aan een meer en dat is prima want het is weer eens gaan waaien. In het bos is het evengoed bijna windstil.
De wandeling door het bos leidt ook naar een gedeelte met alercebomen. De bomen hebben een kaneelachtige kleur en gladde bast. Het lijkt eerder dat ze van hun schors ontdaan zijn. Mede ook door de bizarre vormen die de boom soms heeft, hebben ze een sprookjesachtige uitstraling, heel bijzonder. 

 

We vervolgen onze ronde en als we in terug in Bariloche onze stadse dingen hebben gedaan, gaan we beginnen aan het ‘circuito grande’. Villa La Angostura is onze eerste stop, ook omdat er een overnachtingsplek is, die als goed staat aangegeven. De plek heeft geen allure, het is een zanderige parking onder grote bomen, maar is ’s nachts heerlijk rustig. Het plaatsje is op een aangename manier toeristisch en we blijven nog een dagje, alleen al om af en toe even onder mensen te zijn. Van alleen maar bushkamperen krijg je een wat teruggetrokken leven met z’n tweetjes. 

 

Als ik ’s morgens vroeg een wandeling maak door een speciaal gedeelte binnen het park, sta ik ineens oog in oog met de carpintera gigantico, ofwel de enorme specht. Groot is ie, maar veel opvallender is zijn felrode kop. Niet een toefje rood bovenop, zoals bij onze spechten, nee, z’n moeder heeft een knalrode bivakmuts voor hem gebreid. Ik heb toevallig nog mijn telelens op de camera en heb net tijd om hem met trage bewegingen te pakken en helemaal op maximum lengte te zetten en ….klik…klikklikklik. Later hoor ik hem nog. Niet het hamertje-tik van onze specht, maar het geluid van een bouwvakker die met een hamer op een 8-duims balk slaat. Hoe goed kan een dag beginnen.

 

Een vogel die we juist heel vaak zien is een kleine roofvogel, formaat van een valk. Moet nog even uitzoeken wat het is. Daar vliegen er ongelofelijk veel van rond en ook helemaal niet schuw. Soms komen ze tot op een paar meter van je, op zoek naar een snack. 

 

Het merengebied heeft natuurlijk ettelijke meren, variërend van gewoon mooi tot oogverblindend. Maar ik wil toch ook de rivieren noemen die in dit gebied stromen. Het zijn er heel veel en allemaal hebben ze glashelder water. Zo gauw als ze wat dieper zijn, kleuren ze diepblauw of groen. We staan net zo vaak aan een rivier te kamperen als aan een meer en vooral de afwisseling is fijn. Op het kabbelende geluid van een snelstromende rivier slaap je heerlijk in, maar het kan ook wel eens te veel zijn als je vlak bij een stroomversnelling staat. 

 

Als we een plek vinden aan weer zo’n prachtige rivier, is het vanwege de zondagmiddag druk. Weliswaar is er wel plek voor ons maar veel andere plekken zijn bezet met families, die meestal de autoradio aan hebben. We weten dat aan het eind van de middag de mensen weer naar huis gaan, morgen is weer gewoon maandag. Eén voor één horen we autodeuren dichtklappen en auto’s starten tot de laatste is verdwenen en wij de plek weer helemaal voor ons hebben. We verruilen de plek die we hadden voor de beste aan de rivier. Zo fijn daar dat we nog een dag zijn gebleven.
We lazen dat ten noorden van het Lanin NP nog een mooi gebied moet zijn waar araucaniabomen staan. Ik had ze in Chili al eens gezien en ben weg van ze. De meeste mensen kennen hem wel als de slangenden. In de jaren negentig was het heel modieus om zo’n boom in je voortuin te planten.

 

Die vorm zie hier natuurlijk ook, het is de jonge versie, want de boom kan wel duizend jaar oud worden. En die zie je alleen hier, in al zijn majestueuze pracht. Ze gaan iets op reuzenpalmen lijken. Wat ook bijzonder aan de boom is, is dat het één van de oudste soorten op aarde is. Honderd miljoen jaar bestaat hij al en dat betekent dat hij er al was in de tijd van de dinosauriërs. De BBC heeft destijds voor hun serie ‘Walking with Dinosaurs’ in dit gebied opnames gemaakt voor de achtergrond, waarna ze later de dino’s er in animeerden.

 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten