dinsdag 31 januari 2017

15

 


 

Vlak voor dat we Puerto Aysen binnen rijden, vangen we langs de weg een glimp op van een gauchofeest. We draaien om en parkeren de auto. De gauchos laten hun paardrijkunsten zien. Getweeën moeten ze een kalf langs de boarding drijven tot een een langwerpig kussen komt waar ze het kalf met de paarden tegen aan drukken. Dan wordt er geklapt en gejuicht. Mooi om te zien hoe de voorste gaucho zijn paard in een zijwaartse galop met het rennende kalf mee laat gaan. Wat op viel is dat de gauchos hierbij niet de oversized alpinopetten op hebben, maar hoeden met brede rand. Misschien is het streekgebonden. 

 

We rijden eerst door naar Puerto Chacabuco, een klein haventje 12 kilometer verderop. Het interessantste daar was een gestrand schip dat er lag weg te roesten. Zo te zien al een tijdje. Als ik mijn tas pak valt mijn groothoek lens hard op de grond. Zo te zien geen schade, maar als ik hem probeer geeft de camera steeds een error. Ook is het geluid iets anders dan normaal. Dat is wel heel vervelend, ik maak zo’n 70 % van mijn foto’ s met deze lens. Ik vermoed dat het diafragma niet meer werkt.
We gaan weer eens naar een camping. Als het de volgende dag regent en het de hele dag aan houdt, is dit geen verkeerde plek om te wachten op mooier weer. Gelukkig schijnt de volgende dag het zonnetje al weer.

Als ik binnen in de camper mijn lens nog eens probeer doet hij het weer. Ik loop naar buiten en heb dan weer dezelfde error. Als ik dan de grond fotografeer doet ie het weer. Een gewone foto recht naar voren lukt weer niet. Vreemd. Heeft de stand van de camera er mee te maken? Na wat geëxperimenteer kom ik er achter dat als ik het diafragma helemaal open heb, de lens werkt en bij het eerste standje dichter niet meer. Dat verklaart ook waarom hij het binnen deed. Weinig licht, dan zet de automaat het diafragma helemaal open. Buiten op de donkere grond gericht hetzelfde. Als ik op de camera handmatig het diafragma helemaal open zet kan ik alles weer fotograferen. Ideaal is het niet, maar ik kan gelukkig de lens nog gebruiken.

Als we op de kaart kijken komen we tot de ontdekking dat we een heel stuk niet op de carretera hebben gezeten, maar een andere weg. De geasfalteerde weg die we gereden hebben, gaat van Coyhaique naar Puerto Aisen in het westen en maakt dan een scherpe bocht richting oost. Echter, 10 Kilometer vanaf Coyhaique komt er een afslag met een gravelweg en dat is de echte carretera austral. Het is een binnendoorweg die de grote omweg van de asfaltweg afsteekt. Ik denk dat de meeste mensen die de weg volgen dat missen en via Puerto Aisen rijden.
Hoewel wij helemaal geen puristen zijn om precies de carretera helemaal te volgen, rijden we toch terug om de afslag te nemen. Niet alleen omdat het geen straf is om de prachtige route naar Coyhaique nog een keer te doen, maar de gravelweg gaat ook door een schitterend decor. Vlak voor we weer op de verharde weg komen vinden we een slaapplek bij een brug. Niets speciaals, maar adequaat voor de nacht.

Vanaf het asfalt slaan we de zoveelste zijweg in. Uiteindelijk komt die bij een mijn, wat hier gedolven wordt is onduidelijk, maar daar keren wij om. Op een plek waar we al gelunched hadden maken we kamp voor de nacht. De rivier waar we aan staan is woest en nogal luidruchtig, maar de plek is weer zo mooi. Steile bergwanden om ons heen een uitgesproken plek voor condors. We zien ze niet, helaas. Komt nog wel. Als de wolken langs de kloven en steilwanden laveren, krijg je soms het gevoel in Jurassic Park te zijn beland.

 

Helaas zijn er onderweg steeds meer wolken en missen we waarschijnlijk heel wat moois op dit stuk. Als iemand op iOverlander het heeft over een plek die op een oud stukje carretera ligt willen we dat natuurlijk zien. En inderdaad is er een afslag die nu door een ploeg gebruikt wordt die de vegetatie snoeit. Een stukje verderop kunnen we met de cruiser niet verder. We staan aan de rand van een afgrond, 100 meter beneden ons kolkt de Rio Cisnes prachtig blauwgroen, omringd door steile bergen met ongeschonden oerwoud. Hier blijven we voor de nacht. Ik stuur de drone nog even op pad voor wat spectaculaire opnames. 

 

In de nacht gaat het regenen en het houdt niet op. De rivier beneden ons is veranderd in bruin en staat behoorlijk hoger. Dit gebied staat bekend om veel neerslag. Er valt hier 4000 millimeter per jaar, in Nederland zo’n 500 millimeter. We pakken nat in en gaan richting Puerto Cisnes. Wat ik al voorspel blijkt te kloppen; richting de kust wordt het beter en breekt de zon weer door. De hoge bergen een stuk terug zijn echte wolkenvangers. We zetten de auto aan de boulevard en later de tent mooi drogen. Het havendorpje heeft een aangename sfeer en het is ook fijn om weer wat leven te zien en onder de mensen te zijn.

 

We horen dat er de volgende dag festiviteiten zijn. Er wordt een huis over het water van de ene kant van de baai naar de andere kant gesleept. De achtergrond van het gebeuren weten we niet, maar het lijkt ons leuk om zoiets bij te wonen. We blijven aan de boulevard staan voor de nacht en dat blijkt al snel een vergissing te zijn. De hele nacht lawaai van langslopende lawaaijongeren. Het was de slechtste nacht tot nu toe.
De volgende dag schijnt de zon volop en wordt het steeds drukker. Er hangt een gezellige sfeer in het haventje waar we staan. Uiteindelijk om 4 uur ’s middags gebeurt dan eindelijk waar we op gewacht hebben. Je ziet een huis over het water van links naar rechts gaan, begeleid door opgesierde bootjes met publiek. Meer dan dat gebeurde er ook niet. We pakken in en gaan rijden, op zoek naar een rustige plek voor een inhaalnachtje.

 

Ergens verderop aan de carretera is een ruime parkeerplaats bij een waterval. Daar blijven we staan. Er komt nog wat verkeer langs maar daar hebben we niet veel last van. Tot er een auto naast ons stopt met 4 jongens die de muziek nog eens flink opschroeven. De terreur duurt gelukkig niet veel langer dan een sigaret, maar als ze ons met spinnende wielen weer verlaten, liggen wij natuurlijk nog een tijdje wakker met een lijf vol adrenaline.

Een mooie dag en we besluiten om wat terug te rijden, om alsnog het mooie stuk te zien wat in de wolken lag eergisteren. En daarvoor worden we beloond. We zien voor het eerst een prachtige kale steile berg die uit de omringende beboste bergen opstijgt. Alleen dat was het al waard om voor terug te rijden. 

 

Verderop komen we bij Quelat NP waar we een mooie wandeling kunnen doen door het ‘betoverde’ bos. Het bos is prachtig doordat de bomen zijn begroeid met baardmossen en korstmossen. Heel groen allemaal en ook nog riviertjes die er door heen lopen. Na enige tijd gaat het pad over in een klim en die valt nog niet mee. Alles is nat en glibberig en de stappen omhoog zijn best pittig. Uiteindelijk is er helemaal boven een mooi groen gletsjermeertje met hoog erboven een pakket ijs. 

 

Dan gaan we weer verder noordwaarts op de carretera. Op dit deel zijn ze met de weg bezig en moeten we af en toe wachten omdat er maar één rijbaan beschikbaar is. Er is ook een deel dat de hele middag gesloten wordt. Ze blazen hier soms met dynamiet stukken bergwand weg om de weg te verbreden, of dwars door een berg een bocht af te snijden. Zo’n afgesneden bocht is wederom een goede plek voor de nacht. We hebben geweldig uitzicht over een fjord waar zelfs dolfijnen schijnen te zwemmen. 

 

Er komt nog een jong frans stel bij ons staan. Ze hebben een huurjeepje met daktent en stellen zich aan de rand op.
’s Nachts gaat het ineens vreselijk waaien en regenen. Wij staan goed achter het overgebleven stuk rots en ik zou niet graag met de fransen ruilen. Ik zie hem in het donker met de tent in de weer. Ik kleed me aan en vraag of ik kan helpen. Ze kunnen maar beter vlak achter ons gaan staan en dat vindt hij ook.

 

Ik wordt de volgende dag wakker door een puf geluid, dat zich een paar keer herhaalt. Het duurt even voor ik me realiseer dt dat een dolfijn moet zijn. Ik kijk uit het raam en zie er een paar vlak langs de kant onder ons zwemmen. Tegen de tijd dat ik kleren aan heb en de camera in de aanslag, zijn ze al te ver weg. Gewekt door een dolfijn, een nieuwe ervaring.

 

Dan door naar de grote attractie van het Quelat NP. De hangende gletsjer. Wederom een pittige hike die ik deze keer alleen doe. Het bos en het pad is nog natter dan de vorige tocht, maar ook nu weer de moeite waard. De blauwe ijsmassa hangt in een V-vormig dal en er komt een krachtige waterval onder het ijs vandaan. Een imposant geheel. Ik blijf een uur op het uitzichtpunt, zodat ik genoeg tijd heb om tussen de selfie-gekte door van het aanzicht te genieten. 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten