We gaan nu verder naar
Bariloche en het merengebied. Bariloche is het wintersportcentrum van
Argentinië. ’s Zomers is het er ook druk vanwege de ligging aan het meer en de
vele bergwandelingen die je in de buurt kunt maken. Het heeft veel dure huizen
langs het meer en op de hellingen staan. Maar als wij de stad naderen vanuit
het zuiden moeten we eerst door sloppenwijken. Later komen we in het betere
gedeelte en rijden we door naar een plek die weer genoemd wordt in onze
digitale gids. We moeten een gravelweg zigzaggend steil omhoog voor we aankomen
bij een liftengebied in zomertoestand. Er wordt onderhoud gepleegd aan de
liftinstallaties en andere voorzieningen. Dan zien we de plek die bedoeld
wordt, aan de rand van een klif met een fenomenaal uitzicht. Beneden ons ligt
de stad, dan het meer met in de verte eilandjes en daarachter de coulissen van
de besneeuwde bergen. Dit is echt een million-dollar-view. Als het ooit te koop
zou zijn zou dit stuk grond dat alleen al opbrengen. Ik zit de cruiser zo neer
dat we alles uit onze panoramaramen halen. Omdat het niet waait is het lekker
genoeg om ook ’s avonds nog buiten te zitten. Er zijn geen mensen in de buurt
en we hoeven geen gordijnen en zo kunnen we vanuit bed ook af en toe even van
het uitzicht genieten, dat zo mogelijk nog mooier wordt als de stad zijn
verlichting aan doet.
Als we een eind gaan rijden
hebben we later pas door dat we op het ‘circuito chico’ zitten, een kleine rondtocht
ten westen van Bariloche over schiereilanden en langs meren. De ene is nog
mooier dan de andere. Ook hier is de brem overal in enorme hoeveelheden in
bloei. Op het verste punt is een parkeerplaats voor een wandeling. We hoorden
dat je er ook kunt kamperen. We staan er tussen grote bomen, dus een keer niet
aan een meer en dat is prima want het is weer eens gaan waaien. In het bos is
het evengoed bijna windstil.
De wandeling door het bos leidt
ook naar een gedeelte met alercebomen. De bomen hebben een kaneelachtige kleur
en gladde bast. Het lijkt eerder dat ze van hun schors ontdaan zijn. Mede ook
door de bizarre vormen die de boom soms heeft, hebben ze een sprookjesachtige
uitstraling, heel bijzonder.
We vervolgen onze ronde en
als we in terug in Bariloche onze stadse dingen hebben gedaan, gaan we beginnen
aan het ‘circuito grande’. Villa La Angostura is onze eerste stop, ook omdat er
een overnachtingsplek is, die als goed staat aangegeven. De plek heeft geen
allure, het is een zanderige parking onder grote bomen, maar is ’s nachts
heerlijk rustig. Het plaatsje is op een aangename manier toeristisch en we
blijven nog een dagje, alleen al om af en toe even onder mensen te zijn. Van
alleen maar bushkamperen krijg je een wat teruggetrokken leven met z’n
tweetjes.
Als ik ’s morgens vroeg een
wandeling maak door een speciaal gedeelte binnen het park, sta ik ineens oog in
oog met de carpintera gigantico, ofwel de enorme specht. Groot is ie, maar veel
opvallender is zijn felrode kop. Niet een toefje rood bovenop, zoals bij onze
spechten, nee, z’n moeder heeft een knalrode bivakmuts voor hem gebreid. Ik heb
toevallig nog mijn telelens op de camera en heb net tijd om hem met trage
bewegingen te pakken en helemaal op maximum lengte te zetten en
….klik…klikklikklik. Later hoor ik hem nog. Niet het hamertje-tik van onze
specht, maar het geluid van een bouwvakker die met een hamer op een 8-duims
balk slaat. Hoe goed kan een dag beginnen.
Een vogel die we juist heel
vaak zien is een kleine roofvogel, formaat van een valk. Moet nog even
uitzoeken wat het is. Daar vliegen er ongelofelijk veel van rond en ook
helemaal niet schuw. Soms komen ze tot op een paar meter van je, op zoek naar
een snack.
Het merengebied heeft
natuurlijk ettelijke meren, variërend van gewoon mooi tot oogverblindend. Maar
ik wil toch ook de rivieren noemen die in dit gebied stromen. Het zijn er heel
veel en allemaal hebben ze glashelder water. Zo gauw als ze wat dieper zijn,
kleuren ze diepblauw of groen. We staan net zo vaak aan een rivier te kamperen
als aan een meer en vooral de afwisseling is fijn. Op het kabbelende geluid van
een snelstromende rivier slaap je heerlijk in, maar het kan ook wel eens te
veel zijn als je vlak bij een stroomversnelling staat.
Als we een plek vinden aan
weer zo’n prachtige rivier, is het vanwege de zondagmiddag druk. Weliswaar is er
wel plek voor ons maar veel andere plekken zijn bezet met families, die meestal
de autoradio aan hebben. We weten dat aan het eind van de middag de mensen weer
naar huis gaan, morgen is weer gewoon maandag. Eén voor één horen we autodeuren
dichtklappen en auto’s starten tot de laatste is verdwenen en wij de plek weer
helemaal voor ons hebben. We verruilen de plek die we hadden voor de beste aan
de rivier. Zo fijn daar dat we nog een dag zijn gebleven.
We lazen dat ten noorden van
het Lanin NP nog een mooi gebied moet zijn waar araucaniabomen staan. Ik had ze
in Chili al eens gezien en ben weg van ze. De meeste mensen kennen hem wel als
de slangenden. In de jaren negentig was het heel modieus om zo’n boom in je
voortuin te planten.
Die vorm zie hier natuurlijk ook, het is de jonge versie,
want de boom kan wel duizend jaar oud worden. En die zie je alleen hier, in al zijn
majestueuze pracht. Ze gaan iets op reuzenpalmen lijken. Wat ook bijzonder aan
de boom is, is dat het één van de oudste soorten op aarde is. Honderd miljoen
jaar bestaat hij al en dat betekent dat hij er al was in de tijd van de
dinosauriërs. De BBC heeft destijds voor hun serie ‘Walking with Dinosaurs’ in
dit gebied opnames gemaakt voor de achtergrond, waarna ze later de dino’s er in
animeerden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten